S1HA- herhaling leesvaardigheid blok 1-5

Welkom!
Pak alvast je leeskatern, schrift en pen, dan kunnen we snel beginnen. 


1 / 24
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Pak alvast je leeskatern, schrift en pen, dan kunnen we snel beginnen. 


Slide 1 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
  • Lesdoelen
  • LessonUp account activeren
  • Huiswerk bespreken
  • Zelfstandig werken via LessonUp 

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
Na vandaag...
  • weet je hoe LessonUp werkt;
  • ken je kenmerken van verschillende soorten teksten;
  • weet je wat er van je verwacht wordt voor morgen.

Slide 3 - Slide

Account in LessonUp maken:
  1. Ga naar: https://LessonUp.app/invite/group/lofsy
  2. Klik op registreren
  3. Het maakt niet uit welk e-mailadres je gebruikt.
  4. Kies een makkelijk wachtwoord!

Slide 4 - Slide

Huiswerk bespreken
Opdr. 29 op blz. 36 in je leeskatern 

Slide 5 - Slide

Tekstsoorten (vraag 1)
  • nieuwsbericht: zelfde opbouw, slot ontbreekt! (blz. 31)
  • ingezonden stuk: altijd subjectief
  • artikel: objectief of subjectief, beschrijvend
  • schoolboektekst: weinig woorden veel informatie (blz. 21)

Slide 6 - Slide

Tekstdoelen?
  1. informatie geven
  2. overtuigen
  3. overhalen/aansporen
  4. een mening vertellen
  5. amuseren/vermaken

Slide 7 - Slide

Huiswerk
Hierna vind je een aantal vragen en stukjes theorie die belangrijk zijn voor de leestoets.

Lees alles GOED door en maak de vragen die tussendoor gesteld worden.

Slide 8 - Slide

Wat is het doel van een inleiding? Meerdere antwoorden mogelijk
A
de lezer kennis laten maken met het onderwerp
B
belangstelling van de lezer wekken
C
veel informatie geven
D
een conclusie trekken

Slide 9 - Quiz

Wat is de opbouw van een tekst?
A
Inleiding en kern
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Kern en slot
D
Inleiding en slot

Slide 10 - Quiz

Wat is een tussenkopje?
A
Een alinea
B
Een titel van een alinea
C
De titel
D
De bron

Slide 11 - Quiz

Wat is NIET waar?
Een alinea....
A
..begint altijd op een nieuwe regel.
B
....springt soms bij de eerste regel een beetje in.
C
......gaat over een deel van het onderwerp.
D
.....heeft altijd een tussenkopje.

Slide 12 - Quiz

Wat is een deelonderwerp?
A
Een onderwerp van een tekst
B
De titel
C
Een onderwerp van een alinea
D
De schrijver van een tekst

Slide 13 - Quiz

Welke tekstsoort bevat vaak geen slot?

Slide 14 - Open question

Kernzinnen
Zoals jullie weten bestaat het middenstuk uit meerdere alinea's. Een goed opgebouwde alinea heeft altijd een kernzin.

Een kernzin is een zin waarin de belangrijkste mededeling van de alinea staat. Deze zin staat meestal vooraan in een alinea. Het is dan de eerste zin.  Soms staat de kernzin achteraan. De rest van de alinea bestaat dan uit voorbeelden of toelichting.


Slide 15 - Slide

Hoofdgedachte

Slide 16 - Slide

Wat is volgens jou een 'hoofdgedachte'?

Slide 17 - Open question

Theorie (hoofdgedachte)
Hoofdgedachte = het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.

Zo vind je een hoofdgedachte:
1. Onderwerp zoeken.
2. Wat is het belangrijkste wat er over het onderwerp gezegd wordt? Antwoord in één zin.  

De hoofdgedachte is NOOIT een vraag!


Slide 18 - Slide

Theorie (hoofdgedachte)

Waar kan de hoofdgedachte in de tekst staan?

- inleiding

- slot
(- titel)

Soms staat hij er letterlijk in, maar soms moet je de hoofdgedachte zelf formuleren. Vind je deze theorie lastig? Lees dan nog eens blz. 26/27 van je leeskatern.

Slide 19 - Slide

Wat is de juiste vorm van het onderwerp?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 20 - Quiz

Wat is de juiste vorm van de hoofdgedachte?
A
Een volledige zin
B
Eén of een paar woorden
C
Een werkwoord
D
Slechts één woord

Slide 21 - Quiz

Waar zoek je in een tekst de hoofdgedachte?
A
Titel
B
Inleiding
C
Kern
D
Slot

Slide 22 - Quiz

Wat kun je NIET vinden in het slot?
A
een samenvatting
B
een anekdote
C
een conclusie
D
dat je naar de toekomst kijkt

Slide 23 - Quiz

Morgen gaan we het over tekstverbanden hebben; wat weet je daar nog van?
Hint: je kunt een opsommend tekstverband hebben

Slide 24 - Open question