Lesweek 5 Herhaling werkwoordspelling

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 3

herhaling spelling

Alle regels door elkaar.

Engelse werkwoorden

Wat is de juiste spelling?
Mijn vriendin ..... veel voordat ze een date heeft die haar bevalt.

1. swipt
2. swipet
3. swiped

Engelse werkwoorden

Wat is de juiste spelling?
Rosa ..... vorig jaar nog veel

1. date
2. dattede
3. datete

Engelse werkwoorden

Wat is de juiste spelling?

Als kind ..... ik graag

1. paintbalde
2. paintballde
3. paintballede

Engelse werkwoorden
Wat is de juiste spelling?

Ik heb al die documenten ....

1. gedelete
2. gedeleted
3. gedeletet

Hoeveel van die ..... dossiers heb je op je laptop staan?

1. gedownloade
2. gedownloadde

Hij stak haastig de .... weg over.

1. verbrede
2. verbreede
3. verbreedde

verbreden

Gisteren ......de stratenmakers de weg

1. verbreden
2. verbreeden
3. verbreedden

(verdienen)
Jij ... veel tijdens vakantie

1. verdienden
2. verdiendde
3. verdiende

(verdienen)
Het ..... geld was in een mum van tijd op.

1. verdienden
2. verdiendde
3. verdiende

googelen

De docent van vorig jaar .... alles wat hij niet wist.

1. goochelde
2. googlede
3. googelde

tackelen

De voetballer werd flink .....

1. getackelt
2. getackelet
3. getackeld

grillen

Toen hij vegetariër was, ..... alle groenten.

1. grillde
2. grilde
3. grillede

stressen

Bij het minste of geringste .... hij al.

1. stresde
2. stresste
3. stressde
4. streste

bridgen

Mijn oma ... iedere maandagavond

1. bridgt
2. bridged
3. bridget

aankleden

Ron .... zich snel aan toen hij het bericht hoorde.

1. klede
2. kleede
3. kleedde

aankleden

De .... Ron rende snel weg toen hij het bericht hoorde.

1. aangekleede
2. aangeklede
3. aangekleedde