This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
GIDS NEDERLANDS
INFORMATIE VOOR LESSEN NEDERLANDS
Slide 1 - Slide
DOELEN
- je kunt de persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden
- je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen goed spellen
Slide 2 - Slide
PV in SAMENGESTELDE ZINNEN
Je hebt geleerd dat in samengestelde zinnen
meer dan één persoonsvorm staat.
Om werkwoorden goed te kunnen spellen moet je eerst ontdekken welke werkwoorden in een samengestelde zin persoonsvorm zijn.
Slide 3 - Slide
PV in SAMENGESTELDE ZINNEN
Kijk of de werkwoorden van tijd kunnen veranderen.
De werkwoorden die van tijd kunnen veranderen,
zijn persoonsvorm.
De fietser wil graag doorrijden, maar de weg isgeblokkeerd.
pv
pv
geen pv
geen pv
Slide 4 - Slide
Is de zin een samengestelde zin?
Je kunt te allen tijde bij je mentor studieadvies vragen.
A
Ja
B
Nee
Slide 5 - Quiz
Is de zin een samengestelde zin?
Ik kan het bedrag wel contant betalen, maar bij voorkeur pin ik even.
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quiz
Is de zin een samengestelde zin?
Jetta krijgt een bril, omdat ze in de verte niet goed kan zien.
A
Ja
B
Nee
Slide 7 - Quiz
Is de zin een samengestelde zin?
Tyger komt op de fiets naar Centraal en de rest van de klas komt met de tram.
A
Ja
B
Nee
Slide 8 - Quiz
Is de zin een samengestelde zin?
De keeper kon de drie ballen jammer genoeg niet tegenhouden.
A
Ja
B
Nee
Slide 9 - Quiz
HERHALING uitleg
Wil je nog een keer het filmpje over samengestelde zinnen zien?
Doe oortjes in en bekijk
het volgende filmpje.
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
PV in SAMENGESTELDE ZIN
Zo vind je de persoonsvormen in een samengestelde zin:
zet de zin in een andere tijd:
je maakt van de tegenwoordige tijd verleden tijd, of andersom.
De werkwoorden die veranderen, zijn persoonsvormen.
Tom schreeuwt, omdat hij zijn arm heeft gebroken.
Tom schreeuwde, omdat hij zijn arm had gebroken.
Slide 12 - Slide
OW in SAMENGESTELDE ZIN
Zo vind je de onderwerpen in een samengestelde zin:
stel met elke persoonsvorm uit de zin een onderwerpsvraag.
Tom schreeuwt, omdat hij zijn arm heeft gebroken.
- Wie schreeuwt? Tom
- Wie heeft gebroken? hij
Slide 13 - Slide
Noteer de persoonsvormen:
Musha kreeg een bekeuring, omdat ze op de stoep fietste.
Slide 14 - Open question
Noteer de onderwerpen:
Musha kreeg een bekeuring, omdat ze op de stoep fietste.
Slide 15 - Open question
Noteer de persoonsvormen:
Timo bezorgt reclamefolders en hij heeft een krantenwijk.
Slide 16 - Open question
Noteer de onderwerpen:
Timo bezorgt reclamefolders en hij heeft een krantenwijk.
Slide 17 - Open question
Noteer de persoonsvormen:
Ik vind deze broek wel mooi, maar Ali vindt hem foeilelijk.
Slide 18 - Open question
Noteer de onderwerpen:
Ik vind deze broek wel mooi, maar Ali vindt hem foeilelijk.
Slide 19 - Open question
Noteer de persoonsvormen:
Omdat Linda niet goed functioneerde op haar werk, heeft haar baas haar ontslagen.
Slide 20 - Open question
Noteer de onderwerpen:
Omdat Linda niet goed functioneerde op haar werk, heeft haar baas haar ontslagen.
Slide 21 - Open question
Noteer de persoonsvormen:
Simon schildert altijd heel secuur, maar zijn broer verricht zijn werk niet zo nauwkeurig.
Slide 22 - Open question
Noteer de onderwerpen:
Simon schildert altijd heel secuur, maar zijn broer verricht zijn werk niet zo nauwkeurig.
Slide 23 - Open question
PERSOONSVORMEN IN SAMENGESTELDE ZINNEN
Je weet hoe je de persoonsvormen en onderwerpen kunt vinden in samengestelde zinnen.
Verder in deze les leer je de persoonsvormen goed spellen.
Slide 24 - Slide
PERSOONSVORMEN
IN EEN SAMENGESTELDE ZIN
Zet de zin in een andere tijd:
Je maakt van de tegenwoordige tijd verleden tijd, of andersom.
De werkwoorden die veranderen, zijn de persoonsvormen.
VOORBEELD:
Lotte denkt dat haar cijfer een voldoende is.
Lotte dacht dat haar cijfer een voldoende was.
Slide 25 - Slide
schema werkwoordspelling
Slide 26 - Slide
PERSOONSVORMEN
IN SAMENGESTELDE ZINNEN
Juist spellen van de persoonsvormen:
- Controleer of het werkwoord een persoonsvorm is
- Kijk of het werkwoord in de tegenwoordige tijd (tt) of in de verleden tijd (vt) staat
- Kijk naar het onderwerp om te zien of de pv enkelvoud (ev) of meervoud (mv) is
- Vul de juiste vorm van het werkwoord in
Slide 27 - Slide
DOE OORTJES IN EN KIJK DE VOLGENDE FILMPJES
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Video
Slide 30 - Video
Slide 31 - Video
OPDRACHT
Zet de persoonsvormen in de
tegenwoordige tijd.
Let op:
Fouten maken mag, maar verbeter deze!
Slide 32 - Slide
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
De brandweer (beweren) dat zo'n ramp bijna nooit (gebeuren).
Slide 33 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Het (verbazen) me dat je elke zaterdag zo lang (uitslapen).
Slide 34 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Onze kat (jagen) graag op muizen, maar hij (doden) ze niet.
Slide 35 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Dat zijn vader Wouts beltegoed (betalen), (vinden) ik maar vreemd.
Slide 36 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Als Vita's broertje 'mama' (zeggen), (bedoelen) hij eigenlijk 'papa'.
Slide 37 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
Omar (geloven) bijna alles wat Patrick (vertellen).
Slide 38 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt: Doordat een gekantelde vrachtwagen de weg (blokkeren), (ondervinden) het verkeer veel hinder.
Slide 39 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de tt:
De patiënten (wachten) geduldig, totdat de tandarts hen (oproepen).
Slide 40 - Open question
OPDRACHT
Zet de persoonsvormen in de
verleden tijd.
Let op:
Fouten maken mag, maar verbeter deze!
Slide 41 - Slide
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
Nadat Lian van haar fiets (vallen), (bloeden) haar knie.
Slide 42 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Meneer Drost van aardrijkskunde (worden) boos, omdat de klas permanent (klieren).
Slide 43 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: De motoragent (slingeren) de bestuurder van de rode Ferrari op de bon, want deze (rijden) veel te snel.
Slide 44 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Gisteravond (koken) mijn vader soep voor ons, terwijl mijn moeder en ik samen (sporten).
Slide 45 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
Dat Pepijn zich zo (uitsloven), (vinden) Marieke nogal overdreven.
Slide 46 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt:
Kiki (schrijven) een gedicht voor Pieter, maar hij (lezen) het niet.
Slide 47 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: De kinderen (vervelen) zich niet in het museum, maar (vermaken) zich juist prima.
Slide 48 - Open question
Noteer de juiste vorm van de persoonsvormen in de vt: Tante Ans (winnen) duizend euro met haar staatslot en ze (verloten) het geld onder haar neven en nichten.
Slide 49 - Open question
GELEERD?
- je kunt de persoonsvormen en onderwerpen in samengestelde zinnen vinden
- je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen goed spellen
Slide 50 - Slide
Schrijf één ding op wat je deze les hebt geleerd en niet meer vergeet.
Slide 51 - Open question
Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.