Redox V5 - H9.2 redoxreacties

  • DEZE LES





HOOFDSTUK 9 REDOXREACTIES

Redoxreacties
1 / 54
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

  • DEZE LES





HOOFDSTUK 9 REDOXREACTIES

Redoxreacties

Slide 1 - Slide

Leerdoelen:
9.2.1 Je kunt een totaalreactie van een redoxreactie opstellen
           met behulp van gegeven halfreacties en BiNaS 48.

9.2.2 Je kunt de corrosiegevoeligheid van metalen in verband brengen met
           de standaardelektrodepotentiaal en de aanwezigheid van een
           beschermende (metaaloxide)laag.
  • je kunt uit Binas tabel 48 de sterkte van een OX en RED afleiden
  • je kunt met Binas 48 beredeneren of een RedOx reactie verloopt

Slide 2 - Slide


een positief ion
- heeft minder elektronen dan protonen
- kan elektronen Opnemen
- is een OXidator

uitzondering: Fe2+ (OX én RED)

een negatief ion 
- heeft meer elektronen dan protonen
- kan elektronen afstaan
- is een REDuctor

Weten we nog?:

Slide 3 - Slide

De edelheid van metalen
Alle metalen zijn reductoren, zij vormen positieve ionen en staan dus elektronen af.
Een onedel metaal, een metaal dat gemakkelijk met andere
                                          stoffen reageert, is een STERKE reductor
Een edel metaal,       een metaal dat niet zo makkelijk reageert,
                                          is een ZWAKKE reductor.  

Slide 4 - Slide

StandaardElektrodePotentiaal (SEP)
  • Binas tabel 48 staat de SEP uitgedrukt in V0 (Volt).
  • V0 is een maat voor de sterkte van de oxidator.
  • Hoe hoger V0, hoe sterker de oxidator
  • Hoe lager V0, hoe sterker de reductor
  • Sterkste oxidatoren linksboven
  • Sterkste reductoren rechtsonder

Slide 5 - Slide

Is het een oxidator, reductor of beide, sleep naar het juiste blok.
timer
2:00
Oxidator
Oxidator & Reductor
Reductor
Mg
  I2
O2
Cl-
H+
Fe2+
H2O2
H2S

Slide 6 - Drag question

Sorteer onderstaande metalen van zeer sterk onedel naar edel:
zeer sterk onedel
sterk onedel
onedel
edel
Goud
Kalium
IJzer
Magnesium

Slide 7 - Drag question

Wat is de sterkste oxidator?
A
Br2
B
Al3+
C
Pb2+
D
Ag+

Slide 8 - Quiz

Wat is de sterkste reductor?
A
Al
B
Fe2+
C
Cu
D
Au

Slide 9 - Quiz

Redoxkoppel
  • Ag -atoom
     noem je geconjugeerde reductor van de oxidator Ag+ -ion.
  • Ag+ -ion
     is weer de geconjugeerde oxidator van het Ag -atoom.
  • Ag en Ag+ vormen samen een REDOXKOPPEL Ag+/Ag

Slide 10 - Slide

Reacties van ....(metalen)
Metalen staan niet allemaal even makkelijk elektronen af
Oxidatoren zijn ook niet allemaal even sterk in het opnemen van elektronen. 
Wanneer verloopt een reactie tussen een OX en RED?



Slide 11 - Slide

Standaardelektrodepotentiaal
  • Verschil in V0 bepaalt of en hoe een reactie verloopt 
  • ∆V0 = V0 (OX) - V0 (RED)

Slide 12 - Slide

sterke ox (hoge V0)
sterke red (lage V0)

Slide 13 - Slide

Dus onthoud!
Een redoxreactie verloopt als 
in Binas tabel 48 
de OX boven de RED staat

In deze gedeelde les vind je aan het eind nog een filmpje over de sterkte van OX en RED in Binas 48 als je de uitleg nog een keer wilt horen


Slide 14 - Slide

Redoxreactie mbv halfreacties
Bij het opstellen van een totaalreactie worden de oxidator en reductor apart bekeken met halfreacties. Voor de totale redoxreactie moet je de halfreacties in de juiste verhouding optellen, zodat het aantal overgedragen elektronen gelijk wordt:
halfreactie OX:   2 H+   + 2e-   -->   H2                          1x
halfreactie RED:     Mg               -->  Mg2+   + 2e-        1x

Slide 15 - Slide

Redoxkoppel
Ni --> Ni2+ + 2e-
Fe3+ + e- --> Fe2+

Uit de RED Ni ontstaat altijd de OX Ni2+
Uit de OX Fe3+ ontstaat altijd de RED Fe2+
Deze OX en RED vormen een KOPPEL: een REDOXKOPPEL

Slide 16 - Slide

Stappenplan redoxreactie
  1. Deeltjesinventarisatie: Let op opgeloste zouten en dergelijke.  Aangezuurd = er is H+ aanwezig. In basisch milieu = er is OH- aanwezig.
  2. Binas tabel 48: sterkste OX en sterkste RED
  3. ∆V0 bepalen: aflopend, evenwicht of niet?
  4. Halfreacties en totaalreactie
  5. Controle: Geen neerslag nog erbij?

Slide 17 - Slide

Opstellen redox-reactievergelijking
1. noteer de halfreacties   van de OX en de RED  met de deeltjes 
    die aan het aanwezig zijn:
                                                 OX               Fe3+ + e-  -->   Fe2+
                                               RED              Ni                 -->   Ni2+ + 2e-
       
   

Slide 18 - Slide

Opstellen redox-reactievergelijking
1. noteer de halfreacties                 Fe3+ + e-  -->   Fe2+
    van de OX en de RED                    Ni                 -->   Ni2+ + 2e-

TIP: zet de pijlen onder elkaar, zodat je duidelijk ziet welke deeltjes voor de pijl komen en welke erna

Slide 19 - Slide

Opstellen redox-reactievergelijking
1. noteer de halfreacties                Fe3+ + e-  -->   Fe2+                   2x
    van de OX en de RED                    Ni                 -->   Ni2+ + 2e-       1x

2. maak het aantal 
elektronen gelijk (noteer!)

Slide 20 - Slide

Opstellen redox-reactievergelijking
1. noteer de halfreacties               
    van de OX en de RED                   Fe3+ + e-  -->   Fe2+                  2x
2. maak het aantal                            Ni                 -->   Ni2+ + 2e-       1x
     elektronen gelijk (noteer!)    
3. tel de                                   Ni + Fe3+e- --> Ni2+2 Fe2+ + 2 e-
     halfreacties op
TIP: werk netjes recht onder elkaar, dan vergeet je geen deeltjes

Slide 21 - Slide

Opstellen redox-reactievergelijking
1. noteer de halfreacties               
    van de OX en de RED                   Fe3+ + e-  -->   Fe2+                  2x
2. maak het aantal                            Ni                 -->   Ni2+ + 2e-       1x
     elektronen gelijk (noteer!)    
3. tel de                                   Ni + 2 Fe3+2 e- --> Ni2+2 Fe2+ + 2 e-
     halfreacties op
TIP: werk netjes recht onder elkaar, dan vergeet je geen deeltjes

Slide 22 - Slide

Opstellen redox-reactievergelijking
1. noteer de halfreacties                  Fe3+ + e-  -->   Fe2+                   2x
    van de OX en de RED                      Ni                 -->   Ni2+ + 2e-       1x
2. maak het aantal 
elektronen gelijk (noteer!)    Ni + 2Fe3++2e- --> Ni2++ 2Fe2++2e-
3. tel de halfreacties op
4. streep dezelfde deeltjes weg     Ni + 2 Fe3+ --> Ni2+ + 2 Fe2+

Slide 23 - Slide

stap 5: Controleer jezelf !!
- is het aantal atomen voor en na de pijl gelijk? (kloppend)
- is de totale lading voor en na de pijl gelijk? (ladingbalans)

Ni + Fe3+ --> Ni2+ + Fe2+

Slide 24 - Slide

Voorbeeld 2: Geef de vergelijking van de redoxreactie die verloopt als je een staafje kobalt in een oplossing van koperchloride plaatst (neutraal milieu).
  • Stap 1: Co (s), Cu2+ (aq), Cl- (aq) en H2O (l)
  • Stap 2: Sterkste OX: Cu2+ en sterkste RED: Co
  • Stap 3: ∆V0 = V0(OX) - V0 (RED) = 0,34 --0,28 = 0,62 is aflopend
  • Stap 4: Halfreactie OX:   Cu2+ + 2e- -> Cu(s)
  • Stap 4: Halfreactie RED: Co(s)            -> Co2+ + 2e-
  • Stap 4: Totaalreactie:      Co(s) + Cu2+ (aq) -> Cu(s) + Co2+ (aq)
  • Stap 5:  Controle: Geen neerslag tussen Cu2+ en Cl-. Lading- en massabalans klopt

Slide 25 - Slide

Voorbeeld 3: Geef de vergelijking van de redoxreactie die verloopt wanneer je aluminium in een oplossing van zinkchloride doet (neutraal milieu).
  • Stap 1: Al (s), Zn2+ (aq), Cl- (aq) en H2O (l)
  • Stap 2: Sterkste OX: Zn2+ en sterkste RED: Al
  • Stap 3: ∆V0 = V0(OX) - V0 (RED) = -0,76 --1,66 = 0,90 is aflopend
  • Stap 4: Halfreactie OX:   Zn2+ + 2e- -> Zn(s)               (x3)
  • Stap 4: Halfreactie RED: Al(s)            -> Al3+ + 3e      (x2)
  • Stap 4: Totaalreactie:      2 Al(s) + 3 Zn2+  (aq) > 3 Zn(s) + 2 Al3+ (aq)
  • Stap 5:  Controle: Geen neerslag tussen Al3+ en Cl-. Lading- en massabalans klopt

Slide 26 - Slide

Stel de redoxreactie op van:
Al (s) + ZnCl2-oplossing

Slide 27 - Open question

Welke van onderstaande reacties is een redoxreactie?
A
B
Mg+2H+Mg2++H2
C
D

Slide 28 - Quiz

Welk van de onderstaande reacties is een redoxreactie?
A
2K(s)+Cl2(g)2KCl(s)
B
2Al(s)+3Br2(l)2AlBr3(s)
C
BaCl2(s)Ba2+(aq)+2Cl(aq)
D
Ag+(aq)+Cl(aq)AgCl(s)

Slide 29 - Quiz

Stappenplan
opstellen redoxreactievergelijkingen
in verschillende milieus:

Slide 30 - Slide

Reactiemilieu is belangrijk !!

Bij redoxreacties is het milieu waarin de reactie verloopt van  groot belang: 
zuur milieu :                 H+     = hulpdeeltje bij oxidator
basisch milieu :          OH-  = hulpdeeltje bij reductor
neutraal  milieu :        H2O = hulpdeeltje bij oxidator of reductor


Altijd eerst inventariseren welke deeltjes aanwezig zijn !

Slide 31 - Slide

Stappenplan: opstellen reactievergelijking m.b.v. T48
Geef de reactievergelijking als een ijzeren spijker in een koper(II)chloride-oplossing gezet wordt
1) noteer welke deeltjes je hebt (denk aan milieu!!!): Fe, Cu2+,Cl-, H2O
2) zoek deeltjes op in Binas T48 en noteer ze in tabel ox |  red (met V0)
    Let op sommige zijn ox en red
           (V0)    OX          RED     (V0      
           0,34   Cu2+       Fe      - 0,45
         - 0,83   H2O        H2O     1,23/1,78
                                     Cl-        1,36


Slide 32 - Slide

Stappenplan: opstellen reactievergelijking m.b.v. T48
3) neem formule sterkste ox (hoogste V) en
    red (laagste V) over en noteer:
    ox: Cu2+
   red: Fe
4) neem de halfvergelijking van de sterkste ox en red onder elkaar over
    ox: Cu2+ + 2 e- --> Cu
   red: Fe --> Fe2+ + 2 e-
__

Slide 33 - Slide

Stappenplan: opstellen reactievergelijking m.b.v. T48
5) maak de electronen gelijk en tel de halfvergelijkingen op en streep gelijke deeltjes voor/na de pijl door
   ox: Cu2+ + 2 e- --> Cu
   red: Fe --> Fe2+ + 2 e-
  Cu2+ + Fe --> Cu + Fe2+

Slide 34 - Slide

Stappenplan: 
Nu zelf aan de slag met het opstellen reactievergelijking m.b.v. T48

aangezuurde kaliumpermanganaat-oplossing wordt gemengd met ijzer(II)chloride oplossing
1) noteer welke deeltjes je hebt (denk aan milieu!!!)
2) zoek deeltjes op in Binas T48 en noteer ze in tabel ox |  red (met V0)
3) neem formule sterkste ox en red over
4) neem de halfvergelijking van de sterkste ox en red onder elkaar over
5) maak de electronen gelijk en tel de halfvergelijkingen op en streep
     gelijke deeltjes voor/na de pijl door

Slide 35 - Slide

Stappenplan: opstellen reactievergelijking m.b.v. T48

 aangezuurde kaliumpermanganaat-oplossing wordt gemengd met ijzer(II)chloride oplossing
1-2)                  (V0)          ox              red       (V0)    
                        1,51  MnO4-/H+         H2O     1,23
                        0,83  H2O                  Fe2+     0,77
3-4)       ox MnO4- + 8 H+ + 5 e- --> Mn2+ + H2O
             red                         Fe2+ --> Fe3+ + e-

Slide 36 - Slide

Stappenplan: opstellen reactievergelijking m.b.v. T48

 aangezuurde kaliumpermanganaat-oplossing wordt gemengd met ijzer(II)chloride oplossing
5-6)  ox     MnO4- + 8 H+ + 5 e- --> Mn2+ + H2O             1x
        red            Fe2+                  --> Fe3+ + e-                  5x
totaal   MnO4- + 8 H+ + 5 Fe2+  --> 5 Fe3+ + Mn2+ + H2O

Slide 37 - Slide

Let op! Voorbeeld 1 zonder H+ en voorbeeld 2 met H+

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide

Je kunt nu. 
9.2.1 Je kunt een totaalreactie van een redoxreactie opstellen
           met behulp van gegeven halfreacties en BiNaS 48.
9.2.2 Je kunt de corrosiegevoeligheid van metalen in verband brengen met
           de standaardelektrodepotentiaal en de aanwezigheid van een
           beschermende (metaaloxide)laag.
  • je kunt uit Binas tabel 48 de sterkte van een OX en RED afleiden
  • je kunt met Binas 48 beredeneren of een RedOx reactie verloopt

Slide 40 - Slide

Slide 42 - Video

Zie nevenstaande beginstof en reactieproduct. Is er sprake geweest van een redoxreactie en hoe licht je het antwoord toe?
A
nee, voor en na de reactie zijn het nog steeds ijzerionen, dus geen redox
B
nee, het is allebei ijzersulfaat dus er was geen reactie
C
ja, de ijzerionen zijn van lading veranderd
D
ja, de ijzerionen uit de beginstof hebben elektronen opgenomen

Slide 43 - Quiz

Redoxreactie: reductoren
Metalen zijn altijd reductor.

Sommige metaalionen kunnen ook als reductor reageren.

Water is een heel zwakke reductor.

Slide 44 - Slide

Redoxreactie: oxidatoren
Metaalionen kunnen altijd als oxidator reageren. Sommige metaal-ionen kunnen ook als reductor reageren.

Zure oplossingen (H+) zijn oxidator.
Water is een heel zwakke oxidator.

Slide 45 - Slide

Redoxreactie: halfreacties
In een halfreactie komen altijd elektronen (e-) voor. In de totaalreactie echter nooit! Zorg er bij het optellen voor dat e- wordt weggestreept.
(Streep ook andere deeltjes die links en rechts van de → staan altijd weg).

Slide 46 - Slide

Redoxreactie: halfreacties in Binas 48
Oxidator en haar geconjugeerde reductor (op dezelfde regel) vormen samen een redoxkoppel. Die noteer je als volgt
(reductor/oxidator):

             F-/F2
       Ce3+/Ce4+
          Au/Au3+

Slide 47 - Slide

Zie nevenstaande halfreacties voor de redoxreactie tussen aangezuurde kaliumpermanganaatoplossing en kaliumchloride-oplossing. Kun je deze halfreacties zo bij elkaar optellen en hoe licht je het antwoord toe?
A
nee, eerst halfreactie van oxidator x 5 en halfreactie van reductor x 2 (en deze omkeren natuurlijk)
B
nee, eerst halfreactie van oxidator x 2 en halfreactie van reductor x 5 (en deze omkeren natuurlijk)
C
ja, zolang je de halfreactie van de reductor eerst omkeert
D
ja, zolang je de halfreactie van de oxidator eerst omkeert

Slide 48 - Quiz

Redoxreactie: oxidatorsterkte (linkerpagina Binas 48)
Hoe hoger oxidator in Binas 48, hoe groter U0, hoe sterker de oxidator, hoe zwakker de geconjugeerde reductor. 

Een sterke oxidator is veel meer reactief dan een zwakkere oxidator.

sterk











zwakker
U0(V)

Slide 49 - Slide

Redoxreactie: reductorsterkte (rechterpagina Binas 48)
Hoe lager reductor in Binas 48, hoe kleiner U0, hoe sterker de reductor, hoe zwakker de geconjugeerde oxidator. 

Een sterke reductor is veel meer reactief dan een zwakkere reductor.

zwakker









sterk
U0(V)
Het metaal lithium is de sterkte reductor, dus lithium-ionen zijn de zwakste oxidator!

Slide 50 - Slide

In welke van nevenstaande situaties a, b en c treedt er een redoxreactie op? Maak gebruik van Binas 48 (en eventueel van Binas 66A en 66B).
A
a, b en c
B
alleen a
C
a en b
D
b en c

Slide 51 - Quiz

de invloed van de pH op de oxidatorsterkte van nitraat 
In het volgende filmpje zie je hoe de stof koper reageert met geconcentreerd salpeterzuur en verdund salpeterzuur
(H+ + NO3-)

Slide 52 - Slide

Slide 53 - Video

Redoxreactie: aanzuren en aanlogen (zie Binas 48)
  Lees dus altijd goed de tekst bij de opgave! Wanneer er 'aangezuurd' staat, betekent dat je halfreactie van de    oxidator dus links van de pijl niet alleen elektronen (e-) heeft, maar ook protonen (H+).

Slide 54 - Slide