H10

Meten
1 / 21
next
Slide 1: Mind map
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Meten

Slide 1 - Mind map

Grootheden
Een grootheid is 'iets' wat je kunt meten b.v.:
  • lengte, met letter ....
  • temperatuur, met letter ....
  • snelheid in, met letter ....
  • afstand in, met letter ....
  • spanning in, met letter ....
Elke grootheid is herkenbaar aan een letter.

Slide 2 - Slide

Eenheden
Een eenheid is de 'achternaam' waarin je 'iets' meet b.v.:
  • lengte in ....
  • temperatuur in ....
  • snelheid in ....
  • afstand in ....
  • spanning in ....
Elke grootheid heeft een afgesproken eenheid.

Slide 3 - Slide

Grootheid & Eenheid
Bij een grootheid hoort een afgesproken eenheid.
Zie het als een voornaam (v.n.) en achternaam (a.n.):
lengte (v.n.) in meter (a.n.) => l. meter
temperatuur (v.n.) in Celcius (a.n.) => T. Celsius
Of nog korter: alleen de letters van de voornaam en achternaam.
l in m
T in oC

Slide 4 - Slide

Voor- en Achternaam
Het lastige van grootheden en eenheden is dat
GROTE LETTERS en kleine letters worden gebruikt, b.v.:
bij: tijd -> t   hoort: seconde -> s
bij: temperatuur -> T   hoort Celsius -> oC
bij: massa -> m   hoort kilogram -> kg
bij: kracht -> F   hoort Newton - > N


Slide 5 - Slide

Système.International - tabel

Slide 6 - Slide


Wat is geen eenheid
A
massa
B
meter
C
kilogram
D
volt

Slide 7 - Quiz

Wat is geen grootheid
A
snelheid
B
meter
C
gewicht
D
lengte

Slide 8 - Quiz

Welke eenheid hoort bij het vermogen (sterkte) van een lamp?
A
Volt
B
Ampère
C
Watt
D
Ohm

Slide 9 - Quiz

Welke eenheden horen bij snelheid?

(Er zijn 2 goede antwoorden)
A
meter per uur
B
kilometer per minuut
C
meter per seconde
D
kilometer per uur

Slide 10 - Quiz

De temperatuur kan je in verschillende soorten eenheden meten.
Hoeveel soorten eenheden?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 11 - Quiz

Cijfers en getallen.
cijfer 5 (er zijn maar 10 cijfers: 0 t/m 9)
getal 05  van een wachtkamer volgordebord met maximaal 100 getallen.
wis- & natuurkundig heeft de oranje 0  geen betekenis en laten we die weg.
getal 5,0  betekent: tussen 4,95 en 5,04  en dus is 5,0  een afronding.
nauwkeuriger dan 5,0 is het getal 5,00  (tussen 5,095 en 5,004 )
(de groene nullen zijn nu wis- & natuurkundig wel belangrijk !!)
nog nauwkeuriger is het getal 5,00met 2 "opvul" nullen.
een groot getal is 100005  (de 4 "opvul" nullen zijn dus belangrijk !!)

Slide 12 - Slide

Wat is geen cijfer?
A
0
B
3
C
10
D
7

Slide 13 - Quiz

Welk getal is het kleinst?
A
1,00
B
01,0
C
0,10
D
001

Slide 14 - Quiz

Welk getal is het nauwkeurigst?
A
0,11
B
0,01
C
0,10
D
0,010

Slide 15 - Quiz

Bekende voorvoegsels
Een voorvoegsel is een letter die je gebruikt bij een eenheid.
Elke letter heeft een betekenis. Bekende voorvoegsels zijn:
  • kilo      - k     =>  kilo-meter (km)        => 1 km = 1000 m    (afstanden)
  • hecto - h    =>  hecto-liter (hl)           => 1 hl = 100 l            (bierproductie)
  • deca- da    => deca-meter (dam)    => 1 dam = 10 m      
  • deci    - d    =>  deci-bel (db)              => 1 db = 0,1 b(el)     (geluidsterkte)
  • centi   - c    =>  centi-liter (cl)            => 1 cl = 0,01 l             (volume glazen)
  • milli    -  m   =>  milligram (mg)         => 1 mg = 0,001 g     (medicijnen)


Slide 16 - Slide

Waarom voorvoegsels?
Soms heb je grote uitkomsten met veel nullen vóór de komma.
Soms heb je kleine uitkomsten met veel nullen achter de komma.

Met voorvoegsels kan je grote of kleine getallen evenvoudiger opschrijven:
Een lange reis van 800000 m schrijf je als 800 x 1000 m = 800 kilometer
De komma verschuift 3 plaatsen naar  < links.
Ruitjes van 0,005 m in een schrift schrijf je als 5 x 0,001 m = 5 millimeter
De komma verschuift 3 plaatsen naar > rechts.

Slide 17 - Slide

Voorvoegsels
Hoe gaat het bij lengte:
     x1000   x1000    x1000                                            1m                                         x1000    x1000   x1000 
 Tera  |  Giga Mega  |   kilo  | hecto |  dec | ----- |  deci  |  centi  |  milli  |  µicro  |  pico  |  nano
            3            3              3         x10         x10         x10      x10        x10         x10            3             3            3
We zetten het grootste voorvoegsel links en het kleinste voorvoegsel rechts.
Dan geldt:
  • Van links naar rechts x10  dus: 1,0 m = 10 dam, de komma verschuift 1 plaats naar rechts.
  • Van rechts naar links :10   dus: 1,0 m = 0,1 dam, de komma verschuift 1 plaats naar links.



Slide 18 - Slide

Oppervlakte en volume
Oppervlakte is: lengte x breedte, dus verschuift de komma nu 2 plaatsen

 Tera  |  Giga Mega  |   kilo  | hecto | deca | ----- |  deci  |  centi  |  milli  |  µicro  |  pico  |  nano
            6            6               6     x100      x100     x100    x100    x100       x100          6             6           6
2 en 6 zijn het aantal plaatsen dat de komma bij oppervlak naar links of rechts verschuift.

Volume is: lengte x breedte x hoogte, dus verschuift de komma nu met 3 plaatsen
 
 Tera  |  Giga  |  Mega  |  kilo  | hecto |  deca  | ----- |  deci  |  centi  |  milli  |  µicro  |  pico  |  nano
            9            9               9     x1000  x1000  x1000  x1000  x1000   x1000           9             9            9
3 en 9 zijn het aantal plaatsen dat de komma bij volume naar links of rechts verschuift.


Slide 19 - Slide

Eenheden omrekenen
Oefening:
  • lengtes
  • oppervlaktes
  • inhouden

Slide 20 - Slide

Omrekenenhulp

Slide 21 - Slide