ONO Blok 2 Grammatica les 2.3 t/m 2.5

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Pak je leesboek en ga lezen!
timer
8:00
1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Pak je leesboek en ga lezen!
timer
8:00

Slide 1 - Slide

Terugblik
1. Toets bespreken 
2. Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 2 - Slide

Benoem het werkwoord in de volgende zin:

De kinderen dansen door de kamer.
A
de kinderen
B
dansen
C
door
D
de kamer

Slide 3 - Quiz

Leerdoelen:
  • Ik kan verschillende werkwoordsvormen herkennen en benoemen.
  • Ik kan de tijdproef uitleggen en toepassen.
  • Ik kan in een zin de persoonsvorm herkennen en benoemen.

Slide 4 - Slide

Instructie
Tegenwoordige tijd: een werkwoord kan vertellen wat iemand nu doet of wat er nu gebeurt.
Verleden tijd: een werkwoord kan ook vertellen wat iemand heeft gedaan of wat er al is gebeurd. 

Slide 5 - Slide

Instructie 2
Werkwoordsvormen

Hele werkwoord: bellen
Voltooid deelwoord: gebeld
Persoonsvorm: staat er in een zin maar één werkwoord, dan is dat automatisch de persoonsvorm.

Slide 6 - Slide

Instructie 3
Persoonsvorm: vorm van een werkwoord (ww) die je in de tegenwoordige tijd (t.t.) en verleden tijd (v.t.) kan schrijven.

Hoe doe je dat? Tijdproef!
1. Staat een zin in de (tegenwoordige tijd) t.t., zet hem dan in de (verleden tijd) v.t.
2. Staat een zin in de verleden tijd (v.t.), zet hem dan in de tegenwoordige tijd (t.t.).
3. Het werkwoord (ww) dat zich aanpast, is de persoonsvorm (pv).

Voorbeeld: 
a. Sam zoekt zijn voetbalschoen.
b. Sam zocht zijn voetbalschoen.

Slide 7 - Slide

Staat de volgende zin in de tegenwoordige of in de verleden tijd?

De bladeren vielen uit de boom.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 8 - Quiz

Wat is de persoonsvorm in de volgende zin:
Mijn school organiseert een sportdag.
A
mijn school
B
organiseert
C
een sportdag

Slide 9 - Quiz

Doe de tijdproef. Zet onderstaande zin in een andere tijd.

Mya en Merve pakken hun boeken uit hun schooltas.

Slide 10 - Open question

Benoem de persoonsvorm.

Mya en Merve pakken hun boeken uit hun schooltas.

Slide 11 - Open question

Pak je boek op blz. 72. Maak de opdracht en noteer hier de antwoorden.

Slide 12 - Open question

Zelfstandige verwerking
  • Brons: blz. 72, opdr. 14, 15, 18, 19, 21, 23
  • Zilver: blz. 72, opdr. 14, 15, 18, 19, 21, 23
  • Goud: blz. 72, opdr. 14, 15, 18, 19, 22, 23
Klaar? 
  • Nakijken en afstrepen op je takenkaart.
  • Pak je leesboek uit de kast en ga rustig lezen. 
  • Oefenen voor de toets: Op Niveau Online.
timer
1:00

Slide 13 - Slide

Evaluatie
Beantwoord de vraag uit de spinner.

Slide 14 - Slide

Vooruitblik
In de volgende les gaan we verder met B2 Spelling.

Slide 15 - Slide