What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Bijvoeglijk naamwoord
Doel
Aan het einde van de les kunnen we een bijvoeglijk naamwoord in de zin aanwijzen.
1 / 16
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
This lesson contains
16 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Doel
Aan het einde van de les kunnen we een bijvoeglijk naamwoord in de zin aanwijzen.
Slide 1 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord staat meestal vóór het zelfstandig naamwoord:
die
bekende
, heel
goede
zangeres (=zn).
de hele
grote
en
knappe
reus
Soms staat het bijvoeglijk naamwoord verderop in de zin:
Die zangeres is heel
goed
en bij het grote publiek
bekend
.
Slide 2 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord heeft vaak een korte vorm (zonder -e) en een lange vorm (met een -e): knap – knappe; dwaas – dwaze; lief – lieve.
Slide 3 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord kent de ‘trappen van vergelijking’: stellende trap (knap) – vergrotende trap (knapper) – overtreffende trap (knapst).
Slide 4 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord heeft maar één vorm en eindigt meestal op -en: koperen, houten
maar niet altijd: een
aluminium
tennisracket.
Het staat altijd vóór het zelfstandig naamwoord en het heeft géén trappen van vergelijking.
Slide 5 - Slide
Bijvoeglijk naamwoord
Sommige bijvoeglijke naamwoorden zijn gemaakt van een werkwoord:
de
gebroken
arm
de
gevallen
jongen
Slide 6 - Slide
QUIZ
Slide 7 - Slide
Die jongen daar is erg aardig.
A
jongen
B
aardig
Slide 8 - Quiz
De stoffen bank ligt erg lekker.
A
lekker
B
stoffen
C
bank
D
ligt
Slide 9 - Quiz
Het lieve meisje loopt in de gang.
A
lieve
B
meisje
C
gang
Slide 10 - Quiz
Heb jij de moeilijke vraag beantwoord?
A
vraag
B
moeilijke
Slide 11 - Quiz
Ik vind die tas erg mooi.
A
mooi
B
tas
Slide 12 - Quiz
Jij vindt hem zeker knapper.
A
hem
B
knapper
C
jij
D
zeker
Slide 13 - Quiz
De gemaakte deur kan weer open.
A
deur
B
gemaakte
C
open
D
weer
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Zelfstandig werken
- Overleggen mag, maar hou het bij fluisteren :)
- Steek je vinger op bij vragen.
- Eerder klaar? --> Lezen uit je leesboek of huiswerk maken.
- Tot 14:00 daarna kijken we samen naar de oplossing.
Slide 16 - Slide
More lessons like this
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
-
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Bijzondere trappen van vergelijking
March 2022
-
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo, mavo
Leerjaar 1
Numo
Zinnen ontleden - Quiz
February 2024
-
12 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo
Leerjaar 1
Quiz!
Digi-doener! | Dierenverhalen
December 2023
-
9 slides
Computational thinking
Basisschool
Groep 6-8
Stichting FutureNL
Digi-doener! VO | Dierenverhalen
November 2021
-
9 slides
Computational thinking
Nederlands
Middelbare school
Leerjaar 1,2
Stichting FutureNL
Groep 4 | taal | werkwoorden
August 2025
-
24 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
TisTaal by Dutchily E.E.
Groep 4 | taal | werkwoorden
July 2025
-
24 slides
Nederlands
Taal
+2
Basisschool
Groep 4
TisTaal by Dutchily E.E.
Digi-doener! | Dierenverhalen in Scratch
January 2024
-
11 slides
Computational thinking
Nederlands
+1
Basisschool
Groep 6-8
Stichting FutureNL