Quiz hoofdstuk 1-5

Om de goederenontvangst goed voor te bereiden moet je weten:
• Welke leveringen binnen moeten komen
• Welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd
• Welke mensen beschikbaar zijn.
Met welke andere zaken moet je nog rekening houden om de
goederenontvangst goed voor te bereiden?
A
Transportmiddelen en tijd
B
Omzetbudget en tijd
C
Informatie over de afnemers
D
Inkoopprijs en tijd.
1 / 12
next
Slide 1: Quiz
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Om de goederenontvangst goed voor te bereiden moet je weten:
• Welke leveringen binnen moeten komen
• Welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd
• Welke mensen beschikbaar zijn.
Met welke andere zaken moet je nog rekening houden om de
goederenontvangst goed voor te bereiden?
A
Transportmiddelen en tijd
B
Omzetbudget en tijd
C
Informatie over de afnemers
D
Inkoopprijs en tijd.

Slide 1 - Quiz

Wat controleer je bij een kwantitatieve controle?
A
Kloppen de afmetingen van de goederen?
B
Kloppen de hoeveelheden met de bestelling?
C
Klopt de houdbaarheidsdatum van de goederen?
D
Functioneren de goederen goed?

Slide 2 - Quiz

Wat wordt bedoeld met een backorder?
A
Dit is een bestelling van verpakkingen die je meerdere keren kunt gebruiken.
B
Dit zijn goederen met gebreken die door de ontvanger retour gestuurd worden.
C
Dit is een schriftelijke melding aan de leverancier van beschadigde artikelen in de levering.
D
Dit zijn goederen die door de leverancier gereserveerd worden voor een volgend levermoment.

Slide 3 - Quiz

Welke opslagmethode kan het best gekozen worden voor exclusieve horloges?
A
Afsluitbare ladekast
B
Magazijnstelling
C
Palletstelling
D
Vakstelling met opbergbakjes

Slide 4 - Quiz

Welke afbeelding betekent dat je niet mag stapelen?
A
B
C
D

Slide 5 - Quiz

Wat wordt verstaan onder de technische voorraad?
A
Dit is de werkelijke fysieke voorraad die aanwezig is.
B
Dit is de voorraad waarover je het risico loopt
C
Dit is de voorraad die besteld maar nog niet geleverd is.
D
Dit is de voorraad om afwijkingen in de vraag op te vangen.

Slide 6 - Quiz

Bert is winkeleigenaar en wil in een korte tijd zijn voorraad tellen, maar
het personeel niet te veel belasten. Hij besluit om twee weken lang
dagelijks een deel van het assortiment te tellen. Hij verdeelt de winkel
in veertien secties en telt iedere dag één sectie.
Welke manier van inventariseren past Bert toe?
A
Continue inventarisatie
B
Cyclische inventarisatie
C
Integrale inventarisatie
D
Steekproefsgewijze inventarisatie

Slide 7 - Quiz

Hoe wordt het zeer uitgebreide informatiesysteem genoemd dat
alle processen binnen het bedrijf ondersteunt?
A
ERP
B
VMI
C
EDI
D
ESP

Slide 8 - Quiz


Ook het verzendklaar maken van goederen verloopt in een aantal
stappen. namelijk 5.

Wat is de 2e en 3e stap ?
A
Sorteren en verpakken
B
Klaarzetten en laden
C
Verpakken en verzendklaar maken
D
Klaarzetten en laden

Slide 9 - Quiz


Miranda heeft onlangs bij de goederenontvangst tijdens het uitpakken
een product beschadigd. Het kon uiteindelijk niet meer verkocht
worden. Ze is vergeten om het af te boeken.
Van welke twee soorten derving is hier sprake?
A
Niet criminele en geregistreerde derving
B
Criminele niet geregistreerde derving
C
Niet criminele en niet geregistreerde derving
D
Criminele niet geregistreerde derving

Slide 10 - Quiz

Wat is een voorbeeld van derving ontstaan door een
administratieve fout?
A
Een kassière heeft bekende klanten extra korting gegeven.
B
Goederen zijn beschadigd bij het in- en uitpakken.
C
Goederen zijn onder verkeerde condities opgeslagen.
D
Retour gezonden goederen zijn niet geboekt.

Slide 11 - Quiz

Een dervingsbestrijdingsplan heeft drie niveaus.
Het hoofdkantoor van de Aldi stelt voor alle vestigingen een doel voor derving van 0,5% van de omzet.
Op welk niveau is het doel geformuleerd?

A
Strategisch
B
Operationeel
C
Tactisch
D
Budget technisch.

Slide 12 - Quiz