VWO4-TP4-toetsvoorbereiding

VWO4-TP4-toetsvoorbereiding
1 / 22
next
Slide 1: Slide
ScheikundeVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

VWO4-TP4-toetsvoorbereiding

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is het hoogste energieniveau in een energiediagram van een endotherme reactie?
A
beginstoffen
B
reactieproducten
C
geactiveerde toestand
D
dat hangt van de reactie af

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke functie heeft bruinsteen?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Volgens het botsende-deeltjes model gaan bij het verhogen van de concentratie de deeltjes:
I Vaker botsen
II Harder botsen
Wat is juist?
A
alleen I
B
alleen II
C
I en II
D
geen van beide

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Hieronder is het energiediagram voor de verbranding van methaan weergegeven. Sleep de namen naar de juiste plek.
methaan
water
koolstofdioxide
zuurstof
reactiewarmte
activeringsenergie

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Wat is de systematische naam van deze verbinding?
A
3-hydroxybut-2-een-2-amine
B
3-aminobut-2-een-2-ol
C
2-aminobut-2-een-3-ol
D
2-hydroxybut-2-een-3-amine

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de Latijnse naamgeving voor het vogelbekdier?
A
Pandion Haliaetus
B
phascolarctos Cinereus
C
equus quagga
D
Ornithorhynchus anatinus

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

is een isomeer van
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Zijn dit
isomeren?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Kookpunten vergelijken van 2 isomeren met molecuulformule C4H10
Hoogste kookpunt
Laagste kookpunt

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

evenwicht ligt links
evenwichtsreactie
BRE-schema
evenwicht ligt rechts
evenwichtsvoorwaarde
grafiek van concentratie
als functie van tijd
concentratiebreuk
evenwicht verschuiven
ACTIE: [..] >
K << 1
K >> 1

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Bij een reactie is 40% van de beginstof A omgezet. Plaats de juiste getallen in de laatste regel van het BRE-schema.
B        5,00      5,00        0          
R
E
2 A+B22 AB
3,00
2,00
5,00
2,50
1,00
4,00

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Gegeven het evenwicht:

Bij evenwicht geldt altijd:
NO2N2O4
A
de snelheid vd reactie naar links = de snelheid vd reactie naar rechts
B
er treden geen reacties meer op
C
concentraties zijn gelijk
D
% effectieve botsingen = 0

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Als men de temperatuur van een evenwicht verhoogt, verschuift het evenwicht naar de .........
A
Endotherme kant
B
Exotherme kant

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions



Van het bovenstaande evenwicht is in een reactievat van 1 liter bij evenwicht 2,8 mol waterstof, 1,9 mol zuurstof en 2,2 mol water aanwezig. Bereken de evenwichtsconstante van dit evenwicht.
2 H2 (g)+O2 (g)2 H2O (g)
A
0,16
B
0,32
C
3,1
D
6,2

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Gegeven is het volgende het evenwicht


Het volume wordt verkleind.
Naar welke kant verschuift nu het evenwicht ?
(HF)6(g)6HF(g)
A
naar links want daar staan minder gasdeeltjes
B
naar rechts want daar staan meer gasdeeltjes
C
in het midden want druk geldt voor beide kanten
D
ik heb meer informatie nodig

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

In een reactievat bij 298 K is er een chemische evenwicht. Leg uit wat er met dit evenwicht gebeurt wanneer de temperatuur in het reactievat wordt verhoogd.

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

wat gebeurd er met evenwicht B bij druk verhoging?

Slide 19 - Open question

p hoger, ew verschuift naar de kant met de minste deeltjes.
ew 1: links is de som van de coëfficiënten 2 en rechts 1, dus rechts van de pijl staan minder deeltjes, ew verschuift naar rechts
ew 2: links is de som van de coëfficiënten 0 en rechts 4, dus links van de pijl staan minder deeltjes, ew verschuift naar links
 
1. Een vaste stof in een vloeistof die niet mengen
2. Een vaste stof in een vloeistof die wel mengen
3. Een vloeistof in een vloeistof die niet mengen
4. Een vloeistof die makkelijk oplost in water
5. Een vloeistof die moeilijk oplost in water
6. Een hulp stof die er wel voor zorgde dat een emulsie mengt.
Emulsie
Oplossing
Emulgator
Suspensie
Hydrofoob
Hydrofiel

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

zet de vinkjes op de bindingen die een waterstofbrug kunnen vormen.

Slide 21 - Drag question

This item has no instructions

Wat kan er op t1 zijn
aangepast aan het
evenwicht?

Slide 22 - Open question

op t1 is extra stof A of B toegevoegd; de reactiesnelheid NAAR RECHTS is namelijk hoger geworden.
Als de reactie naar RECHTS endotherm was, had ook de T verhoogd kunnen zijn.