Les 1

Datase/SQL


MySql database (w3schools, Oracle Apex)




1 / 19
next
Slide 1: Slide
InformaticaMBOSpeciaal OnderwijsLeerroute 3Studiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Datase/SQL


MySql database (w3schools, Oracle Apex)




Slide 1 - Slide

Database/SQL
Contacturen:
1 lesuur per week
Thuiswerk:
als je in les niet klaar bent

Slide 2 - Slide

Database/SQL
Structured Query Language
(spreek uit als: sequel)

Dit is een databasetaal voor het formuleren van opdrachten die door een databaseserver  verwerkt wordt.

Slide 3 - Slide

Database/SQL
Database
"Een database bestaat uit een verzameling data dat door applicatie systemen wordt gebruikt voor een bepaald bedrijf, en dat wordt onderhouden door een database management systeem"

Database taal
"Met een Database taal kunnen opdrachten (=instructies) aan een databasserver worden geformuleerd, dat door gebruikers wordt ingevoerd met speciale programma's"

Database server (=dbms : database management system)

"Een databaseserver heeft een verzameling programma's dat gebruikers de mogelijkheid geeft een database te creëren en te onderhouden"

Slide 4 - Slide

Van Model naar Database
Conceptueel Model
Dit model beschrijft de structuur van en de relaties tussen de conceptuele gegevensobjecten, genaamd entiteiten. De grafische vastlegging van het conceptuele datamodel gebeurt veelal in een Entity Relationship Diagram (ERD)
V
Logisch Model
Dit model beschrijft de structuur van en de referenties tussen de logische gegevensobjecten, genaamd tabellen. Het conceptuele model is verbonden aan het logische model doordat entiteiten worden omgezet in tabellen (of preciezer: tabeldefinities), en doordat relaties worden omgezet in foreign key constraints.
V
Fysiek Datamodel
Dit model beschrijft de manier waarop gegevens in een individuele database zijn opgeslagen.

Slide 5 - Slide

Conceptueel Model
Entiteit: Een entiteit is 'iets' dat op zich zelf kan bestaan, bijv: leerling, docent, vak, lokaal, klas.

Attribuut: Entiteiten hebben verschillende eigenschappen met verschillende waarden, attributen genaamd. Ze verschaffen meer informatie over de entiteiten waartoe ze behoren.
Bijv. voor de Entiteit KLAS, de attributen klasnaam, aantal_deelnemers, studierichting,
Voor de entiteit LEERLING, de attributen leerlingnummer, voornaam, achternaam, etc.

Instantie: Er zijn binnen een school meerdere leerlingen. Elke leerling is een element v.d. entiteit LEERLING. De leerling met leerlingnummer 1234 en naam Henk is een instantie van LEERLING, en zo is ook de leerling met leerlingnummer 1235 en de naam Johan een instantie van de entiteit LEERLING.

Slide 6 - Slide

Conceptueel Model
Het Conceptueel Model wordt vaak geheel of gedeeltelijk gepresenteerd in een grafische vorm, genaamd het ERD  (=Entiteit-Relatie-Diagram).

Het Conceptueel Model wordt daarom ook wel een ERM (=Entiteit-Relatie-Model) genoemd.

Het ERD legt de nadruk op relaties tussen entiteiten.
Het vormt een goede basis voor een relationele database.

Slide 7 - Slide

Fysiek Datamodel
Het conceptuele model is de basis voor de verdere ontwikkeling van de database.
De volgende stap is het omzetten van het conceptuele model in een relationeel databasedesign, ook wel het fysiek model genoemd.

Hierbij worden de entiteiten, attributen, relaties en unieke identifiers vertaald naar de objecten die in een relationele database worden gebruikt.

Een relationele database is een DB die bestaat uit objecten die in tabelvorm worden opgeslagen. Deze tabellen zijn 2-dimensionaal.
Tussen de tabellen kunnen één of meer relaties betaan.

Slide 8 - Slide

Fysiek Model
Een tabel heeft een tabelnaam.

De tabel bestaat uit rijen, kolommen en vakjes, die we velden noemen.

Het attribuut is de naam van de kolom.

Een record is een rij in de tabel.

Slide 9 - Slide

Inconstitentie en redundantie
Wat valt je hieraan op…..?

Slide 10 - Slide

Inconsistentie: de juistheid van de gegevens

Slide 11 - Slide

Redundantie: meervoudig opslaan van gegevens

Slide 12 - Slide

Afsplitsing van Data

Slide 13 - Slide

Resultaat: losse tabellen, relaties en sleutels

Slide 14 - Slide

DML = Data Manipulation Language
Is de taal element dat het mogelijk maakt met de kern-instructies INSERT, UPDATE, DELETE, and MERGE om de data te manipuleren in een database server

SELECT
: Retourneert rijen uit de database en geeft toegang tot de selectie van één of meerdere rijen of kolommen van één of meerdere tabellen van de database.

INSERT: Voegt één of meer nieuwe rijen toe aan een tabel of view in een database.

UPDATE: Veranderd bestaande gegevens in één of meerdere kolommen van een tabel in een database.

DELETE: Verwijderd rijen van een tabel of view.

MERGE: Voert een INSERT, UPDATE of een DELETE opdracht uit op een doel table, gebasseerd op een JOIN van een bron table.

Slide 15 - Slide

DDL = Data Definition Languge
Dit is een subset van de Transact/SQL taal; de taal wordt gebruikt om databaseobjecten  te maken, zoals tables, contraints en stored procedures.

CREATE: Maakt een SQL database object (table, view, of stored procedure).

ALTER: Veranderd een bestaand object.

DROP: Verwijderd een object van een database.

TRUNCATE: Verwijderd rijen uit een tabel en maakt ruimte vrij die door deze rijen werd ingenomen.

RENAME: Veranderd de naam van een bestaand object.

Slide 16 - Slide

Voor we kunnen beginnen...
  • Hoofdstuk 1 is inleiding SQL -> zelf doorlezen
  • Hoofdstuk 2 is uitleg over de voorbeelddatabase -> goed bestuderen
  • Hoofdstuk 3 is installeren van software en database
        MySQL als database (kan ook als USBWebServer)
        WinSQL als querytool
        Uitvoeren SQL script dat de voorbeelddatabase aanmaakt en vult
  • Hoofdstuk 4 is de uitleg van het SQL script


Slide 17 - Slide

Installatie software
Installatie gids (http://www.r20.nl/Het%20SQL%20Leerboek%20V7%20-%20Installatiegids.pdf)

  • Maak een account bij Oracle Apex
  • Maak een datbase aan met naam DB-LLNnr

Slide 18 - Slide

Planning
7 lessen.
Les 1 Basiskennis en Omgeving aanmaken
Les 2 Omgeving afronden en eerste opdracht
Les 3 Uitbreiding select statement met Where
Les 4 Uitbreiding select statement met Order By
Les 5 Omgeving meerdere tabellen
Les 6 Oefenen
Les 7 toets



Slide 19 - Slide