Herhaling grammatica zinsdelen en woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Herhaling grammatica woordsoorten en zinsdelen

HA2C en HA2D

1. Wat zijn de persoonlijk voornaamwoorden in de volgende zin?
Het doet me deugd dat je weer meedoet.

1. je
2. het, me
3. me, je
4. het, me, je

2. Noem drie bezittelijke voornaamwoorden

3. Vul hun of hen in:
Wie heeft ... het grote nieuws verteld over ... koninklijke onderscheiding?

1. hun, hen
2. hun, hun
3. hen, hun
4. hen, hen

4. Is het werkwoord "gekapt" in onderstaande zin kww of zww?
De oude boom moet helaas worden gekapt.

1. kww
2. zww

5. Maak een zin met onderstaand bouwplan:
vz - lw - zn - kww - pvnw -bw

6. In een zin staat altijd een zww of een kww.

1. juist
2. onjuist

7. De pv is altijd een hww.

1. juist
2. onjuist

8. Het kww staat altijd aan het einde van de zin.

1. juist
2. onjuist

9. De werkwoorden zijn en worden zijn altijd kww.

1. juist
2. onjuist

10. Noteer van onderstaande zin alle werkwoorden en zet erachter hww, kww, zww.
Vaak worden door jongeren nepartikelen gekocht voor een hoge prijs.

11. Noteer van onderstaande zin alle werkwoorden en zet erachter hww, kww, zww.
Loopt Camiel de Nijmeegse Vierdaagse ondanks zijn blaren uit?

12. Noteer van onderstaande zin pv, ow, wg.
De meeste kinderen luisteren graag naar traditionele sprookjes.

13. Noteer van onderstaande zin pv, ow, wg.
Meestal zullen leerlingen uitgaan van de eerlijkheid van de docent.

14. Noteer pv, ow en ng. Zet het naamwoordelijk deel tussen [ ].
Het nieuwe wetsvoorstel over privacy blijkt nogal ingewikkeld.

15. Noteer pv, ow en ng. Zet het naamwoordelijk deel tussen [ ].
Nederlandse dj's zijn de laatste jaren enorm populair.

16. Noteer pv, ow en ng. Zet het naamwoordelijk deel tussen [ ].
Nog nooit was Rick zo benieuwd naar zijn cijfer voor Duits.

17. NG of WG?
Waarom zijn de verkiezingen in Amerika in 2016 zo grimmig geweest?

1. wg
2. ng

18. NG of WG?
De directeur heeft de bezoekers gewaarschuwd om geen lawaai te maken.

1. wg
2. ng

19. NG of WG?
Leek die buschauffeur niet erg nieuwsgierig?

1. wg
2. ng

20. Noteer pv, ow, wg/ng.
De openbare bibliotheek ligt in het hart van de stad.

Heel veel succes met de toets maandag!!!!