Rekenen optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen

Doel: je leert sommen te maken optellen , aftrekken , delen en vermenigvuldigen.

Waarom? Om getallen makkelijjk te gebruiken.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisBeroepsopleiding

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Doel: je leert sommen te maken optellen , aftrekken , delen en vermenigvuldigen.

Waarom? Om getallen makkelijjk te gebruiken.

Slide 1 - Slide

Als je twee of meer getallen bij elkaar optelt, noem je dat een optelling. Bij optellen gebruik je het plusteken: + .
De uitkomst van een optelling noem je de som.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

Slide 4 - Link

Als je twee of meer getallen van elkaar afhaalt, noem je dat een aftrekking. Bij aftrekken gebruik je het minteken: -.
De uitkomst van een aftrekking noem je het verschil.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Slide 7 - Link

Vermenigvuldigen is hetzelfde getal een aantal keer optellen.
Dit noem je een vermenigvuldiging.
In een vermenigvuldiging schrijf je een x tussen de getallen.
De x noem je het keerteken.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Link

Slide 11 - Link

Delen is een getal verdelen of opdelen.
Als je twee getallen deelt, noem je dat een deling. Bij het delen gebruik je het deelteken: Je spreekt dit teken uit als 
"gedeeld door".

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Wat gaan we doen
Terugblik
Nakijken gemaakt werk
de uitleg/theorie
Huiswerk en werkblad maken 
Feedback

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Maken 
Het werkblad en het huiswerk.

Klaar--> maak de extra opgaven van het werkblad.

Slide 17 - Slide

Wat heb je geleerd?
Hoe heb je geleerd?
Heb je je doel bereikt?
Wat voelde je daarbij?

Slide 18 - Slide