toets hfdst 1 t/m 4 keuzedeel beveiliging in de zorg

toets hfdst 1 t/m 4
1 / 22
next
Slide 1: Slide
BeveiligingMiddelbare schoolMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

toets hfdst 1 t/m 4

Slide 1 - Slide


A

Slide 2 - Quiz

Wat houdt prioriteiten stellen in? Waarom is het voor jou als zorgbeveiliger belangrijk?

Slide 3 - Open question

Wat is een aandachtsgebied van zorgbeveiliging?
A
behandelen van patiënten
B
voorkomen van diefstal
C
koffie en theeronde verzorgen in het zkh
D
assisteren van artsen

Slide 4 - Quiz

Waaruit blijkt dat beveiliging in de zorg anders is dan in andere branches?
A
meer kans op aantreffen wapens
B
Het is drukker en gevaarlijker
C
Er zijn geen calamiteiten
D
de omgang met privacy is strikter dan in andere branches

Slide 5 - Quiz

Wat is een ander woord voor 'klant' in de zorg?
A
Patiënt
B
Bezoeker
C
Client
D
collega

Slide 6 - Quiz

Wat is de hoofdtaak van de zorgbeveiliger?
A
het mede mogelijk maken v/h leveren van zorg
B
het opsporen van verboden wapens en drugs
C
Het vergroten van de brandveiligheid binnen de zorginstelling
D
medicijnen bewaken

Slide 7 - Quiz

Wat is een zorginstelling?
A
een organisatie die aanbiedt
B
een organisatie waar je kan overnachten om zorg te krijgen
C
Een instelling waar een arts zorg verleent
D
een organisatie voor patienten

Slide 8 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een zorginstelling die geestelijke gezondheidszorg aanbiedt?
A
GGZ
B
HUISARTS
C
maatschappelijk werker
D
ziekenhuis

Slide 9 - Quiz

Een paramedicus is iemand die...
A
BIG geregistreerd is
B
zorg levert en valt onder de WGBO
C
Wel medische zorg biedt, maar geen arts
D
Een homeopaat

Slide 10 - Quiz

Wat is wél opgenomen in de Wet BIG?
A
wie de titel arts mag dragen
B
de rechten en plichten van patiënten en cliënten in de zorg
C
De bevoegdheden van beveiligers
D
De bevoegdheden van een arts

Slide 11 - Quiz

wat is een organogram?

Slide 12 - Open question

Wat is geen voorbeeld van eerstelijnszorg?
A
Huisarts
B
Tandarts
C
Ziekenhuis
D
GGZ

Slide 13 - Quiz

Wat/wie komt ter plaatse zodra een patiënt overlijdt en zijn organen worden gedoneerd?
A
Een mobiel Medisch team
B
Een Zelfstandig Uitname Team
C
Een ambulance
D
De politie en lijkschouwer

Slide 14 - Quiz

Waar brengt een traumahelikopter de patiënt (meestal) naartoe?

Slide 15 - Open question

Als je ziet dat een manager de huisregels overtreedt, spreek je hem hier dan wel of niet op aan? Motiveer kort je antwoord.

Slide 16 - Open question

Wat is een ander woord voor 'hospitality'?
A
Gastvrijheid
B
liefdadigheid
C
Beveiliging
D
Ziekenhuis

Slide 17 - Quiz

Iemand toont heftige emoties naar aanleiding van een slechtnieuwsgesprek. Je hebt hiervoor begrip als beveiliger, omdat je je kunt inleven. Wat toon je in dit geval?


Slide 18 - Open question

Welk begrip omschrijft dat je kunt omgaan met spanningen, druk, weerstand, tegenslag, tegendruk en teleurstellingen?
A
Sensiviteit
B
sterk
C
stressbestendigheid
D
Integer

Slide 19 - Quiz

Hoe beveilig je proactief?

A
Door regelmatig visitaties uit te voeren en problemen achteraf te voorkomen.
B
Door het volgen van protocollen en instructies voor jou als beveiliger.
C
Door regelmatig visitaties uit te voeren en problemen achteraf te creëren.
D
Door het herkennen van normafwijkend gedrag en het handelen hiernaar.

Slide 20 - Quiz

Wat hoort niet bij het verrichten van baliewerkzaamheden in de zorg?
A
Het visiteren van uitgaande bezoekers en patienten.
B
et beheer van gevonden voorwerpen en registratie verloren voorwerpen.
C
Het visiteren van uitgaande bezoekers en gedetineerden.
D
Het invoeren van gegevens in een patiëntenregistratiesysteem

Slide 21 - Quiz

Welke van de onderstaande handelingen voer je niet uit als je bij een patiënt in een ziekenhuis een grote hoeveelheid harddrugs aantreft?
A
Je geeft de patiëntgegevens aan de politie.
B
Je laat de politie de drugs ophalen
C
Je neemt de drugs af.
D
Je neemt de drugs en bergt het op.

Slide 22 - Quiz