H4.4

waarnemen en reageren
H4.4     
Zenuwstelsel 
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

waarnemen en reageren
H4.4     
Zenuwstelsel 

Slide 1 - Slide

zenuwstelsel
Bestaat uit:
zenuwen, ruggemerg, hersenen

ruggemerg en hersenen samen heten centraal zenuwstelsel

Slide 2 - Slide

zenuwstelsel
Werking:
Zintuigen zetten prikkel om in een impuls. Impuls verplaatst zich via zenuwen en het ruggemerg naar de hersenen. Daar neem je (pas) waar! 
Hersenen sturen inpulsen terug naar bijv. spieren om te gaan bewegen.

Slide 3 - Slide

Impulsen verplaatsen zich langs zenuwen

Zenuwcellen geleiden impulsen via de uitlopers

Slide 4 - Slide

3 soorten zenuwcellen:
Gevoelszenuwcel: 
  • geleiden impulsen van zintuigen naar centrale zenuwstelsel
  • lange uitloper is verbonden met zintuig, korte verbonden met andere zenuwcellen
  • cellichaam ligt buiten het ruggemerg

Slide 5 - Slide

3 soorten zenuwcellen:
Bewegingszenuwcel: 
  • geleiden impulsen van ruggemerg naar spieren
  • lange uitloper is verbonden met een spier, korte verbonden met andere zenuwcellen
  • cellichaam ligt in het ruggemerg

Slide 6 - Slide

3 soorten zenuwcellen:
Schakelzenuwcel: 
  • geleiden impulsen van ene zenuwcel naar andere zenuwcel
  • alleen korte uitlopers, verbonden met andere zenuwcellen
  • liggen volledig in het centrale zenuwstelsel (ruggemerg of hersenen)

Slide 7 - Slide

Impulsen gaan langs de 3 soorten zenuwcellen:
gevoelszenuw              schakelzenuw          bewegingszenuw

Slide 8 - Slide

3 soorten zenuwen:
Gevoelszenuw: bevat alleen uitlopers van gevoelszenuwcellen 
bewegingszenuwen: bevatten alleen uitlopers van bewegingszenuwcellen
gemengde zenuwen: bevatten uitlopers van gevoels- en bewegingszenuwcellen.

Slide 9 - Slide

Hersenen: bestaat uit 3 delen

1. Grote hersenen: 
buitenkant geplooid (hersenschors), bestaat uit miljarden schakelcellen. Zorgen voor bewustwording. Delen hebben eigen taak (hersencentrum)
Elk zintuigen verbonden met een hersencentrum.
leggen verwerkte informatie vast = geheugen

Slide 10 - Slide

Hersenen: bestaat uit 3 delen

2. Kleine hersenen: 
Zorgen voor coordinatie van bewegingen en evenwicht. Coordinatie is in juiste volgorde samentrekken van spieren bij een beweging.
verwerking informatie uit ogen en evenwichtszintuigen, sturen spieren aan

Slide 11 - Slide

Hersenen: bestaat uit 3 delen

3. Hersenstam: 
Verbinding grote/kleine hersenen met het ruggemerg.
Centra voor onbewuste processen (hartslag, ademhaling). 
Regelt reflexen (= onbewuste beweging)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

verandering Hersenen
Door leren ontstaan verbindingen. Het aantal verbindingen worden steeds groter. Door veel herhaling worden de verbindingen sterker, daardoor gaan bijv. bewegingen bijna automatisch. 
Verbindingen die je niet vaak gebruikt verdwijnen weer.

Slide 14 - Slide

geheugen: 2 soorten
2. Lange termijngeheugen:
herhaling van informatie vastgelegd, zenuwcellen krijgen vaste route (=geheugenspoor).
Geheugenspoor kan versterkt worden door nformatie vaak te herhalen.

Slide 15 - Slide

stoffen die invloed hebben op je hersenen
Drank:
je wordt vrijer/gemakkelijker. Minder controle over bewegingen. Geheugen en concentratie worden slechter.
Drugs:
verminderde concentratie, geheugen wordt slechter
Medicijnen:
soms traag en suf

Slide 16 - Slide

geheugen: 2 soorten
1. Korte termijngeheugen:
houdt informatie maximaal een half uur vast. Betreft informatie die je even nodig hebt en daarna weer kunt vergeten

Slide 17 - Slide