Understatement en overdrijving 3

Woordenschat 
Hoofdstuk 5

bladzijde 175
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordenschat 
Hoofdstuk 5

bladzijde 175

Slide 1 - Slide

In deze les leren we:
Het verschil tussen termen
Overdrijving(hyperbool) en  understatement.

Aan het einde van deze les kun je deze termen herkennen in een zin.

Slide 2 - Slide

We gaan:
  • Theorie bespreken;
  • oefening maken;
  • zelfstandig werken

Slide 3 - Slide

Instructie
Overdrijving: Iets extra laten opvallen door het groter, mooier of erger te maken.

Zin:
Ik heb 1000 jaar op jou moeten wachten.
De film was echt doodsaai.

Slide 4 - Slide

Instructie
Understatement: mooie woorden gebruiken om het minder erg te maken.
zin:
Hij is niet echt intelligent. ( hij is dom)
De Ferrari kost maar een paar centen. ( kost heel veel geld)

Slide 5 - Slide

Zorg dat het in de zin past.
actueel - een ........ gebeurtenis
A
actueel
B
actuele

Slide 6 - Quiz

Zorg dat het in de zin past.
chaos - een ........ gebeurtenis
A
Chaotische
B
chaos

Slide 7 - Quiz

Zorg dat het in de zin past.
vereisen- een ........ diploma
A
vereisen
B
vereist

Slide 8 - Quiz

Zorg dat het in de zin past.
organiseren - de .......van het feest
A
organisatie
B
organiseren

Slide 9 - Quiz

welk woord past er niet bij?

A
in eerste instantie
B
eerst
C
aanvankelijk
D
op het laatst

Slide 10 - Quiz

welk woord past er niet bij?

A
uiteraard
B
komisch
C
vanzelfsprekend
D
natuurlijk

Slide 11 - Quiz

welk woord past er niet bij?

A
verspillen
B
gebruiken
C
benutten
D
gebruik maken van

Slide 12 - Quiz

welk woord past er niet bij?

A
daarentegen
B
want
C
echter
D
maar

Slide 13 - Quiz

welk woord past er niet bij?

A
recensie
B
bespreking
C
branche
D
beoordeling

Slide 14 - Quiz

wat betekent:
"Doen alsof je neus bloedt".

Slide 15 - Open question

Oefening 
Maak de opdrachten 7, 8  en 9

we gaan deze later bespreken
timer
5:00

Slide 16 - Slide