1. Geef vijf voorbeelden van beroepen (werk). 2. Wat voor werk wil jij later gaan doen?
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Introductieopdracht
1. Geef vijf voorbeelden van beroepen (werk). 2. Wat voor werk wil jij later gaan doen?
Slide 1 - Slide
Lesdoelen
Je kan de drie beroepssectoren opnoemen.
Je kunt werk in beroepssectoren indelen.
Je kan het begrip consument, producent en consumeren uitleggen.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Video
Drie beroepssectoren
Landbouw: haalt dingen uit de natuur (zoals graan, groenten, fruit, vlees enz)
Industrie: in fabrieken worden goederen gemaakt
Diensten: diensten leveren. Er wordt iets voor een ander gedaan (bijvoorbeeld kapper, tandarts, schoonheidsspecialiste enz.)
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Maïs: van het veld naar de winkel
1. Wat doet de landbouwsector?
2. Wat doet de industriesector?
3. Wat doet de dienstensector?
Slide 6 - Slide
Bij welke sector hoort: docent?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
Slide 7 - Quiz
Bij welke sector hoort: vuilnisman?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
Slide 8 - Quiz
Bij welke sector hoort fabrieksarbeider?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
Slide 9 - Quiz
Bij welke sector hoort: tomatenkweker?
A
Landbouw
B
Industrie
C
Diensten
Slide 10 - Quiz
Begrippen
Producent = iemand die goederen (spullen) maakt
Consument = iemand die goederen of diensten koopt
Consumeren = goederen of diensten kopen
Slide 11 - Slide
In welke beroepssector werken de meeste mensen in Nederland?
Slide 12 - Slide
Landbouw in arme landen
• veel familiebedrijfjes • hele familie (vaak ook kinderen) werkt mee • geen geld voor machines • oogst is voor eigen gebruik • over? Verkopen op de markt
Slide 13 - Slide
Industrie in arme landen
• Lage lonen • Zwaar en vies werk • Ongezonde ruimtes • Weinig aandacht voor veiligheid • Lange dagen