8.4 + 8.5 Tangens lengten + Tangens in de ruimte

Tangens

tan Hoek = overstaande rechthoekzijde :
                    aanliggende rechthoekzijde
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Tangens

tan Hoek = overstaande rechthoekzijde :
                    aanliggende rechthoekzijde

Slide 1 - Slide


hoogte
horizontale afstand

Slide 2 - Slide

1. Tangens opschrijven met Letters
2. Tangens opschrijven met getallen
3: Tangens opschrijven met het antwoord 

Slide 3 - Slide

Voorbeeld
We willen weten hoe groot hoek Q is.




Slide 4 - Slide

Voorbeeld
We willen weten hoe groot hoek Q is.
De overstaande zijde van hoek Q is PR en



Slide 5 - Slide

Voorbeeld
We willen weten hoe groot hoek Q is.
De overstaande zijde van hoek Q is PR en
De aanliggende zijde van hoek Q is QR.

Tan∠ = overstaande zijde : aanliggende zijde


Slide 6 - Slide

Voorbeeld
We willen weten hoe groot hoek Q is.
De overstaande zijde van hoek Q is PR en
De aanliggende zijde van hoek Q is QR.
Tan∠ = overstaande zijde : aanliggende zijde
Tan ∠Q = PR: QR 
Tan∠Q = 12:5
 
∠Q  =                                                           
                                                                          



Slide 7 - Slide

De aanliggende rechthoekzijde

Slide 8 - Slide

Tangens om zijde te berekenen

Slide 9 - Slide

Wat weet je al?
A
C


B

Slide 10 - Slide

Tangens om zijde te berekenen
`



en dan?

Slide 11 - Slide

Tangens om zijde te berekenen
A





Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Tan ∠ B =  AC / AB

Slide 14 - Slide

Tan ∠ B =  AC / AB
Tan 15 = AC / 20

Slide 15 - Slide

Tan ∠ B =  AC / AB
Tan 15 = AC / 20


AC= Tan 15 x 20

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

nieuwe stof
Hoeken in ruimte figuren

Slide 19 - Slide

Stelling van Pythagoras

Slide 20 - Slide

Bereken ∠E in Driehoek BEC

Slide 21 - Slide

Hoofdstuk 6 - Goniometrie
Uitleg: hoeken in ruimtefiguren
Bereken     C in driehoek ACE
Stap 1: Welk diagonaalvlak past er om  Driehoek ACE
Stap 2: Zorg dat je alle zijdes van het diagonaalvlak weet.
Stap 3: bereken de hoek met tan.

Slide 22 - Slide

Hoofdstuk 6 - Goniometrie
Uitleg: hoeken in ruimtefiguren
Bereken     c in driehoek ACE
Stap 1: Welk diagonaalvlak past er om  ACE

In ACGE


Slide 23 - Slide

Hoofdstuk 6 - Goniometrie
Uitleg: hoeken in ruimtefiguren
Bereken    C In driehoek ACE
Stap 2: Zorg dat je alle zijdes van het diagonaalvlak weet.
AE en CG zijn 2.
AC en EG moet je berekenen met de stelling v Pythagoras:

AC =     25 = 5 
EG is ook 5
zijde
zijde2
AB = 3
32 = 9
BC = 4
42 = 16
AC = ?
25
+

Slide 24 - Slide

Hoofdstuk 6 - Goniometrie
Uitleg: hoeken in ruimtefiguren
Bereken     CIn driehoek ACE(je moet hoek C berekenen)
Stap 3: bereken de hoek met de tan.


A
C
E
2
5
tanC=ACAE
tanC=52
C=shifttan(2:5)=22°

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Huiswerk
Je hebt af van vorige week opdracht 18 t/m 24
Maken voor vandaag 25 t/m 28

Slide 27 - Slide