H9 zoutoplossingen

Leerdoel: Wat gebeurt er als je 2 zoutoplossingen bij elkaar giet?
1 / 37
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Leerdoel: Wat gebeurt er als je 2 zoutoplossingen bij elkaar giet?

Slide 1 - Slide

Wat zie je hier?

Slide 2 - Slide

Wat zie je hier?

Slide 3 - Slide

Wat zie je hier?

Slide 4 - Slide

Wat zie je hier?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Zouten
  • positief metaal- of ammoniumion gebonden aan enkelvoudig of samengesteld negatief ion
  • geleiden stroom in opgeloste of gesmolten toestand
  • vast bij kamertemperatuur

Slide 7 - Slide

Zeven samengestelde ionen (uit je hoofd leren!)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

zouten hebben een kristalstructuur

Slide 10 - Slide

Wat is de formule voor chroom IV chloride?
A
Cr4Cl
B
CrCl4
C
CrCl4-
D
CrCl2

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Wat is de formule van calciumnitraat?
A
Ca(NO3)2
B
CaNO3
C
KNO3
D
K(NO3)2

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Wat is de formule van ijzer(III)oxide?
A
F3O2
B
F2O3
C
Fe3O2
D
Fe2O3

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Electrolyse v/e zout oplossing

Slide 17 - Slide

Oplossen van een zout

Slide 18 - Slide

Geef de oplosvergelijking van
K2CO3

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Slide

Oplosbaarheid zouten 
  • alle zouten met als positief ion kalium, natrium en ammonium zijn altijd goed oplosbaar
  • alle zouten met als neg. ion een nitraat zijn goed oplosbaar

Slide 21 - Slide

verschillende zoutoplossingen hebben kenmerkende kleuren

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

zout herkennen: oplosbaarheid (+kleuroplossing) + vlamtest

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Geef de vergelijking van het indampen van een magnesiumchloride oplossing

Slide 26 - Open question

Uit je hoofd leren!!

Slide 27 - Slide

Een zout maken

Slide 28 - Slide

OPDRACHT 1: Een slecht oplosbaar zout maken. Geef een voorbeeld van 2 zoutoplossingen waarmee je bariumcarbonaat kunt maken.
timer
3:00

Slide 29 - Open question

zouten maken
  • maak een tabel met de aanwezige ionen
  • positieve ionen vertikaal
  • neg ionen horizontaal
  • kijk in binas tabel 35 welke combinatie een niet oplosbaar zout vormt--> dat is de gevormde stof dus deze vormt neerslag en kun je eruit filtreren

Slide 30 - Slide

reactievergelijking van neerslagreactie
  • noteer in een tabel de aanwezige ionen voor de reactie in kolom 1
  • de gevormde stof en de tribune ionen(=ionen die niet meedoen aan reactie en dus achterblijven in oplossing)

Slide 31 - Slide

ion soort aantonen

Slide 32 - Slide

ion soort vewijderen

Slide 33 - Slide

Hard water bevat veel calcium- ionen.
Hoe komen deze daar?

Regenwater bevat CO2, dit is een beetje zuur. Dit komt op gesteentes terecht. Deze gesteentes bevatten calciumcarbonaat (CaCO3). Als het regenwater hierop valt, lost het calciumcarbonaat op:

CaCO3(s) + CO2(aq) + H2O (l) --> Ca2+ (aq) + 2HCO3- (aq)

Slide 34 - Slide

De hardheid van water druk je uit
in Duitse Hardheidsgraden (DH):
1 DH = 7,1 mg Ca2+ per liter 

Slide 35 - Slide

Verhitten van hard water:


Ca2+ (aq) + 2HCO3- (aq) --> CaCO3(s) + CO2(aq) + H2O (l).

Calciumcarbonaat is slecht oplosbaar, dus dit noem je ook wel de kalkaanslag/ketelsteen.
Dus bij verwarming/waterkoker etc krijg je vorming van ketelsteen als je hard water gebruikt.
Nog een nadeel: er is meer zeep nodig bij het wassen.

Slide 36 - Slide

Hard water zacht maken:
  • vooraf verhitten. Water koken en de gevormde ketelsteen verwijderen met schoonmaakazijn. Het water is zachter geworden.
  • ontharder toevoegen. Deze bevat een negatief ion dat met Ca2+ een neerslag veroorzaakt. De neerslag kun je vervolgens filtreren.
  • ionenwisselaar gebruiken. Vaste stof die aan het oppervlak negatief geladen is, hieraan zitten natrium-ionen. Calcium-ionen uit het water worden  ingewisseld door natrium-ionen
  • ontharden met groene zeep. Groene zeep is oplossing van Na+ en C17H35COO-. Calciumionen uit water reageren:
    Ca2+ (aq) + 2 C17H35COO- (aq) --> Ca(C17H35COO)2 (s)
    Gevormde neerslag = kalkzeep. De calciumionen zijn dus nu verwijderd uit het water.

Slide 37 - Slide