This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
H2.2 Hellenisme
Slide 1 - Slide
Doelen
Je kan:
- verklaringen geven voor de succesvolle veroveringen van Alexander de Grote;
- uitleggen wat Hellenisme betekent en waar het naar verwijst;
- uitleggen welke gevolgen de veroveringen van Alexander hadden op de bekende wereld.
Slide 2 - Slide
De bruiloft in Susa
Lezen van de Casus (H2.2)
Slide 3 - Slide
Leg uit wat de symbolische betekenis van het huwelijk was.
Slide 4 - Open question
Leg uit wat de dieperliggende betekenis van het huwelijk was.
Slide 5 - Open question
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Alexander's eigen kwaliteiten
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Alexander
De farao Alexander vereert hier de god Amon-Ra
Amon-Ra
De god Amon-Ra
Inspelen op de plaatselijke gebruiken en rituelen
Slide 10 - Slide
Leg uit hoe het inspelen op de plaatselijke gebruiken, Alexander hielp bij het besturen van zijn imperium.
Slide 11 - Open question
Bedenk: Wat vonden de Grieken van Alexander die zich koning liet noemen?
Slide 12 - Open question
Mengen van de elite
De Griekse en Macedonische elite werd gedwongen om Perzische vrouwen te huwen.
Slide 13 - Slide
De versmelting van de Griekse en Perzische elite liet zien dat Alexander inspeelde op de plaatselijke gebruiken.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Diadochenrijken
Slide 15 - Slide
Hellenisme
De menging van de Griekse en oosterse cultuur.
Vindt pas (echt) plaats ná de dood van Alexander.
Let op: het werkte beide kanten op!
Slide 16 - Slide
De diadochen brachten in praktijk wat Alexander de Grote voor ogen heeft gehad. Leg uit.
Slide 17 - Open question
Filmpje over Alexander
Tijdens het kijken:
Noteer de drie criteria die John Greene noemt waarom Alexander (mogelijk) 'de Grote' genoemd wordt.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Noteer kort de drie criteria waarom we Alexander 'de Grote' noemen.
Slide 20 - Open question
Vergelijk de 'toon' van het filmpje met de rest van de les en de tekst in je boek. Op welke manier verschilt de toon in het filmpje van de toon in de tekst?
Slide 21 - Open question
Schrijf 3 dingen op die je deze les geleerd hebt.
Slide 22 - Open question
Schrijf één of meerdere dingen op die je na deze les nog niet helemaal begrepen hebt.