6.2 - Biotoop onder de loep H1

Hoofdstuk 6 - Je groene omgeving
1 / 23
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare school

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 6 - Je groene omgeving

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 6 - Je groene omgeving
6.1 - Organismen indelen
6.2 - Biotoop onder de loep
6.3 - Eten of gegeten worden
6.4 - Een kringloop

Slide 2 - Slide

6.1 - Organismen indelen

Slide 3 - Slide

In welke 4 groepen kunnen we alle organismen indelen?

Slide 4 - Open question

De wetenschappelijk naam voor madeliefje is Bellis perennis.
Wat is de soortaanduiding?
A
Bellis
B
perennis

Slide 5 - Quiz

Een roofdier is een...

A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 6 - Quiz

Soortgenoten zijn een...

A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 7 - Quiz

De steen waaronder een pissebed leeft is een...

A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 8 - Quiz

Water is een...

A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 9 - Quiz

6.2 - Biotoop onder de loep

Slide 10 - Slide

Doelen van deze paragraaf:
Je weet wat voedselconcurrenten zijn
Je weet wat een habitat is
Je weet wat een biotoop inhoudt
Je kan uitleggen wat biodiversiteit is

Slide 11 - Slide

Concurrenten
Vink, specht, koolmees en boomkruiper eten insecten
Ze zijn concurrenten

Zoeken hun eten in dezelfde boom, op verschillende manieren

Slide 12 - Slide

Concurrenten
Specht- insecten op de stam, achter de schors
Boomkruiper - insecten tussen de schors van de stam
Koolmees - insecten op takken en bladeren

Planten concurreren ook: planten die weinig licht nodig hebben leven onderaan, onder het bladerdek van andere planten

Slide 13 - Slide

Park met veel verschillende soorten organismen

Slide 14 - Slide

Biotoop
Plaats met dezelfde abiotische factoren 
Hier kunnen bepaalde organismen wel en bepaalde organismen niet leven. 
De plaats in een biotoop waar een organisme kan leven is zijn habitat

Park met schaduw en zon -> verschillende biotopen

Slide 15 - Slide

Biodiversiteit
Als in een biotoop veel verschillende soorten leven, dan heeft het een grote biodiversiteit

Gemeenten maken vaker natuurparken
Grote grazers (schotse hooglanders) eten sommige planten wel, sommige niet
Hierdoor komen er meer insecten

Slide 16 - Slide

Vragen

Slide 17 - Slide

De koolmees zoekt insecten op de takken en de bladeren. De specht en de boomkruiper zoeken beide op de boomstam. Zijn de specht en de koolmees concurrenten van elkaar?
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quiz

Wat is een biotoop?
A
Alle organismen in een gebied
B
Alle abiotische factoren in een gebied
C
alle levende dingen in de wereld
D
Alle abiotische factoren die bestaan

Slide 19 - Quiz

Welk van onderstaande woorden is een biotoop?
A
huiskamer
B
boom
C
heide
D
speeltuin

Slide 20 - Quiz

Waar of niet waar?
Een biotoop is een klein gedeelte van een habitat
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Wat is biodiversiteit?
A
het aantal oorspronkelijke plantensoorten
B
het aantal oorspronkelijke diersoorten
C
de variatie aan soorten in de natuur
D
het verdwijnen van soorten in de natuur

Slide 22 - Quiz

Aan het werk
1H: Opdracht 1 tot en met 15
1J/K: Opdracht 1 tot en met 20
Voor de volgende les af

Slide 23 - Slide