Verbranden en verwarmen

Hoofdstuk 3
1 / 43
next
Slide 1: Slide
naskMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

Planning
Uitleg / herhaling
Zelfstandig werken:
  • Quiz vragen maken
  • Samenvatting maken

Slide 2 - Slide

warmtebronnen
programma
Aan het einde van de les weet je:
  • wat warmte is 
  • wat chemische energie is
  • het verschil tussen warmte en temperatuur
  • welke soort warmtebronnen er zijn
  •  samenvatting maken  3.1 , 3.2 + 3.4

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Het verschil tussen warmte en temperatuur
  • Warmte is een vorm van Energie
  • Temperatuur is niet hetzelfde als warmte
  • Door warmte toe te voegen (=verhitten) of juist warmte weg te halen (=koelen) kun je de temperatuur van voorwerpen/stoffen  veranderen

Slide 5 - Slide

warmtebronnen die op chemische Energie werken:
  • brandstoffen bevatten chemische Energie, want verbranden is een chemische reactie (de brandstof verandert in andere stoffen= chemie).
  • bij verbranden gebeurt dit: 
    chemische Energie---> warmte Energie
  • voorbeelden van warmtebronnen die werken op chemische energie:
     - koken op aargas,
    - een houtvuurtje,
    - een barbecue die op briketten of kolen werkt (NOEM ALTIJD DE BRANDSTOF ERBIJ!!!)

Slide 6 - Slide

warmtebronnen die op elektrische Energie werken:
  • Er zijn veel elektrische apparaten die  elektrische  Energie kunnen omzetten in  warmte Energie dus: elektrische Energie ---> warmte Energie
  • voorbeelden van warmtebronnen die werken op elektrische  energie:
     - koken met elektrisch fornuis, (noem elektisch erbij in dit geval!!!)
    - een strijkijzer,
    - een barbecue die op elektriciteit  werkt, (noem elektisch erbij)
    - een broodrooster enz. 

Slide 7 - Slide

water verwarmen
  1. je verbrandt aardgas
  2. de pan wordt warm
  3. de pan geeft de warmte door aan het water
  4. het water warmt op
  5. meer water opwarmen duurt langer, kost meer Energie

Slide 8 - Slide

maak nu zelfstandig paragraaf 5.1
timer
10:00

Slide 9 - Slide

5.1 en 5.2
  • bespreken hw en verbeteren
  • uitleg c.v. installatie
  • hw: leren 5.1 en 5.2 en maken t/m 25 

Slide 10 - Slide

 aardgas verbranden: de centrale verwarming
- In cv ketel wordt aardgas verbrand
- warme verbrandingsgassen verhitten de warmtewisselaar
- het water in de warmtewisselaar wordt warm 
- warm water stroomt (van beneden naar boven)
- daarom pomp nodig als cv op zolder staat

Slide 11 - Slide




  • is er te weinig zuurstof dan ontstaat er ook koolstofmonoxide
  • koolstofmonoxide is dodelijk
verbranding in cv ketel: er moet genoeg zuurstof zijn 
Goed= er is voldoende zuurstof: 

  • aardgas+ zuurstof--> koolstofdioxide + waterdamp
  • je ziet een blauwe vlam
Fout= er is onvoldoende zuurstof: 
  • aardgas + zuurstof--> waterdamp+ koolstofmonoxide + roet
  • je ziet een gele vlam
  • koolstofmonoxide is een dodelijk, zwaar, kleurloos en geurloos gas

Slide 12 - Slide

 hw: leren 5.1 en 5.2 en maken t/m 25
timer
10:00

Slide 13 - Slide

programma 28 jan 
  • demoproef
  • in stilte verder werken met 26 t/m 34 (10 minuten)
  • vragen?
  • uitleg par 3 
  • maken t/m 34

Slide 14 - Slide

Aan het einde van deze les weet je:
  • wat de brandvoorwaarden zijn
  • wat de reactieverschijnselen zijn bij brand

Slide 15 - Slide

Welke voorwaarden zijn er nodig om brand te krijgen

Slide 16 - Open question

verbrandingsdriehoek

Slide 17 - Slide

blussen




1. afkoelen tot onder ontbrandingstemperatuur
2. zuurstof weghalen
3. brandstof weghalen

Slide 18 - Slide

par 5.3 brand
  1.  demoproef:gummibeer met kaliumchromaat (terwijl ik voorbereid beginnen jullie aan onderdeel 2)
  2. afmaken en bespreken par 5.3
  3. t/m 50 + 53 t/m 60
  4. aanvang 5.4 geleiding
programma 4 februari

Slide 19 - Slide

Transport van Warmte
warmte verspreid zich van een hoge temperatuur naar een lage temperatuur= warmtestransport

- Geleiding
- Stroming
- Straling

Slide 20 - Slide

programma 7 feb
  • inhaalafspraken?
  • vervolg uitleg geleiding
  • bespreken moeilijke opd t/m 60
  • intro stroming
  • hw: leren t/m 5.5 en maken t/m 76

Slide 21 - Slide

Warmte transport Staal: goede warmtegeleider

Kunstof: isolator, slechte warmtegeleider

Warmte transport via geleiding Voorwaarde:
Er moet contact zijn tussen de stof die warmte opneemt en de stof die warmte opneemt.



  • Warmtegeleider: neemt makkelijk warmte op maar geeft het ook snel door (b.v. metaal)
  • Warmte-isolator: geeft niet makkelijk warmte door. (b.v. hout of kurk)
  • Isoleren = warmtetransport tegengaan.
  • Dit lukt goed met een laagje stilstaande lucht of een vacuum b.v. dekbed, thermoskan, dubbelglas.

Slide 22 - Slide

programma 11 februari 

- practicum
- hw afmaken par 5 is hw voor vrijdag
  • programma 14 februari
  • afmaken practicum warmte (5 minuten)
  • theorie stroming en straling
  • nakijken hw en bespreken  moeilijke opdrachten
  • hw voor a.s. dinsdag maken t/m 85 en 89 t/m 102

Slide 23 - Slide

warmtetransport via stroming
  • gassen en vloeistof kunnen warmte transporteren(=vervoeren) via stroming
  • als stoffen opwarmen zetten ze uit waardoor de dichtheid kleiner wordt.
  • daarom stijgen warme gassen en vloeistoffen op en dalen koude gassen en vloeistoffen

Slide 24 - Slide

Stroming
beweging van lucht door warmte: convectie

Slide 25 - Slide

warmtetransport via straling
  • warmtestraling = infraroodstraling of i.r.
  • voor warmtetransport via straling is géén tussenstof nodig
  • donkere en doffe voorwerpen nemen makkelijk i.r. op en worden warmer
  • glimmende en lichte voorwerpen weerkaatsen veel i.r. straling

Slide 26 - Slide

programma
  • afronden paragraaf 5.5 en 5.6
  • demo proef
  • hw leren hst 5 en maken test jezelf (blz 43) t/m opgave 18

Slide 27 - Slide

Warmteverlies
Door gaten, kieren en openstaande deuren en ramen
verdwijnt warmte via stroming.

Door muren, dichte ramen en deuren
gaat warmte door geleiding naar buiten.

Warmteverlies gaat door straling door al het glas.

Slide 28 - Slide

programma  3 maart
  • toets hst 5 op 6 maart 
  • vragen over test jezelf?
  • bespreken test jezelf
  • afmaken practicumdossier?
  • oefenquiz?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Video

je donzen dekbed voorkomt dat jij warmte verlies via
A
straling
B
geleiding
C
stroming

Slide 31 - Quiz

Wat koelt het snelste af?
1 L warm water in
A
in een metalen pan met een groot oppervlakte
B
in een metalen diepe pan met een klein oppervlakte
C
in een glazen schaal met een groot oppervlakte
D
in een diepe glazen schaal met een klein oppervlakte

Slide 32 - Quiz

In de centrale verwarming zit water, dat zorgt dat er warmtetransport is door
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 33 - Quiz

welke manier van warmtetransport merk je vooral als je hand boven een vlam is?
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 34 - Quiz

Welke vorm van warmtetransport gebruikt de zon om de aarde te verwarmen?
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 35 - Quiz

welke manier van warmtetransport merk je als je vingers vlak naast een vlam zijn?
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 36 - Quiz

Er is contact tussen twee vaste stoffen. De warmte gaat van de ene vaste stof naar de andere vaste stof.
Welke warmteoverdracht bedoelen we hier?
A
straling
B
stroming
C
geleiding

Slide 37 - Quiz

Als aardgas niet volledig verbrandt, ontstaat er een giftige stof.
welke stof is dit?
A
koolstofdioxide
B
kalkwater
C
roet
D
koolstofmonoxide

Slide 38 - Quiz

Wat is de brandstof in een cv-ketel?
A
Aardgas
B
houtskool
C
hout
D
water

Slide 39 - Quiz

Waar mee kun je koolstofdioxide aantonen
A
kalkwater
B
kopersulfaat
C
gloeiende houtspaander

Slide 40 - Quiz

Wat is het gevaar van koolstofmonoxide
A
giftig
B
het is niet gevaarlijk
C
je ziet het niet
D
je ruikt het niet

Slide 41 - Quiz

als je graag wilt dat de radiator zoveel mogelijk warmte uitstraalt kan die het beste:
A
wit en glimmend geverfd worden
B
wit en dof geverfd worden
C
zwart en glimmend geverfd worden
D
zwart en dof geverfd worden

Slide 42 - Quiz

Als je een brand blust met water, dan dooft het vuur omdat:
A
je de zuurstof weg haalt
B
je de brandstof weg haalt
C
water een niet brandbaar laagje over je huis legt
D
je afkoelt tot onder de ontbrandingstemperatuur

Slide 43 - Quiz