Stones plus Past Simple

Stones plus Past Simple
1 / 45
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Stones plus Past Simple

Slide 1 - Slide

Storm
Elis
Luuk
Noud
Mohammad
Diego
Eva
Guus
Finn
Lauren
Sophie
Reva
Roos
Madelief
Zaria
Julia
Wies
Juliet
Mateo
Rik
Tolga
Nawaz
Haya
Aleyna 
Marina 
seating chart 1 C
Teacher 

Slide 2 - Slide

Today
  • Newsround 
  • Stones 
  • Past simple 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Link

Read and listen to stone 15
Do ex 51

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Do ex 54b

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

PAST SIMPLE
PAST SIMPLE

Slide 12 - Slide

Past Simple

. Wanneer gebruik je de Past Simple?

- Hoe maak je de Past Simple?

- Hoe kan je de Past Simple herkennen?

Slide 13 - Slide

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.


Slide 14 - Slide

Past Simple
Je gebruikt de Past Simple als iets gebeurd is in de verleden tijd en ook beëindigd is.

Wij noemen de Past Simple de Verleden Tijd.


Slide 15 - Slide

 Regelmatige werkwoorden (rww)

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked
it rains-> it rained
they beg-> they begged

Slide 16 - Slide

 RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -e, dan komt er in de past simple alleen een -d achter:
I live - I lived
you move - you moved

In de past simple wordt de laatste medeklinker verdubbeld als er één klinker voor staat:
I drop - I dropped
they plan - they planned

Slide 17 - Slide

 RWW Spelling
Als een werkwoord eindigt op -y, dan komt er in de past simple een -ied achter:
I carry- I carried
you study- you studied

In de past simple komt er een -ed achter als er een klinker voor staat:
I play - I played

Slide 18 - Slide

My sister .......... (play) the guitar last year.

Slide 19 - Open question

What is the past tense of: Help
A
helping
B
helped
C
helps
D
help'd

Slide 20 - Quiz


Wat is de Past Simple van look
A
looked
B
looket
C
looking

Slide 21 - Quiz


Wat is de Past Simple van listen
A
listend
B
listenet
C
listened

Slide 22 - Quiz


Wat is de Past Simple van study
A
studied
B
studyed
C
studiet

Slide 23 - Quiz

 Regelmatige werkwoorden (rww)

Achter het werkwoord plaats je 'ed'

I walk -> I walked
it rains-> it rained
they beg-> they begged

Slide 24 - Slide

Past Simple - Onregelmatige werkwoorden

Sommige werkwoorden zijn onregelmatig (OWW) en dat betekent dat ze geen '-ed' krijgen maar hun eigen vorm hebben.

to write  -> wrote    I wrote her a letter last week.
to go       -> went      He went to Italy last year.
to make -> made     They made a very nice meal two days ago.


Slide 25 - Slide

Past Simple - OWW

Er zijn geen regels voor de OWW, je moet ze uit je hoofd leren. Je pakt voor de Past Simple de 2e kolom.

see - saw - seen
come - came - come

Slide 26 - Slide

Irregular verbs are always in 3 rows.
to do ---------->    did       ------->   done 
to fly ---------->     flew     ------->   flown
to go --------->      went    ------->   gone
hele werkwoord
1
verleden tijd
2
voltooid deelwoord
3

Slide 27 - Slide

 
   The 1st row = the infinitive (hele ww in tt)
                       

                to do
                to  fly
                to  go
1

Slide 28 - Slide

   
       The 2nd row = past simple
                                             (verleden tijd)

                did
                flew
                went
    

2

Slide 29 - Slide


        The 3rd row = de voltooide tijd
                                 (past participle)

             done
             flown
             gone
         
3
We'll save this one for next school year

Slide 30 - Slide

They ....... (go) home after school yesterday.

Slide 31 - Open question


Wat is de Past Simple van carry
A
carryed
B
carried
C
carriet

Slide 32 - Quiz


Wat is de Past Simple van work
A
works
B
worked
C
working
D
worked

Slide 33 - Quiz

past simple of
to find?
A
he found
B
he founds
C
he finded
D
he finds

Slide 34 - Quiz

past simple of
to fly?
A
we flown
B
we flew
C
we flied
D
we flewed

Slide 35 - Quiz

past simple of
to forget?
A
I forgot
B
I forgotten
C
I forget
D
I forgate

Slide 36 - Quiz

past simple of
to give?
A
we gived
B
we gave
C
we gaved
D
we given

Slide 37 - Quiz

Past Simple - Signaalwoorden

In de zin staan vaak een tijdsbepaling van verleden tijd.

  • yesterday
  • last week
  • ten minutes ago
  • in 2007
  • this morning

Slide 38 - Slide

Je gebruikt de Past Simple als...
A
iets gebeurd is in de toekomst
B
iets iedere dag gebeurt
C
iets gebeurd is in het verleden en afgerond is
D
iets nog niet gebeurd is

Slide 39 - Quiz

Make your own sentence in the Past Simple

Slide 40 - Open question

Slide 41 - Slide

Slide 42 - Video

Now 
ex 56e
ex 57
ex 58c 
ex 59
ex 60
Slim Stampen 


Slide 43 - Slide

Slide 44 - Link

Slide 45 - Link