4.5 Procenten

1 / 34
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1-3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

De beste wensen voor 2024!

Slide 2 - Slide

Planning 
  • iedereen aanwezig en materiaal mee?
  • telefoons op stil en in de telefoonzak?
  • herhaling van voor de kerstvakantie
  • Herkansing H3: Assenstelsels
  • uitleg 4.3 Afronden
  • werken uit het boek 
  • afsluiting 

Slide 3 - Slide

Welke waarde heeft de 6 in de volgende getallen?
7608
A
6 x 1
B
6 x 10
C
6 x 100
D
6 x 1000

Slide 4 - Quiz


In welk getal geeft de 4
de duizenden aan?
A
38 400
B
45 675
C
49 432
D
34 567

Slide 5 - Quiz


Hoeveel is de 4 waard in 38,400

A
0,4
B
40
C
0,04
D
400

Slide 6 - Quiz


Hoeveel is de 9 waard in 38,19

A
0,9
B
90
C
0,09
D
9

Slide 7 - Quiz


Wat is een veelvoud van 4?
A
17
B
12
C
10
D
3

Slide 8 - Quiz


Wat is een veelvoud van 3?
A
17
B
12
C
10
D
8

Slide 9 - Quiz


Wat is een deler van 15?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 10 - Quiz


Wat is een deler van 21?
A
2
B
4
C
6
D
7

Slide 11 - Quiz

welke stelling is juist?
A
cijfers en getallen zijn hetzelfde
B
Cijfers zijn 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9
C
getallen zijn 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 12 - Quiz

Is het cijfer 9 even of oneven?
A
even
B
oneven

Slide 13 - Quiz

Is het getal 423 even of oneven?
A
even
B
oneven

Slide 14 - Quiz

Is het getal 657199254 even of oneven?

A
Even
B
Oneven

Slide 15 - Quiz


14.000.000 spreek je uit als:
A
14 biljoen
B
14 miljard
C
14 miljoen
D
14 duizend

Slide 16 - Quiz


Schrijf met alleen cijfers:
honderdduizend tweeënvijftig
A
1.000.520
B
100.000,52
C
10.052
D
100.052

Slide 17 - Quiz


Schrijf met alleen cijfers:
zevenenveertigduizendhonderdelf
A
47.011
B
4.711
C
470.111
D
47.111

Slide 18 - Quiz


Schrijf met alleen cijfers:
vijfenvijftigduizendtweehonderdtwaalf
A
52.012
B
5.512
C
550.212
D
55.212

Slide 19 - Quiz

werken uit het boek
Wat?
4.3 Afronden: 47, 50, 51, 52, 53, 54, 57, 58, 59, 61
Hoe?
Eerst zelfstandig
Hulp?
buurman/buurvrouw 
Tijd?
20 minuten
Klaar?
Ga verder met 
4.4 Afronden in praktische situaties: 47, 50, 51, 52, 53, 54, 57, 58, 59, 61
4.5 Procenten: 78, 80, 81, 82, 83, 84, 88, 90, 91, 93, 94, 99, 100
timer
20:00

Slide 20 - Slide

4.3 Afronden
Als je afrondt op twee decimalen, dan kijk je naar het derde decimaal.
Bij het afronden op drie decimalen, kijk je naar het vierde decimaal.
Je kijkt altijd naar het eerstvolgende decimaal.

Dan geldt:
0 t/m 4: rond af naar beneden (het cijfer waarop je afrondt verandert niet).
5 t/m 9: rond af naar boven (je verhoogt het cijfer waarop je afrondt met 1).


Slide 21 - Slide

Rond af op 1 decimaal:

164,0487

Slide 22 - Open question

Rond af op 2 decimalen:

12,5498

Slide 23 - Open question

Rond af op 3 decimalen:

9,29432

Slide 24 - Open question

Rond af op een heel getal:

89,823

Slide 25 - Open question

Slide 26 - Slide

Rond af op honderdtallen:
345

Slide 27 - Open question

Rond af op duizendtallen:
11400

Slide 28 - Open question

Rond af op duizendtallen:
19500

Slide 29 - Open question

werken uit het boek
Wat?
4.3 Afronden: 47, 50, 51, 52, 53, 54, 57, 58, 59, 61
Hoe?
Eerst zelfstandig
Hulp?
buurman/buurvrouw 
Tijd?
20 minuten
Klaar?
Ga verder met 
4.4 Afronden in praktische situaties: 47, 50, 51, 52, 53, 54, 57, 58, 59, 61
4.5 Procenten: 78, 80, 81, 82, 83, 84, 88, 90, 91, 93, 94, 99, 100
timer
20:00

Slide 30 - Slide

afsluiting
Wat hebben we deze les gedaan:
*Je kunt decimale getallen afronden
*Je kunt afronden op ronde getallen


Wat gaan we de volgende les doen:
*Je kunt afronden in praktische situaties

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Slide 34 - Video