Engels 2

• Engels
• Basisschool
• Groep 6,7

Clothing

Wich cloths do
you know?
(Weet jij al
kledingstukken in het Engels?)

Clothing 

Write this down on your erase board.

boots

a cap

a dress

earmuffs

glasses

gloves

a hat

a jacket

jeans 

leggings gloves

pajamas

pants 

rain coat

a scarf

a shirt 

shoes 

shorts 

a skirt

socks 

a sweater 

a swimsuit

a t-shirt 

underpants

What are you wearing today?
(wat heb jij vandaag aan?)

Which colours do you
know in English?
(Welke kleuren ken je in het engels?)

Which colours are you wearing today?
(Welke kleuren draag je vandaag)

What is the dutch word of blue?

1. blauw
2. paars
3. zwart
4. oranje

What is the dutch word of coat?

1. schoenen
2. laarzen
3. jas
4. sjaal

What is the dutch word of gloves?

1. sokken
2. pet
3. badpak
4. handschoenen

Wat is het Engelse woord voor
bruin ?

Wat is het Engelse woord voor
broek ?

Wat is het engelse woord voor een trui?

dress

boots

socks

hat

Sleep de plaatjes naar het goede woord

underpants

shoes

coat

skirt

shirt

gloves

Write five word down that you have learned today
(Schrijf vijf woorden op de je vandaag hebt geleerd)

Hoe vond je deze les?

well done