Futur simple

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Welke tijden ken je al?

je - regarder (futur proche)

1. je vais regarder
2. je vas regarder
3. je regardera
4. je regarderai

ils - avoir (futur proche)

1. ils font avoir
2. ils avoirent
3. ils vont avoir
4. ils sommes avoir

Ik ga lopen (marcher)

Let op: als een werkwoord op -re eindigt: dan moet de e eerst weggehaald worden!

luisteren

kijken

tu - regarder

1. tu regarderas
2. tu regardera
3. tu regardas
4. tu regardaser

nous (regarder)

1. regarderons
2. regardons
3. regardions
4. avons regardé

Zij zullen zingen

1. elles chantont
2. elles chanteront
3. elles vont chanter
4. elles ont chanté

zijn

hebben

maken/doen

gaan

kunnen

willen

elle - faire

1. elle ferez
2. elle fera
3. elle faira
4. elle feras

vous - avoir

1. vous aurez
2. vous auriez
3. vous avoiriez
4. vous avoir

nous - aller

1. nous irions
2. nous irons
3. nous allerons
4. nous ayeez

Ik zal zijn

Futur proche

NL: gaan + heel werkwoord

FRA: aller + heel werkwoord

Ik ga eten

je vais manger

Futur simple

NL: zullen + heel werkwoord

FRA: heel werkwoord + uitgangen

ik zal eten

je mangerai

Sleep de woorden bij de juiste tijd

FUTUR PROCHE

FUTUR SIMPLE

FRA: aller + heel werkwoord

FRA: heel ww + uitgangen

NL: gaan + heel ww

NL: zullen + heel ww

ai, as, a, ons, ez, ont

vais, vas, va, allons, allez, vont

je regarderai

je vais regarder

Wat heb je vandaag geleerd?