This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Leesvaardigheid (afbeeldingen)
Slide 1 - Slide
DOEL
WE WETEN WAAROM ER EEN AFBEELDING BIJ EEN TEKST STAAT.
Slide 2 - Slide
Ik weet nog wat tekstdoelen zijn.
😒🙁😐🙂😃
Slide 3 - Poll
Wat is de functie van deze afbeelding?
A
aantrekkelijk maken
B
informatie toevoegen
C
verduidelijken
D
aandacht trekken
Slide 4 - Quiz
Wat is de functie van deze afbeelding?
A
leuker maken
B
verduidelijken
C
informatie toevoegen
D
aandacht trekken
Slide 5 - Quiz
Wat is de functie van deze afbeelding?
A
aandacht trekken
B
verduidelijken
C
leuker maken
D
informatie toevoegen
Slide 6 - Quiz
Wat is de functie van deze afbeelding?
A
informatie toevoegen
B
aandacht trekken
C
verduidelijken
D
leuker maken
Slide 7 - Quiz
Wat is de functie van deze afbeelding?
A
aandacht trekken
B
verduidelijken
C
aantrekkelijk maken
D
informatie toevoegen
Slide 8 - Quiz
Wat is de functie van deze afbeelding
A
duidelijker maken
B
aantrekkelijk maken
C
informatie toevoegen
D
leuker maken
Slide 9 - Quiz
Wat is de functie van deze afbeelding?
A
aandacht trekken
B
informatie toevoegen
C
aantrekkelijker maken
D
verduidelijken
Slide 10 - Quiz
Welke functie heeft de afbeelding in deze tekst?
A
de aandacht trekken
B
de tekst aanvullen met nieuwe informatie
C
de tekst duidelijker maken
D
de tekst verfraaien
Slide 11 - Quiz
Slide 12 - Slide
Tekst en afbeeldingen
Vaak staan er afbeeldingen bij een tekst, zoals foto’s, tekeningen, schema’s, (land)kaartjes en tabellen.
Die afbeeldingen staan er met een bepaald doel:
1: De schrijver wil extra informatie geven, zodat de lezer de tekst beter begrijpt. Hij zet bijvoorbeeld informatie uit de tekst overzichtelijk in een schema of tabel. Of hij laat op een landkaartje zien waar de plek ligt die in de tekst genoemd wordt.
2: De schrijver wil de tekst leuker maken. Hij kiest een afbeelding die bij de tekst past en die de aandacht van de lezer trekt.
Slide 13 - Slide
Bekijk en lees de tekst
'Zeven dingen die je nog niet wist over snot'
Slide 14 - Slide
Bekijk de tekst
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
neuspeuteren
B
hoe je neus werkt
C
snuiten
D
snot
Slide 15 - Quiz
Wat voor soort tekst is dit?
A
artikel van internet
B
een gebruiksaanwijzing
C
een krantenbericht
D
een reclametekst
Slide 16 - Quiz
Wat is het doel van tekst 1?
A
De schrijver wil je amuseren.
B
De schrijver wil je iets laten doen.
C
De schrijver wil zijn mening geven.
D
De schrijver wil je informeren.
Slide 17 - Quiz
Bij welk weetje staat geschreven waar snot goed voor is?
A
weetje 1
B
weetje 2
C
weetje 3
D
weetje 4
Slide 18 - Quiz
Wat is een ‘loopneus’ (weetje 4)?
Slide 19 - Open question
Je kunt beter je neus ophalen dan hem snuiten (weetje 5). Waarom is dit jammer voor de mensen om je heen?
Slide 20 - Open question
Wat is het doel van de foto bij deze tekst?
A
de foto geeft extra informatie
B
de foto is bedoeld om de tekst leuker te maken
Slide 21 - Quiz
Bij welk weetje staat geschreven of snot goed voor je is?
A
weetje 4
B
weetje 5
C
weetje 6
D
weetje 7
Slide 22 - Quiz
Als je nog een passende afbeelding bij de tekst moet zoeken, wat voor afbeelding zou dit dan zijn?
Slide 23 - Open question
Wat is het doel van jouw afbeelding?
Slide 24 - Open question
Ik weet nu wat de functies zijn van afbeeldingen bij een tekst.
😒🙁😐🙂😃
Slide 25 - Poll
Klaar
Laptop dicht, lesboek open. Maak nu blz. 142-143 opdr. 1