H3.7 Grammatica - Onderwerp

              Welkom
💼 Pak je boek en pen/potlood.
📖 Ipad dicht op tafel en telefoon in het hotel.
🔲 Zorg dat je leesboek op tafel ligt.

DEZE LES:
H3.7 Onderwerp 
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1,3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

              Welkom
💼 Pak je boek en pen/potlood.
📖 Ipad dicht op tafel en telefoon in het hotel.
🔲 Zorg dat je leesboek op tafel ligt.

DEZE LES:
H3.7 Onderwerp 

Slide 1 - Slide

oefenen 
uitleg 
  lesprogramma
      lezen 
Lezen - Challenge 
Manieren om onderwerp te vinden 
Samen enkele zinnen oefenen 
aan de slag 
Zelfstandig oefenen 
huiswerk
voorkennis 
Hoe vind je het onderwerp?
Opdracht 8, 10, 11 en 12  

Slide 2 - Slide

        Lezen 

Wat: 3 leerlingen lezen voor
Hulp: Je leesboek
Hoe: Voorlezen door Elise
          De rest: luisteren en jureren
Tijd: Ongeveer 5 minuten
         
timer
10:00

Slide 3 - Slide

Wat leer je deze les?

Aan het eind van deze les kun je het onderwerp vinden in een zin

Aan het eind van deze les kun je zinsontleding uitbreiden met wwg en ow. 
        leerdoelen

Slide 4 - Slide

   Voorkennis
Onderwerp 
Wat is een onderwerp?

Het onderwerp geeft aan WIE is doet
(Wie voert uit?)

* Is vaak het eerste zinsdeel. 


ONTHOUDEN!
Stap 1: Wat is de pv?
Stap 2: Zijn er andere werkwoorden?
Stap 3: Wie/Wat + wwg


Slide 5 - Slide

   Uitleg
Manieren om het onderwerp te vinden
Er zijn twee manieren om het onderwerp te vinden:
1: Wie/ Wat + wwg. Het antwoord is het onderwerp.
2: Getalsproef. Het zinsdeel dat mee verandert is het ow. 
Enkelvoud naar meervoud
Meervoud naar enkelvoud

Slide 6 - Slide

Wat is het onderwerp in deze in:

Jack heeft de hele dag zitten appen.

A
heeft
B
Jack
C
heeft zitten
D
zitten appen

Slide 7 - Quiz

Wat is het onderwerp in deze in:

Deze film raakt mij.

A
Deze film
B
raakt mij
C
raakt
D
mij

Slide 8 - Quiz

Wat is het onderwerp in deze in:

Ik was gister aan het voetballen.

A
was
B
was gister
C
Ik
D
was aan het voetballen

Slide 9 - Quiz

Er volgen nu een aantal zinnen. Geeft hierbij aan wat het wwg, de persoonsvorm en het onderwerp is.

Sleep het juiste onderdeel naar het juiste zinsdeel. 
oefenen  
Samen 

Slide 10 - Drag question

onderwerp 
Persoonsvorm
Wwg 
Hij 
kocht 
het
mooie
cadeau.

Slide 11 - Drag question

onderwerp 
Persoonsvorm
Wwg 
De serie Brugklas
draait
een zevende seizoen

Slide 12 - Drag question

onderwerp 
Persoonsvorm
Wwg 
De populaire serie
toont
herkenbare situaties

Slide 13 - Drag question

onderwerp 
Persoonsvorm
Wwg 
Dylon
heeft
zijn Ipad
laten
vallen

Slide 14 - Drag question

onderwerp 
Persoonsvorm
Wwg 
Voor veel geld 
wil
Jack 
de Ipad 
wel 
maken

Slide 15 - Drag question

onderwerp 
Persoonsvorm
Wwg 
Een enthousiast publiek 
probeert
de wedstrijd
te
volgen

Slide 16 - Drag question

Stelling van Pythagoras
HERHALING
oefenen  
ONTHOUDEN!
Stap 1: Wat is de pv?
Stap 2: Zijn er andere werkwoorden?
Stap 3: Wie/Wat + pv + wwg

Slide 17 - Slide

Stelling van Pythagoras
Zelfstandig
oefenen  
Wat: Maken 8, 10, 11 en 12 
Hulp: Je boek
Hoe: zelfstandig
Tijd: 10 min
Uitkomst: Je kunt het onderwerp vinden in een zin 
Klaar? Aan mij laten zien en wat voor jezelf doen (als er tijd over is)

timer
10:00

Slide 18 - Slide

Wat heb je geleerd?

Dat een onderwerp aangeeft wie/wat iets doet

En dat het onderwerp op verschillende manieren te vinden is. 


        leerdoelen

Slide 19 - Slide