Boek 6 les 1

• Dienstverlening en Producten
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Welkom!

⭐ Startopdracht in stilte

✍️ Opdracht (stil, individueel): woorden over de vakantie

📅 Planning

⏱ 5 min   – Startactiviteit-woordzoeker

⏱ 20 min – Instructie

⏱ 20 min – Zelfstandig werken

⏱ 30 min - KIC - sociogram

⏱ 20 min – Zelfstandig werken + aansluitend afronden

Wat weet je nog...

❓ Vraag

Wat betekenen de volgende 2 begrippen:

Mastiek - Mise en Place

💡 Denk eraan:

🤔 Eerst zelf nadenken (10 sec)

✍️ Antwoord opschrijven in hele zinnen

👥 Kort overleggen met je klasgenoot

Mastiek maken

📖 Betekenis: Voorbereidend werk dat je niet in het zicht van de gast doet.

🧺 Voorbeelden:

🧼 Schoonmaken van keuken of bar

📦 Voorraad aanvullen

🧰 Materialen controleren

🍽️ Mise-en-place

📖 Betekenis: Kleine voorbereidende taken om de gast goed te kunnen ontvangen.

🧺 Voorbeelden:

✨ Glazen en bestek poleren

🍴 Tafels opdekken

🩵 Servetten vouwen

❓ Vraag

Wat betekenen de volgende begrippen:

EHBO - BHV - AED

💡 Denk eraan:

🤔 Eerst zelf nadenken (10 sec)

✍️ Antwoord opschrijven in hele zinnen

👥 Kort overleggen met je klasgenoot

🩹 EHBO = Eerste Hulp Bij Ongelukken → helpen bij kleine of grote verwondingen.

🧯 BHV = Bedrijfshulpverlener → iemand die helpt bij brand of noodsituaties op het werk.

⚡ AED = Automatische Externe Defibrillator → apparaat dat een schok geeft bij een hartstilstand.

❓ Vraag

Wat weet jij over blusmiddelen en brandklassen? 

💡 Denk eraan:

🤔 Eerst zelf nadenken (10 sec)

✍️ Antwoord opschrijven in hele zinnen

👥 Kort overleggen met je klasgenoot

🔥 Blusmiddelen

🧯 Poederblusser → bij een kleine brand

🚿 Brandslang → bij een grotere brand

🛡️ Blusdeken → bij brand op kleding of vlam in de pan

🔥 Brandklassen

🅰️ Klasse A → vaste stoffen (hout, papier, textiel)

🅱️ Klasse B → vloeistoffen (benzine, olie, verf)

🔠 Klasse C → gassen (butaan, propaan, aardgas)

🟡 Klasse D → metalen (magnesium, aluminium, natrium)

🍳 Klasse F → vetten en oliën (frituurvet, bakolie)

❓ Vraag

Wat moet er allemaal aanwezig zijn bij een eerstehulppost?

💡 Denk eraan:

🤔 Eerst zelf nadenken (10 sec)

✍️ Antwoord opschrijven in hele zinnen

👥 Kort overleggen met je klasgenoot

🆘 Nood- en hulpposten

Als je een activiteit organiseert, moet je vaak een hulppost inrichten. Dit kan een eerstehulp- of noodhulppost zijn.

Eisen hulppost:

👀 Herkenbaar → duidelijk zichtbaar bord/pictogram

👩‍⚕️ Bezetting → minimaal 2 hulpverleners met geldig diploma

🚪 Bereikbaar → makkelijk te vinden en goed toegankelijk

🛏️ Post → brancard/tafel, vlakke vloer, goede verlichting

🔌 Voorzieningen → elektriciteit, water, sanitair (wc/douche), geluidisolatie,                   privacy

Theorie boekje 6

🎯 Leerdoelen

je leert wat catering is

je weet wat HACCP is

je weet welke materialen en gereedschappen je gebruikt in de keuken

je weet welke bereidingstechnieken er zijn

je kent de verschillende voedingsmiddelen

je weet hoe je veilig en hygiënisch moet werken 

Catering

🍽️ Catering = maaltijden en dranken verzorgen op locatie of bij bedrijven.

👨‍🍳 Cateraars bereiden eten in eigen keuken of op locatie.

🎉 Party- & eventcatering → maaltijden, drank & aankleding op feesten.

🏢 Bedrijfscatering → eten & drinken in bedrijfsrestaurants of ziekenhuizen.

☕ Bijeenkomsten → koffie, thee, koekjes of lunch verzorgen; alles netjes klaarzetten.

Wat weet je zelf al over hygiëne in de keuken?

🧼 Tekstbron 39 – Hygiënisch werken

🦠 Hygiëne = gezond werken en besmetting voorkomen.

🏭 Soorten hygiëne:

🧽 Bedrijfshygiëne → werkplek en materialen schoonhouden

🍞 Levensmiddelenhygiëne → goed bewaren en verwerken van voedsel

🤝 Sociale hygiëne → netjes met elkaar omgaan

🚿 Persoonlijke hygiëne → handen wassen, schone kleding dragen

⚙️ HACCP = regels voor voedselveiligheid (wettelijk verplicht).

📦 FIFO = first in, first out → oude producten eerst gebruiken.

📅 THT/TGT → houdbaarheidsdata voor veilig voedsel.

🥕 Schoonmaken → wassen, schillen, pellen of ontvellen.

🔪 Koksmes → bestaat uit heft en lemmet; moet scherp en schoon zijn.

🟩 Kleuren snijplanken:

Rood = rauw vlees

Blauw = vis

Groen = groente/fruit

Geel = gevogelte

Bruin = gebraden vlees

Wit = kaas/brood

✂️ Snijtechnieken:

Julienne = dunne reepjes

Brunoise = kleine blokjes

Chinoise = schuine ruitjes

🍳 Tekstbron 45 – Keukenmaterialen en apparatuur

🧰 Snijgereedschap:

🔪 Koksmes, aardappelschilmesje, kartelmes, officemes

🥣 Garde, zeef, vergiet, beslagkom

⚙️ Apparatuur:

🍲 Kooktoestel, oven, grill, frituur, bakplaat

🧇 Broodrooster, keukenmachine, snijmachine

⚠️ Veiligheid:

Niet afgeleid raken bij machines

Eerst reinigen, dan desinfecteren

Geen water bij elektrische delen gebruiken

Wil je dat ik deze samenvatting ook omzet in LessonUp-dia’s (bijv. één dia per tekstbron met icoontjes en korte bullets)? Dat zou perfect passen bij jouw lesstijl.

🧼 Tekstbron 39 – HACCP

🧼 Tekstbron 39 – Besmettingen

🔄 Kruisbesmetting -> Bacteriën gaan van het ene product naar het andere.

🧤 Na besmetting -> Je raakt eten aan met vieze handen of spullen.

🤒 Voedselinfectie -> Je wordt ziek door bacteriën in eten.

🧼 Voedselbederf -> Eten wordt slecht: het ruikt of smaakt vies.

☠️ Voedselvergiftiging -> Je wordt ziek door gifstoffen in eten.

❓ Vraag

Waarom gebruiken wij allemaal verschillende kleuren snijplanken in de keuken? 

💡 Denk eraan:

🤔 Eerst zelf nadenken (10 sec)

✍️ Antwoord opschrijven in hele zinnen

👥 Kort overleggen met je klasgenoot

Kip & gevogelte

Groente & fruit

Gaar vlees & wild

Vis

Rauw vlees & wild

Brood & kaassoorten

Als je op dezelfde snijplank eerst vlees snijdt en daarna sla, is er grote kans op:

1. Kruisbesmetting
2. Salmonella
3. Legionella
4. Bacteriën op het vlees

🔪 Tekstbron 43 – Schoonmaak- en voorbewerkingstechnieken

🥕 Schoonmaken → wassen, schillen, pellen of ontvellen.

🔪 Koksmes → bestaat uit heft en lemmet; moet scherp en schoon zijn.

🟩 Kleuren snijplanken:

Rood = rauw vlees

Blauw = vis

Groen = groente/fruit

Geel = gevogelte

Bruin = gebraden vlees

Wit = kaas/brood

✂️ Snijtechnieken:

Julienne = dunne reepjes

Brunoise = kleine blokjes

Chinoise = schuine ruitjes

THT en TGT

📅 THT = Ten minste houdbaar tot

➡️ Na deze datum is het product vaak nog goed, 

maar de smaak of kleur kan iets minder zijn.

🧃 Voorbeeld: koekjes of pakken sap met een THT-datum 

— kun je vaak nog eten na die datum.

🥩 TGT = Te gebruiken tot

➡️ Na deze datum is het product niet meer veilig om te eten.

🍗 Voorbeeld: vlees, vis of verse salade met een TGT-datum — na die dag weggooien!

🎯 Leerdoelen behaald?

je leert wat catering is

je weet wat HACCP is

je weet welke materialen en gereedschappen je gebruikt in de keuken

je weet welke bereidingstechnieken er zijn

je kent de verschillende voedingsmiddelen

je weet hoe je veilig en hygiënisch moet werken 

Opdrachten boekje 5

Taak	Zelfstandig - samenwerken klassikaal - expert - inleveren teams	Welke tekstbronnen (tb), stappenplannen (sp) of sjablonen heb je nodig?
Taak 1	2-3-4	tb 7
Taak 2	2-3-4-5-6	tb 4-6-7
Taak 3	2-3-4-5-6	tb 2
Taak 4	6 -7	tb 17 - 19
Taak 5	4- 8	tb 2 - tb 20
Taak 6	2-3-4-5-6- 7	tb 42 + stappenplan couvert
Taak 7	4	tb 42

Opdrachten boekje 5

Taak	Zelfstandig - samenwerken klassikaal - expert - inleveren teams	Welke tekstbronnen (tb), stappenplannen (sp) of sjablonen heb je nodig?
Taak 1	2-3-4-5	tb 42
Taak 2	2-3-4-5-6	tb 39
Taak 3	2-4	tb 45
Taak 4	2-3	tb 44 - tb 37
Taak 5	2-3-4-5	tb 46
Taak 6	3-4-5	tb 40
Taak 8	1

Lesafsluiting: Exitticket

📘Welke nieuwe informatie vond je vandaag het belangrijkst?

 

🏡 Hoe kun je deze kennis gebruiken in jouw eigen leven?

🔍 Wat zou je nog verder willen leren over dit onderwerp?