Leerjaar 1_IB_FR_P2_MYP2Leerjaar1 - Cours 4 20250506

1 / 48
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar
Enlevez votre manteau. 
Mettez votre téléphone portable dans votre sac à dos.
Écouteurs dans vos sacs à dos.
Posez vos sacs à dos par terre.
Gardez votre ordinateur portable fermé dans votre sac à dos.
Mettez votre matériel scolaire sur la table.
timer
5:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welkom bij VAK
Unit 3: Qu'est-ce que tu fais pendant la journée?/
What do you do all day?
Learner Profile: ....
Reflective/ Reflectief
ATL: ....
Organisation/ Reflection
Related concepts: ....
Communities; Time & Place

- Communities are groups that exist in proximity defined by space, time or relationship. 
- Time and place: they refer to the absolute or relative position of people, objects and ideas. 'Time, place and space' focuses on how we construct and use our understanding of location ("where" and "when").
Key concept: ....
Culture encompasses a range of learned and shared beliefs, values, interests, attitudes, products, ways of knowing and patterns of behaviour created by human communities. The concept of culture is dynamic and organic.
Statement of Inquiry : We use language with the purpose to express our culture through our daily routines, as part of a community, adapting to time and place.
Global context: ....
Personal and cultural expression.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Voorkennis (herhaling- weten hoe je de tijd moet vertellen)/ Révision - savoir lire l'heure
  • Leerdoelen opstellen/ Objectifs d’apprentissage
  • PO
  • Verbetering van huiswerk/ Correction des devoirs
  • Instructie/ Instructions
  • Aan de slag/ Connaissance d'aujourd'hui
  • Reflectie en leerdoelen check/ Réflexion et vérification des objectifs d'apprentissage

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Overzicht periode 3
Week 1
Week 2
Week 3
Week 4
Week 5
C'est quoi une routine?
What is a routine?
Vocabulaire
Quelle est ma routine?
What is my routine?

Verbes pronominaux.
Quelle heure est-il?
What time is it?

Les jours de la semaine.
Lire l'heure.
Pourquoi mesure-t-on le temps? 
Why do we measure time?

Les caractéristiques d'un article.
P.O.
Quel est ton emploi du temps?
What is your schedule?

Faire et aller

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Overzicht periode 3
Week 6
Week 7
Week 8
Week 9
Week 10
En quoi notre routine définit-elle notre culture?
How does our routine define our culture?

Les repas
FA
Est-il important d'avoir une routine?
Is it important to have a routine?


Adverbes de fréquence.
Quels sont les avantages et les inconvénients d'une routine?
What are the advantages and disadvantages of a routine?
Révision/
Content review

Examen/
Test

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Révision
Herhaling
      Les jours 
de la semaine

Slide 7 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Révision
Herhaling van hoe je de tijd kunt vertellen
     Quelle heure est-il?

Slide 8 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Slide 9 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Slide 10 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Leerdoelen
  • Je sais lire l'heure en Français.
  • Je comprends un texte sur le temps qui passe!
  • Je peux répondre à des questions sur un article.
  • I can tell the time in French.
  • I understand a text about the passage of time!
  • I can answer questions about an article.

 
 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

PO
          Le PO sera un dialogue (professeur - étudiant). 
- Nous allons parler de la routine (la tienne et/ou celle de quelqu’un d’autre). 
- Il faut savoir: l’heure, les verbes pronominaux, les jours de la semaine, les verbes être, avoir, les verbes en -ER, et aller. Il faut aussi connaître le vocabulaire de la période.
          The PO will be a dialogue (teacher - student).
- We will talk about routine (yours and/or someone else's). 
- You need to know how to tell the time in French, reflexive verbs, the days of the week, the verbs être, avoir, verbs ending in -ER, and aller. You also need to know the vocabulary for the period.

Slide 12 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Correction

Slide 13 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction

Slide 14 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction

Slide 15 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction

Slide 16 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction

Slide 17 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction

Slide 18 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction

Slide 19 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Comment lire un texte:
How to read a text:
  • Regarde le titre du texte : il te donne une idée du sujet.
  • Observe les images (s’il y en a) : elles aident à comprendre.
  • Essaye de comprendre l’idée générale du texte.
  • Pose-toi la question : "De quoi parle ce texte ?"

  • Look at the title of the text: it gives you an idea of the topic.
  • Look at the pictures (if there are any): they help you understand.
  • Try to understand the general idea of the text.
  • Ask yourself the question: "What is this text about?"
  • Metnin başlığına bak: sana konuyla ilgili bir fikir verir.
  • Resimlere bak (varsa): anlamana yardımcı olurlar.
  • Metnin genel fikrini anlamaya çalış.
  • Kendine şu soruyu sor: "Bu metin ne hakkında?"
  • Подивися на заголовок тексту: він дає тобі уявлення про тему.
  • Подивися на зображення (якщо вони є): вони допомагають зрозуміти.
  • Спробуй зрозуміти загальну ідею тексту.
  • Задай собі питання: "Про що цей текст?"

Slide 20 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

  • Lis une deuxième fois le texte et souligne les mots importants (lieux, dates, actions…).
  • Si un mot est difficile, essaie de deviner avec le contexte.
  • Tu peux regarder le sens d’un mot dans le dictionnaire.
  • Réponds à des questions simples sur le texte.

  • Read the text a second time and underline the important words (places, dates, actions…).
  • If a word is difficult, try to guess its meaning from the context.
  • You can look up the meaning of a word in the dictionary.
  • Answer simple questions about the text.
  • Metni ikinci kez oku ve önemli kelimeleri altını çizerek işaretle (yerler, tarihler, eylemler…).
  • Bir kelime zor ise, anlamını bağlamdan tahmin etmeye çalış.
  • Bir kelimenin anlamını sözlükten öğrenebilirsin.
  • Metinle ilgili basit soruları yanıtla.
  • Прочитай текст ще раз і підкресли важливі слова (місця, дати, дії…).
  • Якщо слово складне, спробуй вгадати його значення за контекстом.
  • Ти можеш подивитися значення слова в словнику.
  • Відповідай на прості питання про текст.
Comment lire un texte:
How to read a text:

Slide 21 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Instructie
Lisez le texte et suivez les recommandations que vous avez apprises.
Read the text and follow the recommendations you have learned.

Slide 22 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Instructie
Un article a:
- un titre
- un résumé de l'article.
- des sous-titres pour les nouvelles idées.
-une ou plusieurs photos.

An article has:
  • a title
  • a summary of the article
  • subtitles for new ideas
  • one or more photos
Un article doit être informatif et neutre. C'est un texte formel. 
An article must be informative and neutral. It is a formal text.
Bir makale bilgilendirici ve tarafsız olmalıdır. Bu resmi bir metindir. Bir makale şunlara sahiptir: bir başlık, makalenin özeti, yeni fikirler için alt başlıklar, bir veya daha fazla fotoğraf.
Стаття повинна бути інформативною та нейтральною. Це формальний текст. Стаття має: заголовок, резюме статті, підзаголовки для нових ідей, одну або кілька фотографій.

Slide 23 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Once upon a time, the measurement of time

For millennia, humans relied on rudimentary means to divide the days. By observing the stars, it was possible to break the day into dawn, zenith, and twilight. The desire to know the time at any moment of the day or night, combined with advances in communication, led humans to develop increasingly precise methods of time measurement.

It is possible to classify time-measuring instruments into different categories based on their mechanisms. These instruments can be used to indicate a specific time or to measure time intervals.

Slide 24 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

The sundial
The sundial is probably the oldest object used to measure time. It has been used since ancient times. The sundial works only with the sun!



Slide 25 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

The hourglass
The hourglass is a well-known instrument. It consists of two glass bulbs connected by a small opening. The flow of sand from one bulb to the other, due to gravity, allows for the measurement of a precise time interval. Therefore, the duration of the sand flow is measured. To measure a new time interval, the hourglass must be turned over.

Slide 26 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

The clock
The word "clock" means, in Greek: to indicate the time.
The watchmaking industry creates mechanical devices designed to measure the passage of time expressed in days, hours, minutes, seconds, and fractions of a second.

Slide 27 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Today
Today, watches measure time accurately. The wristwatch appeared in 1968. Nowadays, the watch is an accessory whose function is not only to measure time. For example, it can be a phone, send text messages, etc.

Slide 28 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische, herkenbare voorbeelden die aansluiten bij de Global Context, waardoor leerlingen deze kunnen relateren aan hun eigen leefwereld en ervaringen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Aan de slag
1- Quel est l’inconvénient du cadran solaire ?

Slide 29 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
1- Quel est l’inconvénient du cadran solaire ?

Le cadran solaire fonctionne seulement avec le soleil!

Slide 30 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
2- Comment on mesure le temps avec un sablier ?

Slide 31 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
2- Comment on mesure le temps avec un sablier ?

Avec un sablier, on mesure la durée de l’écoulement du sable. 

Slide 32 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
3- Comment mesure-t-on le temps aujourd’hui ?

Slide 33 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
3- Comment mesure-t-on le temps aujourd’hui ?

Aujourd’hui, on mesure le temps avec des montres qui mesurent le temps de manière précise. 

Slide 34 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
4- Quel type de texte est-ce ?

Slide 35 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
4- Quel type de texte est-ce ?

C'est un article

Slide 36 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
5- À qui s’adresse ce texte ?
a. Des enfants
b. Des adultes
c. Des spécialistes

Slide 37 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
5- À qui s’adresse ce texte ?
a. Des enfants
b. Des adultes
c. Des spécialistes

Slide 38 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
6- Quel est le but du texte ?

Slide 39 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
6- Quel est le but du texte ?

Le but du texte c'est d'informer.

Slide 40 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
7- A quoi servent les photos du texte ?

Slide 41 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Aan de slag
7- A quoi servent les photos du texte ?

Les photos servent à illustrer l'information.
Photos are used to illustrate the information.

Slide 42 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Je comprends un article en Français.
I understand an article in French.
😒🙁😐🙂😃

Slide 43 - Poll

This item has no instructions

Reflectie
Je sais lire l'heure en Français.
Je comprends un texte sur le temps qui passe!
Je peux répondre à des questions sur un article.

I can tell the time in French.
I understand a text about the passage of time!
I can answer questions about an article.

Slide 44 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende Unit. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag op basis van het Learner Profile en de ATL-skills. Dit wordt vastgelegd in Toddle. Samen blikken docent en leerlingen vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Formative Assessment

Slide 46 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Formative Assessment

Slide 47 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Correction

Slide 48 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd en leerlingen worden steeds zelfstandiger. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.