2V BWB

3 zinnen ontleden start van de les: 
1. De enthousiaste presentator beloofde de luisteraars een wervelende radioshow. 
2. Heeft deze mevrouw chocolaatjes gevoerd aan haar schoothondje? 
3. Gisteren leende Marja vijf euro aan Welmoed voor een ijsje van Talamini. 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3 zinnen ontleden start van de les: 
1. De enthousiaste presentator beloofde de luisteraars een wervelende radioshow. 
2. Heeft deze mevrouw chocolaatjes gevoerd aan haar schoothondje? 
3. Gisteren leende Marja vijf euro aan Welmoed voor een ijsje van Talamini. 

Slide 1 - Slide

Herhaling BWB
Aan het eind van deze les weet je in welke volgorde je een zin ontleed en kan je dit toepassen. 
Aan het eind van deze les kan je bijwoordelijke bepalingen in een zin vinden. 


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Zinsdelen jaar 1
Zinsdelen die je moet kennen voor de toets
  • pv 
  • wg
  • o
  • lv 
  • mv
  • bwb

Slide 4 - Slide

Welke vraag stel je voor het lv?

Slide 5 - Open question

Welke vraag stel je voor het mv?

Slide 6 - Open question

let op 1
- Bij een mv moet het wel gaan om een 'ademend wezen' (denk aan mens en dier of een instantie die een groep mensen of dieren vertegenwoordigt (denk aan school, organisatie, dierentuin)

- staat het woordje 'aan' of 'voor' in de zin? Dan hoort het bij het mv. Staat het er niet in? Dan noteer je het mv zonder het woordje.
Hij gaf mij een cadeau (mv = mij)
Hij gaf aan mij een cadeau (mv = aan mij)


Slide 7 - Slide

let op 2
- het moet gaan om iets wat 'geven' in zich heeft. 

Vergelijk:
E2Vga heeft aan mevrouw Van Veen een cadeau gegeven.
E2Va heeft de jas van mevrouw Van Veen aan de kapstok gehangen.

Slide 8 - Slide

Danielle mag deze bos bloemen overhandigen aan de koningin.
Noteer de volgende punten: pv, o, wg, lv en mv

Slide 9 - Open question

Ontleed onderstaande zin. Benoem pv - ow - wg - lv - mv

Heeft u gisteren deze klanten een nieuwe folder gestuurd?

Slide 10 - Open question

Welk zinsdeel geeft antwoord op de vraag "waar"?

A
in Engeland
B
de scholen
C
gezonde maaltijden
D
aan kinderen

Slide 11 - Quiz

Welk zinsdeel geeft antwoord op de vraag "hoe laat"?
A
de conciërge
B
om half acht
C
de deuren van de school

Slide 12 - Quiz

Welk zinsdeel geeft antwoord op de vraag "waardoor"?
A
Marianne
B
door de tocht in het lokaal
C
verkouden

Slide 13 - Quiz

Welk zinsdeel geeft antwoord op de vraag "door"?
A
de Houtribdijk
B
door de extreem harde wind

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Slide

Opdracht uit boek jaar 1
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Wat is een BWB? In eigen woorden.

Slide 19 - Open question

Blik volgende les: 
Naamwoordelijk gezegde


Slide 20 - Slide

Iets doet. 
Iets is. 
Hondje bijt. 
Nout ziek. 
Kindje huilt. 
Oma slaapt. 
Papa lief. 
Toetje lekker. 

Slide 21 - Drag question

Bijwoordelijke bepaling (bwb)
1.     
Een bijwoordelijke bepaling geeft antwoord op vragen als: 
hoe? hoelang? hoever? waar? waardoor? waarheen? waarom? waarover? waarvandaan? waar? wanneer? enz. 

Er kunnen meerdere bwb's in een zin zitten. Het kan ook voorkomen dat er geen bwb in de zin zit. 

2. Let op: Ook de woorden waarmee je de vraag stelt (waar, waarmee, waardoor, hoe, waarom hoever enz) zijn bijwoordelijke bepaling. 

Slide 22 - Slide

Vervolg bwb
Let op: 
Niet alle bijwoordelijke bepalingen geven antwoord op een vraag. 

3. Er zijn ook nog losse woorden als: wel, niet, misschien, waarschijnlijk, natuurlijk, absoluut, vermoedelijk enz. zijn ook bwb. 

Tip: alle overgebleven zinsdelen na het ontleden van pv - ow - wg - lv - mv zijn bwb. 


Slide 23 - Slide

Opdracht 2

Slide 24 - Slide

Opdracht 3

Slide 25 - Slide

Ontleed de zin....

Tijdens de prijsuitreiking kwam de vorige winnaar de beker uitreiken aan de kampioen van dit jaar.

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Link

Slide 28 - Slide

Nakijken opdr 2

Slide 29 - Slide