HV3 1.3 Zuivere stoffen & Mengsels

1.3 Zuivere stoffen en mengsels
1 / 29
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

1.3 Zuivere stoffen en mengsels

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
1.3.1. Je kunt op micro- en macroniveau uitleggen wat zuivere stoffen en wat mengsels zijn.
1.3.2 Je kunt smelt- en kookdiagrammen van mengsels op microniveau verklaren.
1.3.3. Je kunt op micro- en macroniveau het verschil uitleggen tussen homogene en heterogene mengsels.
1.3.4. Je kunt een aantal mengsels op macro- en microniveau beschrijven.
1.3.5. Je kunt berekeningen uitvoeren aan de samenstelling van mengsels: massa%, volume% en gram per liter.

Slide 2 - Slide

Zuivere stoffen en mengsels
  • Een zuivere stof is één soort stof met één soort moleculen, bijvoorbeeld kristalsuiker of aluminium.
  • Een mengsel is een combinatie van stoffen, met meerdere soorten moleculen.

  • De meeste stoffen die wij gebruiken zijn mengsels.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Smelt- en kookdiagram van een mengsel
  • Zuivere stoffen hebben een smelt- en kookpunt
  • Mengsels hebben een smelt- en kooktraject

Slide 5 - Slide

Melk is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 6 - Quiz

Kraanwater is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 7 - Quiz

Koper is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 8 - Quiz

Brons is een ...
A
Zuivere stof
B
Mengsel

Slide 9 - Quiz

Homogeen en heterogeen
  • In een homogeen mengsel zitten stoffen in dezelfde fase (vast, vloeibaar, gas) en kun je de verschillende deeltjes niet zien (ook niet met microscoop). 
  • Zijn op macroniveau niet van elkaar te onderscheiden

  • In een heterogeen mengsel zitten stoffen in verschillende fasen. 
  • De verschillende stoffen zijn te zien met het blote oog of onder een microscoop

    Slide 10 - Slide

    Filmpje mengsels
    In het filmpje worden 5 mengsels genoemd met voorbeelden. Schrijf dit op.

    Slide 11 - Slide

    Slide 12 - Video

    5 mengsels uit het filmpje

    Slide 13 - Mind map

    Homogene mengsels
    • Oplossing (suiker in water)
    • Legering (brons)
    • Gasmengsel (lucht)

    Slide 14 - Slide

    Heterogene mengsels
    • Suspensie (chocolademelk), vaste stof in vloeistof
    • Emulsie (melk), twee vloeistoffen die niet mengen
    • Rook, vaste stof (roet) in gas (lucht) 
    • Nevel (mist), vloeistof in gas

    Slide 15 - Slide

    Zeewater is een ...
    A
    Suspensie
    B
    Emulsie
    C
    Oplossing
    D
    Legering

    Slide 16 - Quiz

    Haarlak is een ...
    A
    Suspensie
    B
    Emulsie
    C
    Nevel
    D
    Gasmengsel

    Slide 17 - Quiz

    Mayonaise is een ...
    A
    Suspensie
    B
    Emulsie
    C
    Legering
    D
    Schuim

    Slide 18 - Quiz

    Slootwater is een ...
    A
    Suspensie
    B
    Emulsie
    C
    Oplossing
    D
    Schuim

    Slide 19 - Quiz

    Slide 20 - Slide

    Massapercentage (massa%)

    Slide 21 - Slide

    Bereken het massapercentage tin in een legering van 23 gram tin en 56 gram koper

    Slide 22 - Open question

    Volumepercentage (vol%)

    Slide 23 - Slide

    Bereken het vol% azijnzuur van een fles schoonmaakazijn wat bestaat uit 113 ml azijnzuur en 637 ml water

    Slide 24 - Open question

    Slide 25 - Slide

    Gehalte

    Slide 26 - Slide

    Bereken het gehalte aan zout bij 9 gram zout in 400 ml water (in gram per liter)

    Slide 27 - Open question

    Leerdoelen
    1.3.1. Je kunt op micro- en macroniveau uitleggen wat zuivere stoffen en wat mengsels zijn.
    1.3.2 Je kunt smelt- en kookdiagrammen van mengsels op microniveau verklaren.
    1.3.3. Je kunt op micro- en macroniveau het verschil uitleggen tussen homogene en heterogene mengsels.
    1.3.4. Je kunt een aantal mengsels op macro- en microniveau beschrijven.
    1.3.5. Je kunt berekeningen uitvoeren aan de samenstelling van mengsels: massa%, volume% en gram per liter.

    Slide 28 - Slide

    Werkdoelen
    HAVO: 
    Opdrachten: 1, 2, 3, 4, 5, 6, 8

    VWO:
    Opdrachten: 1, 4, 5, 8, 9, 10, 11


    Slide 29 - Slide