23 februari

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken 4D, t/m 5. 
  • "Kleuren" 4D
  • Vertalen 4D
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Wat doen we vandaag?
  • Vragen grammatica?
  • Bespreken 4D, t/m 5. 
  • "Kleuren" 4D
  • Vertalen 4D

Slide 1 - Slide

Vragen grammatica?

Slide 2 - Open question

Geen vragen (meer)?
  • Maak maar twee rijtjes.... 

Slide 3 - Slide

ἐν ᾧ οἱ ἄνδρες ἀλλήλοις διελέγοντο, ἡ δούλη ὡς τάχιστα εἰς
τὸν γυναικῶνα εἰσῆλθεν.

Slide 4 - Open question

ἐνταῦθα τῇ τῆς Εὐρυκλείας μητρὶ ἔφρασεν, τίνες ἄνδρες ἐν τῷ ἀνδρῶνι πάρεισιν.

Slide 5 - Open question

τί βουλόμενοι πάρεισιν; ἤρετο ἡ Κρέουσα.

Slide 6 - Open question

ἆρα μὴ περὶ γάμου τοῦ
Διονυσοδώρου καὶ τῆς Εὐρυκλείας διαλέγεσθαι βούλονται;

Slide 7 - Open question

οὐκ ἐπίσταμαι, ἡ δούλη ἀπεκρίνατο, ἀλλ’ οἴομαι ...

Slide 8 - Open question

ἡ δὲ Κρέουσα ἀνεβόησεν· σίγα·

Slide 9 - Open question

σοὶ γὰρ δούλῃ οὔσῃ οὐ
προσήκει τὴν γνώμην ἀποκαλύπτειν.

Slide 10 - Open question

τότε δὴ ἡ δούλη ἐκ τοῦ γυναικῶνος ἐξῆλθεν.

Slide 11 - Open question

ἡ δὲ μήτηρ τῇ Εὐρυκλείᾳ εἶπεν·

Slide 12 - Open question

ὦ φίλη θύγατερ, ὁ σὸς πατήρ, οἶμαι, τῷ
Ἀπολλωνίῳ περὶ τοῦ γάμου σου καὶ Διονυσοδώρου διαλέγεται.

Slide 13 - Open question

ἀθλία δ’ εἶ, τέκνον ἐμόν· ὁ γὰρ Διονυσόδωρος χωλός ἐστιν.

Slide 14 - Open question

ἔπειτα ἡ μὲν μήτηρ τε καὶ ἡ θυγάτηρ ἐδάκρυσαν,

Slide 15 - Open question

αἱ δ’ ἔτι παροῦσαι δοῦλαι ὑπεξῆλθον ἐκ τοῦ γυναικῶνος, τὰς δύο γυναῖκας καταλιποῦσαι.

Slide 16 - Open question

πολὺν οὖν χρόνον ἡ Κρέουσα καὶ ἡ Εὐρύκλεια ἐδάκρυον,
λυπούμεναι ἐπὶ τῇ τῶν γυναικῶν τύχῃ.

Slide 17 - Open question

ἐξαίφνης δ’ ὁ Ἀρχιάδης εἰς τὸν γυναικῶνα εἰσῆλθεν καὶ ταῖς γυναιξὶν εἶπεν·

Slide 18 - Open question

ἀγαθὴν ἀγγελίαν ὑμῖν ἀγγέλλω·

Slide 19 - Open question

ὁ γὰρ Διονυσόδωρος, νεανίας πλουσίου οἴκου, τὴν Εὐρύκλειαν γαμεῖν βούλεται.

Slide 20 - Open question

εὐφραίνεσθε δὴ σὺν ἐμοί, καὶ δὴ καὶ σύ, ὦ Εὐρύκλεια, εὐφραίνου.»

Slide 21 - Open question


Slide 22 - Open question


Slide 23 - Open question

A Werkwoord
B Voornaamwoord

Slide 24 - Slide

Opdracht bij de tekst
  • Kleur in elke zin:
  • De persoonsvorm.
  • Andere werkwoordsvormen in een andere kleur.
  • Alle Nominativi in een andere kleur.
  • Alle directe en indirecte objecten ieder in een andere kleur.
  • (Dus: lijdend voorwerp en meewerkend voorwerp).

Slide 25 - Slide

Opdracht bij de tekst
  • Benoem ieder woord in de zin.
  • Bij naamwoorden: geef naamval, geslacht, getal
  • Bij werkwoorden: geef modus, tijd, these, aspect, persoon.
  • Geef bij naamwoorden de (vermoedelijke) functie in de zin, of geef aan of dit een vaste aanvulling is (waarbij?)

Slide 26 - Slide

Oefeningen 1
  • 1  

Slide 27 - Slide

Aan het werk.
  • Leer de woordjes en grammatica t/m 4C
  • Kleur 4D, t/m 15. 
  • Vertaal 4D, t/m 10. 
  • Werk aan het PO.

    Dit is ook huiswerk. 

Slide 28 - Slide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 29 - Open question

Wat is nog onduidelijk?
Waar wil je meer over weten?

Slide 30 - Open question