Jodenvervolging

Jodenvervolging
Welkom allemaal!
1 / 46
next
Slide 1: Slide
Mens en maatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Jodenvervolging
Welkom allemaal!

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Herhalen door middel van Quizlet.
De Jodenvervolging in foto's.
Opdracht.
Blooket of video.


Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
Wat de fasen waren van de Jodenvervolging en wat dit betekende voor de Joden.
Hoe de Jodenvervolging begon.
Wat antisemitisme, de kristallnacht, voor joden verboden, razzia's is en wat voor concentratiekampen er waren.

Hoe kan je deze doelen behalen?
Let goed op tijdens de uitleg en doe mee met de opdracht.
Aan het einde van de les verwacht ik dat jij de lesdoelen kan beantwoorden.

Slide 3 - Slide

Antisemitisme
  • Het is een ander woord voor Jodenhaat.
  • Joden zijn altijd een minderheid geweest en houden sterk vast aan hun tradities en gebruiken. Hierdoor worden ze vaak gezien als vreemd en eng.
  • Antisemitisme bestaat al duizenden jaren..........  Romeinen en mideleeuwen.

Slide 4 - Slide

Geen echte Duitsers.
  • De Nazi' s vonden de Joden een minderwaardig, gevaarlijk en zwak ras. 
  • Volgens de Duitsers zorgden de Joden alleen maar voor ellende in Duitsland. Het waren parasieten die uitgeroeid moesten worden.
  • Hitler wakkerde deze gedachtes aan toen hij aan de macht kwam.
  • Holocaust is een ander woord voor jodenvervolging.

Slide 5 - Slide

Fase 1
Pesten en vernederen.

Slide 6 - Slide

  • Veroorzaakt door de moord op een Nazidiplomaat in Parijs door de joodse Herschel Grynszpan.
  • De Nazi's werden opgeroepen om joodse eigendommen te vernielen als wraak. Er werd tegen de politie en de SS gezegd dat ze niet mochten ingrijpen.
Kristallnacht: 9 op 10 November 1938.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

De joden werden op straat vernederd.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Fase 2
Buitensluiten en uitsluiten.

Slide 12 - Slide

Voor Joden verboden.
  • Joden werden buitengesloten. Ze mochten niet meer naar de bioscoop, naar school, het zwembad, de supermarkt, naar hun werk, de dierentuin, hun sportclub en alle openbare plaatsen.
  • Ze moesten een joden ster dragen en ze kregen een "J" in hun paspoort.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Fase 3
Isoleren,
de joodse gettos.

Slide 16 - Slide

  •  Om de joden nog verder uit de maatschappij te duwen werden er aparte wijken gemaakt waar de joden in moesten wonen.

Slide 17 - Slide





  • In de ghetto's was het leven zwaar: 
  • er was te weinig woonruimte voor de duizenden joden die er moesten leven.

Slide 18 - Slide

Veel mensen gingen dood door ondervoeding

Slide 19 - Slide

Er waren weinig Duitse soldaten in de getto's, maar als ze er wel waren was het foute boel. 
Dan kwamen ze vaak mensen ophalen omdat ze naar de concentratiekampen werden getransporteerd. 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Fase 4
Uit de weg ruimen.....
Endlosung; de eindoplossing

Slide 22 - Slide




De joden werden opgepakt door middel van pogroms/razzia's=uitbarsting van geweld tegen een bepaalde groep in de samenleving. Ze moesten gelijk door naar de treinen of werden ter plekke doodgeschoten.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

De transporten
De joden werden in veewagons gestopt. De wagons werden vaak zo volgestopt dat de mensen die erin zaten niet konden gaan zitten en de hele reis (die soms dagen/weken duurde) moesten blijven staan. Zonder eten en water en met een pot om hun behoeften op te doen. 

Slide 27 - Slide

De concentratiekampen waren moordmachines. De nazi's vonden de concentratiekampen makkelijker en  effectiever voor het uitroeien van alle Joden. Het was systematisch.
Het vergassen van de Joden werd vaak gedaan door een andere Joodse gevangene.

Slide 28 - Slide


Zyklon B


  • Het was oorspronkelijk een bestrijdingsmiddel tegen ongedierte en bestond al vóór de oorlog.
  • Zyklon B bestaat uit korrels die verdampen (blauwzuur) als ze in contact komen met lucht.

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide










Als de oorlog op zijn einde loopt, moeten de Duitsers al het bewijsmateriaal voor hun misdaden laten verdwijnen: elk lichaam moet weer worden opgegraven en verbrand.

Slide 35 - Slide

Uit Nederland zijn erg veel Joden getransporteerd. Ongeveer 75 procent van de Nederlandse Joodse bevolking. Meer dan dat er in de meeste landen zijn getransporteerd. 
Het Duitse regime werkte goed in Nederland. De meeste Nederland werkten goed mee met de Duitsers. Veel Nederlandse Joden zagen het gevaar te laat in. Het was ook moeilijk om onder te duiken in Nederland. 
Er waren ook veel Jodenjagers in Nederland.

Wat herdenken we op 4 Mei? Hoe denk je dat de Joden zijn ontvangen toen ze weer terugkwamen in Nederland?


Slide 36 - Slide

De opdracht.
We gaan luisteren naar drie verschillende verhalen van mannen uit de tweede wereldoorlog.
Twee mannen hebben bij de waffen ss gezeten. Een man heeft spijt en de andere man vond zijn daden goed.
We gaan luisteren naar een man die een kamp heeft overleefd en uiteindelijk naar is ontvangen in Nederland.
Bij deze verhalen heb je een blad met vragen. 

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

Slide 39 - Video

Slide 40 - Video

1900
28 Juni 1914
28 Juli 1914
11 November 1918
1929 
1932 
10 Mei 1940
Begin eerste wereldoorlog.
Aanslag op Franz Ferdinand.
Einde eerste wereldoorlog.
NSDAP grootste partij.
Beurskrach
Bezetting van Nederland.

Slide 41 - Drag question

Wat betekent het woord holocaust?
A
Een ander woord voor joden vervolging.
B
Een ander woord voor nazi
C
Een ander woord voor de tweede wereldoorlog.
D
Een andere benaming voor Hitler

Slide 42 - Quiz

Er kwam verzet vanuit het Nederlandse volk. Op welke manier kwamen mensen in verzet?

Slide 43 - Open question

Neutraal.
centralen
Centralen
Centralen
Geallieerden
Geallieerden
Geallieerden

Slide 44 - Drag question

Hoe heette de partij van Hitler?
A
NSDAP
B
DAP
C
PNSDA
D
NSPAD

Slide 45 - Quiz

Blooket

Slide 46 - Slide