2.3 + 2.4

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Doelen van deze les:

1. Kun je breuken met elkaar vergelijken?  
2. Kun je breuken vereenvoudigen? 
3. Weet je wat het teken ≠ betekent? 
4. Kun je een breuk als een decimaal getal schrijven?   
5. Weet je hoe je een decimaal getal moet afronden?     

Een breuk...

De teller staat onder de streep
de noemer staat boven de streep

1. waar
2. niet waar

Is dit de teller of de noemer?

​8​​6​​

1. teller
2. noemer

Vul in <, > of =

1. <
2. >
3. =

Vul in <, > of =

Tip: maak de breuk gelijknamig

1. <
2. >
3. =

Vul in <, > of =

1. <
2. >
3. =

Breuken vereenvoudigen

6/8 = ...

1. 1/4
2. 3/4
3. 1/2
4. 2/2

Breuken vereenvoudigen

18/36

1. 18/36
2. 9/18
3. 3/6
4. 1/2

Breuken vereenvoudigen

21/36=

1. 7/12
2. 4/18
3. 3/5
4. 2/3

Breuken vereenvoudigen

45/80 =

1. 22.5/40
2. 90/180
3. 9/16
4. 1/2

Is ongelijk aan

Welke breuk is gelijk aan 1/2?

1. 4/8
2. 26/50
3. 9/14
4. 10/12

Welke breuk is ongelijk aan 1/2?

1. 4/8
2. 25/50
3. 9/14
4. 6/12

Vul in <, > of =

1. <
2. >
3. =

Vul in <, > of =

1. <
2. >
3. =

tiende

honderdste

duizendste

0,1

0,01

0,001

1/10

1/100

1/1000

Schrijf als decimaal getal:

​5​​3​​

Schrijf als decimaal getal:

​200​​9​​

Schrijf als decimaal getal:

1​500​​13​​

Hoe moet ik afronden?

Rond af op 1 decimaal:
9,4618

Rond af op 1 decimaal:
0,63821

Rond af op 2 decimalen:
45,4545

Doelen van deze les:

1. Kun je breuken met elkaar vergelijken?  
2. Kun je breuken vereenvoudigen? 
3. Weet je wat het teken ≠ betekent? 
4. Kun je een breuk als een decimaal getal schrijven?   
5. Weet je hoe je een decimaal getal moet afronden?     

Kun je nu aan de slag?

😒🙁😐🙂😃

Einde uitleg...

Ga actief aan de slag met het hoofdstuk!

Pak je boek, schrift en je planner.