Vragen P1, P2, P3

P1 Weer en klimaat
1 / 32
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

P1 Weer en klimaat

Slide 1 - Slide

5 belangrijke
weerelementen

Slide 2 - Mind map

Noem de vijf klimaatfactoren

Slide 3 - Open question

Welke weerelementen horen niet bij het klimaat
A
Gem. Temperatuur
B
Breedte ligging
C
Gem. Neerslag
D
Hoogte ligging

Slide 4 - Quiz

Op welke breedte vind je
hogedruk gebieden?
A
0 graden NB
B
30 graden NB
C
60 graden NB
D
90 graden NB

Slide 5 - Quiz

Welk type neerslag vind je in noord Spanje (noordewind)
A
Stijgingsneerslag
B
Stuwingsneerslag
C
Frontale neerslag
D
Geen neerslag

Slide 6 - Quiz

Landklimaat. Warmste maand warmer dan 10 g C en koudste maand kouder dan -3 g C
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

Welk klimaat vind je niet in Spanje maar wel in de VS
A
Tropisch klimaat
B
Steppeklimaat
C
Landklimaat
D
Hooggebergteklimaat

Slide 8 - Quiz

Woestijnen ontstaan door...
A
Hoge temperatuur
B
Weinig leerslag

Slide 9 - Quiz

P2 Bevolking en ruimte
Bij bevolking en ruimte gaat het om bevolkingsspreiding, bevolkingsontwikkeling, migratie, de ontwikkeling van de stad, voorzieningen, push / pull factoren

Slide 10 - Slide

In Nederland en Duitsland wonen ongeveer 75% mensen met zonder een migragieachtergrond
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

In 2060 heeft in Duitsland het leeftijdsdiagram de vorm van een...
A
Pyramide
B
Granaat
C
Urn

Slide 12 - Quiz

In Amsterdam is sinds 1950 sprake van urbanisatie, suburbanisatie (1960) en reurbanisatie (1985)
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

In Duitsland en Nederland is er rond 1960 een grote verandering in de natuurlijke bevolkingsgroei
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

In het oosten van NL en het oosten van D is sprake van groeiregio's
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

De ontwikkeling van steden in het Ruhrgebied verklaar je met het groeimodel vanuit het stadscentrum
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Meer voorzieningen hebben een positief effect op krimp-regio's. Mensen willen er dan graag wonen.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Door de 1-kindpolitiek zijn er circa 400 miljoen minder Chinezen geboren (demografie)
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Door urbanisatie is de welvaartskloof tussen de rurale en urbane bevolking in China verkleind
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

P3 Water

Slide 20 - Slide

Hoeveel water wordt er per Nederlander per dag gebruikt (watervoetafdruk)
A
120 liter
B
1000 liter
C
1630 liter
D
6000 liter

Slide 21 - Quiz

Grijs water komt door chemische en/of thermische vervuiling.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quiz

Waarvoor dienen spaarbekkens in de Biesbosch?
A
waterkwantiteit
B
waterkwaliteit
C
drinkwater
D
afvalwater zuiveren

Slide 23 - Quiz

Wat kun je doen om wateroverlast in steden tegen te gaan?

Slide 24 - Open question

In het stroomgebied van de Huang He is vaak sprake van een negatieve waterbalans
A
waar
B
niet waar

Slide 25 - Quiz

1. Verval is het zelfde als verhang.
2. Debiet en Regiem houden verband met elkaar.
A
1 waar
B
1 niet waar
C
2 waar
D
2 niet waar

Slide 26 - Quiz

China heeft een enorm wateromleidingsproject. In welke richting wordt het water geleid.
A
noord > zuid
B
zuid > noord
C
oost > west
D
west > oost

Slide 27 - Quiz

Door het opraken van de aquifer is de landbouw in de Saoedisch woestijn veranderd
A
waar
B
niet waar

Slide 28 - Quiz

Door ontziltingsfabrieken is er genoeg water voor alle landen in het Midden-Oosten
A
waar
B
niet waar

Slide 29 - Quiz

Welke zijn goed bevaarbare rivieren?
A
Maas
B
Huang He (gele rivier)
C
Nijl
D
Chang Jiang

Slide 30 - Quiz

Door stuwdammen in de rivier groeien delta's waar deze rivier in zee komt.
A
in de zomer
B
in het voorjaar/najaar
C
winter
D
niet

Slide 31 - Quiz

Hogere waterstand in het IJsselmeer draagt bij tot minder verzilting in Noord-Holland
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quiz