This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat weet je al over diabetes?
Slide 2 - Mind map
Lesinhoud
Diabetes type 1
Diabetes type 2
Korte termijn effecten
Lange termijn effecten
Insuline
Behandeling
Vragen?
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
Lesdoelen
Het verschil kunnen benoemen tussen diabetes type 1 & diabetes type 2
Medicatie bij diabetes type 1 en type 2 benoemen
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
03:00
wanneer spreken we over diabetes?
Slide 7 - Mind map
05:00
hoe ontstaat type 1
Slide 8 - Mind map
05:43
wat is de verdeling in % tussen type 1 en 2
Slide 9 - Mind map
06:28
Wat gaat er vooral mis in het lichaam bij type 2?
Slide 10 - Mind map
06:43
Waarom is polyneuropathie (afsterven van de zenuwuiteinden, vooral in handen en voeten) een risico?
Slide 11 - Mind map
Diabetes mellitus
Suikerziekte
Zoete doorstroming -> glucose in urine
Te kort of gebrek aan insuline
Hyper & hypoglykemie
DM1 & DM2
Zwangerschapsdiabetes
Slide 12 - Slide
Hoe werkt het?
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Hyperglykemie
Teveel suiker in het bloed (glucose wordt niet gebruikt)
Uitscheiding glucose via urine
Water voor oplosmiddel = dorst
Energiestof gaat uit lichaam = honger
Dus.... insuline spuiten
Hypoglykemie
Te weinig suiker in het bloed
Kan bijwerking insuline zijn
Te veel spuiten
Te weinig eten
Geneesmiddelen
Alcohol
Dus.... eten!
Slide 15 - Slide
Wat zijn de signalen van een hyper en hypo?
Slide 16 - Mind map
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
Type 1
Groot insuline tekort
Lichaam maakt (vrijwel) geen insuline aan
Ontstaat vaak voor het 30ste levensjaar
Komt over het algemeen niet vaker in de familie voor
Verschijnselen treden vrij plotseling op
Slide 19 - Slide
Type 2
Lichaam maakt nog insuline aan maar niet genoeg
Cellen worden minder gevoelig voor insuline -> meer insuline nodig voor hetzelfde effect -> insuline resistentie
Ontstaat "vaak > 40 jaar"
Overgewicht / leefstijl
Verschijnselen beginnen langzaam
Komt meestal vaker voor in de familie, je erft de ziekte niet maar wel de aanleg om DM2 te ontwikkelen
Slide 20 - Slide
Korte termijn effecten
Glucose kan niet worden opgenomen door gebrek aan insuline
Te veel glucose in het bloed -> hyperglykemie
Glucose wordt uitgescheiden via de urine
Hiermee verlies je water om uit te scheiden -> dorst
Honger door verlies van glucose en afbraak van vetten / eiwitten
Vrijkomen van afbraakproducten -> diabetisch coma
Slide 21 - Slide
Lange termijn effecten
Vergrote kans op hartinfarct of beroerte door atherosclerose = aderverkalking -> vetdeeltjes / cholesterol blijven plakken in de vaten
Hoge bloedglucosewaarden maken het bloed dikker, vetdeeltjes blijven plakken. Diabetes kan atherosclerose daarmee veroorzaken, versnellen en versterken
Vergrote kans op blindheid i.v.m. afwijkingen van de kleinste vaten
Nierproblemen
Voetproblemen of impotentie door slechte doorbloeding
Slide 22 - Slide
Lange termijn effecten
Slide 23 - Slide
Insuline
Hormoon gemaakt in de alvleesklier (pancreas)
Onder invloed van insuline wordt glucose uit het bloed opgenomen
Overmaat aan glucose wordt onder invloed van insuline omgezet naar glycogeen (voorraadsuiker)
Glucose nodig? Lichaam zet glycogeen terug om naar glucose
Slide 24 - Slide
Behandeling
Bij type 1
Bij type 2
Medicatie
Bijwerkingen
Slide 25 - Slide
eetpatroon
Geen snel opneembare suikers
Geen grote hoeveelheid voedsel tegelijk
Energiebeperking bij overgewicht
Beperking van vet voedsel
Beweging: maakt cel gevoelig voor insuline
Medicatie
Slide 26 - Slide
Type 1
Insulines subcutaan (bovenbeen)
Oraal kan niet (afbraak in darmen)
Penvullingen, WWS & pomp
IE = internationale eenheden
100 IE / ml
Patiënt wordt ingesteld op dosering
Diab vpk
Meer voedsel, zwanger, ziekte = meer spuiten
Slide 27 - Slide
Type insulines
Kort werkend & snel werkend (werking: 6-8 uur)
Actrapid, humalog,novorapid
Middellangwerkend (10-24 uur)
Humuline, insulatar.
Langwerkend (24-36 uur)
Levemir, lantus,
Combinaties van lang- en snelwerkende
Slide 28 - Slide
Balans
Let op met sport
Geeft daling glucosespiegel (glucose uit bloed wordt gebruikt voor energie) + insuline = extra daling
= hypo!
Slide 29 - Slide
Type 2
Eerste keus: aanpassen leefstijl -> dieet & beweging.
Tweede keus: orale bloedglucose verlagende middelen
Werking:
Stimuleren de aanmaak en/of vrijmaken van insuline -> (hierdoor daling van de suikerspiegel)