Hoofdstuk 8 - Ecosysteem en evenwicht

Ecosysteem en evenwicht
Toetsweek: SE Hoofdstuk 5, 7 en 8!

1 / 53
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ecosysteem en evenwicht
Toetsweek: SE Hoofdstuk 5, 7 en 8!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

8.1
Je licht de energiestromen in een voedselweb toe en noemt de factoren die van invloed zijn
Je legt uit hoe je voedselrelaties in een ecosysteem in een ecologische piramide kunt weergeven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Productie
  • Bruto primaire productie (BPP)
  • Netto primaire productie (NPP)
  • NPP = BPP - dissimilatie
  • Secundaire productie

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Reducenten

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Energiestromen

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

8.2
- Je beschrijft de rol van producenten, consumenten en reducenten in de c-kringloop en in andere kringlopen.
- Je beschrijft de langzame en de snelle C-kringloop
- Je beschrijft hoe een verhoogde co- concentatie tot het versterkt broeikaseffect werkt.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

1-I. Juist of onjuist? De bruto primaire productie bij algen is gelijk aan de netto primaire productie min de dissimilatie van de algen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

1-II. Juist of onjuist? De secundaire productie bij garnalen is altijd kleiner dan de primaire productie van de algen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

5. De piramide gaat over vier soorten organismen. Wat stelt deze piramide voor?
A
Aantallen slaplanten, slakken, lijsters en een sperwer
B
Biomassa boom, veel rupsen, aantal spinnen en een koolmees
C
Biomassa wortels, regenwormen, mollen en een reiger

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Kringloop van stoffen 
  • Producenten, consumenten, reducenten
  • Autotroof en heterotroof
  • Van Anorganisch naar organisch

Zorgen voor dat o.a C, N en H rondgaat in het ecosysteem

Slide 13 - Slide

Welke kennen jullie al?
Organisch en anorganisch
  • Anorganische stoffen: moleculen met één of nul C-atomen (H2O, CO2, mineralen)
  • Organische stoffen: moleculen met twee of meer C-atomen (koolhydraten, eiwitten, vetten)

Slide 14 - Slide

Welke kennen jullie al

Kringloop water
  1. Verdamping uit de zee
  2. Condensatie tot wolken
  3. Neerslag terug op aarde
  4. Waterstromen terug naar de zee

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

 Kringloop van stikstof

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Koolstof 
kringloop

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Snel en langzaam ?
Snelle kringloop

Langzame kringloop
.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Snelle koolstofkringloop
 Koolstof beweegt snel tussen lucht, planten, dieren en bodem.

Bijvoorbeeld: een boom neemt CO₂ op → een koe eet de bladeren → de koe ademt CO₂ weer uit.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Langzame koolstofkringloop
Koolstof zit miljoenen jaren vast,  (fossiele brandstoffen).
→ Die ontstaan uit resten van planten/dieren die onder de grond belanden.
→ Bij  verbranding, komt die oude koolstof als CO₂ weer vrij in de lucht.


Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Meer CO, meer broeikas?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Broeikas effect
  • Dampkring met broeikasgassen (waterdamp en koolstofdioxide)
  • Warmte-uitstraling tegen gehouden
  • Gemiddelde temperatuur 30 graden hoger hierdoor

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Versterkt broeikas effect
  • Meer broeikasgassen in dampkring
  • Meer warmte-uitstraling tegen gehouden
  • Temperatuur is 1 graad gestegen in 100 jaar

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Versterkt broeikaseffect

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Koolstofkringloop maken
Pijlen in goede richting tussen verschillende onderdelen
Gebruiken de termen: fotosynthese, verbranding, fossilisatie
Laat je kringloop checken door docent

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Werk gedeelte
van 8.2 : 17, 18 en 21 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

8.3
Je beschrijft de stikstof kringloop in een ecosysteem 
 Je noemt de oorzaken van een stikstoftoename in ecoystemen en licht de gevolgen daarvan toe.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Stikstof
  • Wat is stikstof? N
  • Waarvoor hebben   organismen stikstof nodig?
  • Hoe zit de stikstof-   kringloop  in elkaar?

Slide 34 - Slide

Voor planten:
Bouwstof voor eiwitten: Planten hebben stikstof nodig om aminozuren te maken, die weer nodig zijn voor eiwitten en enzymen.
Groei: Stikstof is een hoofdbestanddeel van bladgroen (chlorofyl), dat belangrijk is voor fotosynthese. Zonder stikstof groeien planten slecht en worden ze geel.
🧬 Voor dieren en mensen:
Opbouw van eiwitten: Mensen en dieren hebben stikstof nodig in de vorm van eiwitten in voeding. Die eiwitten worden gebruikt voor spieropbouw, enzymen en DNA.
Niet direct opneembaar uit de lucht: Wij kunnen stikstofgas (N₂) uit de lucht niet gebruiken. We krijgen stikstof binnen via voedsel (bijv. plantaardige of dierlijke eiwitten)
Stikstofkringloop
 Stikstof (gas) wordt mbv bacteriën omgezet in een vorm die planten kunnen opnemen (bijv. ammonium of nitraat).

Afbraak van organisch materiaal: Bacteriën breken dode planten en dieren af en geven stikstof weer terug aan de bodem of lucht.


Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

6-I. Juist of onjuist? Zonder broeikasgassen in de atmosfeer was de aarde 30 graden kouder.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 37 - Quiz

This item has no instructions

6-II. Juist of onjuist? Het versterkt broeikaseffect ontstaat onder andere door meer CO2 in de atmosfeer.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 38 - Quiz

This item has no instructions

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

(An)aeroob
  • Afbraak door reducenten -anaeroob
  • Ammonificatie - anaeroob
  • Denitrificatie - anaeroob
  • Nitrificatie - aeroob (chemosynthese)

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Slide 41 - Video

This item has no instructions

8.4
Je legt de invloed uit van biotische en abiotische 

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

8. Denitrificerende bacteriën maken...
A
N2
B
NO3-

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

8. Stikstofbindende bacteriën gebruiken...
A
N2
B
NO3-

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Steekproef

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Vangen-merken-terugzetten
  • N = populatiegrootte
  • M = aantal individuen eerste keer vangen
  • Nv = aantal individuen tweede keer vangen
  • Mv = aantal gemerkte dieren tweede keer vangen
  • N = (Nv/Mv)xM

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

8.5
Duurzaamheid
Ecologisch evenwicht
Draagkracht
Accumulatie

Slide 49 - Slide

This item has no instructions

11. Welk diagram geeft successie juist weer?
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 50 - Quiz

This item has no instructions

Draagkracht

Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Accumulatie

Slide 52 - Slide

This item has no instructions

  • Bruto en netto primaire productie, voedselconversie
  • Piramides van ecosystemen
  • Koolstofkringloop, versterkt broeikaseffect
  • Stikstofkringloop, ammonificatie, nitrificatie, uitspoeling, denitrificatie, eutrofiëring
  • Populatiegrootte
  • Successie
  • Ecologisch evenwicht, draagkracht
  • Accumulatie
  • Duurzaamheid

Slide 53 - Slide

This item has no instructions