Burgerschap - Kiezen 1

• Burgerschap
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 2

Les 1: Vrijheid

Waar denk je aan bij het woord 'Vrijheid'?

Stelling: Ik heb me wel eens onveilig gevoeld in Nederland

Ja, eens

Nee, oneens

Vrijheid

• Je eigen keuzes maken
• Je veilig voelen
• Zeggen wat je wilt of denkt
• Je niet laten tegenhouden door andere mensen
• Grenzen aan vrijheid: geweld mag niet

Wat is NIET belangrijk bij vrijheid?

1. Dat je kunt zeggen wat je wilt
2. Dat je mag schelden tegen wie je wilt
3. Dat je kunt doen wat je wilt
4. Dat je je veilig voelt

Schrijf op wat je nu weet over vrijheid

Wat is een keuze? Kies A of B

A

B

Je mening geven

• Je mag zeggen wat je vindt of denkt
• Je mag iets zeggen over iemand of iets
• Je mening is heel erg persoonlijk
• Je kunt verschillen van mening met je buurman
• Vrijheid van meningsuiting: mogen zeggen wat je mening is

Stelling: ik geef altijd mijn mening en durf dat ook te geven!

Ja, eens

Nee, oneens

Waar of niet waar: je hebt de vrijheid om je mening te geven over iets

1. Waar
2. Niet waar

Kwetsen: gevolg van je mening

• Je mening geven is soms moeilijk
• Het kan positief of negatief zijn als je een mening geeft
• Voorbeeld positieve mening: ik vind dat je een hele mooie rok aan hebt!
• Voorbeeld van kwetsen: Je ziet er echt niet uit
• Kwetsen: met je mening iemand pijn doen

Waar of niet waar: je mening kan zowel negatief als positief zijn

1. Waar
2. Niet waar

Geef een voorbeeld van een mening

Opdracht: je mening geven

1. Maak een tweetal met de persoon naast je
2. Schrijf 1 positieve mening over de persoon naast je op 
3. Schrijf ook 1 negatieve mening over de persoon naast je op
4. Bespreek met je tweetal je antwoorden
5. Klasse discussie!

Wat kreeg je voor mening uit de opdracht van net?

Ik snap nu hoe ik mijn mening kan geven

Ja, mee eens

Nee, mee oneens

Rechten & plichten

• Recht: iets wat je mag zeggen of mag doen
• Plicht: iets wat je moet doen 
• Rechten en plichten gelden voor alle mensen op de wereld
• Voorbeeld recht: je mag je mening geven
• Voorbeeld plicht: je moet tot je 16e verplicht naar school!

Opdracht: schrijf op of het een plicht of recht is

1. Je mening geven
2. Een tas kopen in de winkel
3. Geld verdienen als je iets wilt kopen
4. Zwemles nemen
5. Belasting betalen 

Waar of niet waar?: een recht en een plicht zijn hetzelfde

Waar

Niet waar

Mensenrechten

• Mensenrechten: rechten die gelden voor alle mensen 
• Op de wereld is iedereen gelijk
• Voorbeeld: je mag zelf kiezen met wie je gaat trouwen
• Per land of gebied zijn mensenrechten verschillend
• Nederland heeft veel vrijheid: veel mensen rechten

Wat is NIET waar over mensenrechten?

1. Mensenrechten zijn er overal
2. Mensenrechten zijn wat je mag doen als mens
3. Niet ieder land heeft dezelfde mensenrechten
4. Mensenrechten zijn in alle landen hetzelfde

Wat was er vroeger anders bij vrijheid?

Vrijheid is iets heel belangrijks!