herhalen Hs4 §1 en §2

Opzet van deze les
Plattegrond voor plaatsen & alle regels die zijn afgesproken.

b) we herhalen de stof van HS4 §1 en §2

Huiswerk wordt opgaven §1 1-10(-11-12) en §2 1-10 (-11-12)

Vandaag veel klassikaal om allemaal op hetzelfde niveau te komen.

1 / 48
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Opzet van deze les
Plattegrond voor plaatsen & alle regels die zijn afgesproken.

b) we herhalen de stof van HS4 §1 en §2

Huiswerk wordt opgaven §1 1-10(-11-12) en §2 1-10 (-11-12)

Vandaag veel klassikaal om allemaal op hetzelfde niveau te komen.

Slide 1 - Slide

Tegenwerkende
krachten

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoe groter je snelheid hoe groter de luchtweerstand.
juist
niet juist

Slide 5 - Poll

Slide 6 - Slide

Wat gebeurt er met
de snelheid van deze
auto?
A
De snelheid blijft nul
B
De snelheid blijft constant
C
De snelheid wordt steeds groter
D
De snelheid wordt steeds kleiner

Slide 7 - Quiz

Hoe groot is de
resultante kracht?
A
76 N naar rechts
B
34 N naar links
C
110 N naar links
D
34 N naar rechts

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide

Mark fietst met een contstante snelheid. Zijn voortstuwende kracht is 20 N. Hoe groot zijn de weerstandskrachten?
A
0 N
B
kleiner dan 20 N
C
30 N
D
20 N

Slide 10 - Quiz

Bespreken 4.1 vraag 9
luister hier uitleg!

Slide 11 - Slide

Maakwerk
Alle opgaven van §1 Voortstuwen en tegenwerken (1 t/m 10)

Wil je natuurkunde in je profiel kiezen? Maak ook 11 en 12 (luchtweerstand), lees eerst de Plusstof op blz 13/14.

Leg op tafel - docent inventariseert hoe ver iedereen is.

Slide 12 - Slide

H2 versnellen en vertragen
Veilig bewegen

Slide 13 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt een beweging vastleggen in een (v,t)-diagram
  • Je kunt de soort beweging herkennen in een (v,t)-diagram
  • Je kunt uitleggen wat versnelling en vertraging betekeken.
  • Je kunt de versnelling van een beweging berekenen.
  • Je kunt km/h omrekenen naar m/s, en omgekeerd.
  • Je kunt de afgelegde afstand van een beweging bepalen in een (v,t)-diagram

Slide 14 - Slide

Het (v,t)-diagram
Herhalingsvragen

Slide 15 - Slide

(v,t)-diagram maken
v - verticale as
t - horizontale as

0-4 s Beweging neemt eerst toe
versnelling
na 4s dan is de beweging constant
eenparige beweging

Slide 16 - Slide

Stoppen
Constante snelheid (grafiek horizontaal) tot reactie,
daarna vertraging (grafiek omlaag)

Slide 17 - Slide

Snelheid berekenen:



v - snelheid in m/s
x - plaats im m
t - tijd in s
v=ΔtΔx
Δx=xeind(x)begin

Slide 18 - Slide

Verwar niet (v,t)- met (x,t)- diagram

Slide 19 - Slide

Versnelling 
Als er een gelijkmatige toename in snelheid is... b.v.
3 m/s, dan 6 m/s, dan 9 m/s
dan is de toename in snelheid 3 m/s elke seconde
DUS de versnelling is 3 m/s2

Slide 20 - Slide

Versnelling berekenen:



a - versnelling in m/s2
t - tijd in s
v - snelheid in m/s
a=ΔtΔv
Δv=veindvbegin

Slide 21 - Slide

Snelheid omrekenen
Snelheid is vaak in km/uur en moet naar m/s
m/s               km/uur
: 3,6
x 3,6

Slide 22 - Slide

Reken om... 30 km/h = ... m/s
A
8,3
B
30
C
108
D
300

Slide 23 - Quiz

Reken om... 30 m/s= ... km/h
A
8,3
B
30
C
108
D
300

Slide 24 - Quiz

Reken om... 500 km/h = ... m/s
A
139
B
500
C
1800
D
5000

Slide 25 - Quiz

Voorbeeld opgaven 1

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Een hardloper versnelt van 1,5 m/s naar 2,3 m/s in 4 seconden. Bereken de versnelling.
A
0,2
B
0,4
C
0,6
D
3,2

Slide 28 - Quiz

Een drone met een versnelling van 3 m/s2 heeft voor 3,7 seconden versnelt. Als zijn beginsnelheid 4 m/s was, wat is dan zijn eindsnelheid?
A
7,1
B
8,3
C
11,1
D
15,1

Slide 29 - Quiz

Afgelegde 
afstand bepalen

Je kan met de (v,t)-diagram 
de afstand bepalen

Afstand = oppervlakte onder de 
                     grafiek

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Oefenopgaven
timer
6:00

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Versnelling
Vertraging
Constante snelheid

Slide 36 - Drag question

Slide 37 - Slide


Bereken de afgelegde weg tussen 0 en 5 seconden.
75 m
37,5 m
15 m
20 m

Slide 38 - Poll

=
_________
versnelling in m/s2
verschil in snelheid in m/s
verschil in tijd in s

Slide 39 - Drag question

Slide 40 - Slide

beerbBBBerereken de
Bereken de versnelling tussen 0 en 5 seconden.
3 m/s^2
15 m/s^2
75 m/s^2
0 m/s^2

Slide 41 - Poll


Bereken de versnelling tussen 15 en 25 seconden.
-15 m/s^2
1,5 m/s^2
-1,5 m/s^2
15 m/s^2

Slide 42 - Poll


A
10 m/s
B
2,5 m/s
C
10 m/s^2
D
2,5 m/s^2

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Slide

Welke hoort bij welke?
36 km/h
20 m/s
126 km/h
5 m/s
18 km/h
10 m/s
72 km/h
35 m/s

Slide 45 - Drag question


A
270 m/s^2
B
3 m/s^2
C
10,8 m/s^2
D
0,09 m/s^2

Slide 46 - Quiz

Zijn er nog vragen?

Slide 47 - Open question

Maakwerk
Alle opgaven van §2 Versnellen en vertragen (1 t/m 10)

Wil je natuurkunde in je profiel kiezen? Maak ook 11 en 12 (niet-eenparige versnelling), lees eerst de Plusstof op blz 24.

Leg op tafel - docent inventariseert hoe ver iedereen is.

Slide 48 - Slide