,

paragraaf 5.1

BACK TO SCHOOL QUIZ
1 / 50
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 50 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BACK TO SCHOOL QUIZ

Slide 1 - Slide

Uitleg quiz leerlingen
2 onderwerpen
Met in totaal 20 vragen
De onderwerpen zijn:
1. Je tijd thuis
2. Corona

Slide 2 - Slide

Ronde 1:
Je tijd thuis

Slide 3 - Slide

Wat was het leukst
aan je tijd thuis?

Slide 4 - Mind map

Wat was het minst leuk
aan je tijd thuis?

Slide 5 - Mind map

Welke les vond je het moeilijkst
om op afstand te volgen?

Slide 6 - Open question

Waar liep je tegenaan met het volgen van digitale lessen?

Slide 7 - Open question

Welke nieuwe hobby
ben je thuis gestart?

Slide 8 - Mind map

Hoeveel uur Netflix /
Disney +/ Videoland heb je denk je
gekeken?

Slide 9 - Mind map

Wat vond jij van de tijd thuis ".........." ?
Het rad werkt pas als de leerlingen zijn aangemeld

Slide 10 - Slide

Ronde 2: Corona feiten

Slide 11 - Slide

LET OP --> Vanaf deze ronde:
Wordt het een wedstrijd!
Raad de goede antwoorden
Hoe sneller, hoe beter
Succes!

Slide 12 - Slide


Wat is de officiële naam van het Virus?
A
Het Corona virus
B
Sars-Cov-2
C
Covid-19
D
The Wuhan flu

Slide 13 - Quiz


Hoe verspreidt corona zich?
A
Via kleine deeltjes die we uithoesten en inademen
B
Met het openbaar vervoer
C
Op de fiets
D
Door met elkaar te telefoneren

Slide 14 - Quiz


Wat is GEEN symptoom
van Corona?
A
Niezen
B
Hoesten
C
Duizeligheid
D
Moeilijk ademen

Slide 15 - Quiz

Wat ging er mis tijdens een persconferentie van Premier Rutte?
A
Hij schudde een hand
B
Hij moest erg hard niezen
C
Hij vergat zijn tekst
D
Hij kreeg een hoestaanval

Slide 16 - Quiz

Het was inderdaad A, kijk maar..

Slide 17 - Slide


Welk land heeft de meeste corona besmettingen ter wereld?
A
Amerika
B
China
C
Spanje
D
Italië

Slide 18 - Quiz

Wat kun je ALLEMAAL doen om corona verspreiding tegen te gaan?
A
Haar borstelen
B
Extra warm aankleden
C
Afstand houden en niezen in elleboog
D
Afstand houden, niezen in elleboog en handen wassen

Slide 19 - Quiz

Je ziet hier twee groepen mensen
Ouderen
Jongeren

Slide 20 - Slide

Voor welke groep is het gevaar van besmetting het grootst?
A
Veel gevaarlijker voor Jongeren
B
Voor jongeren
C
Voor ouderen
D
Even gevaarlijk

Slide 21 - Quiz

Welk woord kan je maken van de letters waar je in deze tijd mee moet oppassen? Schrijf het op!

Slide 22 - Open question

Waar staat RIVM voor?
A
Rijks Inlichtingendienst voor de Maatschappij
B
Rijksinstituut voor Maatschappij
C
Rijksinstituut Inlichtingen voor Milieu
D
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Slide 23 - Quiz

Back To School Quiz!?

Slide 24 - Slide

Les 1 hoofdstuk 5
Wat is omzet?
Wat is afzet?
Hoe kan je je marktaandeel vergroten?
En wat moet ik met de BTW?

Slide 25 - Slide

  • Afzet = ....
  • Omzet = ....

Slide 26 - Slide

Afzet en omzet

Slide 27 - Slide

Omzet =
A
omzet
B
afzet
C
omzet - inkoopwaarde vd omzet
D
afzet x verkoopprijs

Slide 28 - Quiz

MARKTAANDEEL

= de afzet/omzet van een bedrijf in % van de afzet/omzet van de hele bedrijfstak

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Berekening marktaandeel

Slide 31 - Slide

Bereken het marktaandeel van Slowy.

Slide 32 - Open question

Bereken het marktaandeel van Slowy.

3000 + 2200 + 800 = €6000
3000 : 6000 x 100% = 50%


Slide 33 - Slide

Hoeveel procent is het marktaandeel van alle bedrijven samen?

Slide 34 - Open question

Hoeveel procent is het marktaandeel van alle bedrijven samen? 

Marktaandeel samen is 100% want dat is de totale omzet.


Slide 35 - Slide

In Barendrecht zijn er 3 bloemisten. De totale afzet van rozen op Valentijnsdag is 1150 rode rozen. Roberto's Flowershop verkoopt 450 rode rozen op deze dag. Hoe groot is haar marktaandeel?
A
33%
B
39%
C
33,3%
D
39,1%

Slide 36 - Quiz

BTW 3 tarieven (en 0%)
In het boek gebruiken ze nog 6%. Het is nu 9%.

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Video

welk van de onderstaande belastingtarieven hoort niet in het rijtje thuis?
A
21%
B
19%
C
9%
D
0%

Slide 39 - Quiz

Inclusief 21% BTW
Inclusief 6% BTW (bon van 2017)

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Voorbeeld opgave met procenten
Na 20% korting kost een stoel nog 198 euro. 
Hoeveel kost de stoel zonder korting?


Stappenplan
1) Voorbereiding: Wat weet je al? Zichtbaar maken.
2) Aanpak kiezen: hoe kun deze opgave berekenen?

Slide 42 - Slide

Voorbeeld opgave
Na 20% korting kost een stoel nog 198 euro. 
Hoeveel kost de stoel zonder korting?


Stappenplan
1) Voorbereiding: Wat weet je al? Zichtbaar maken.
2) Aanpak kiezen: hoe kun deze opgave berekenen?
Na 20% korting --> 100-20=80  
80% is dus 198 euro

Slide 43 - Slide

Voorbeeld opgave
Na 20% korting kost een stoel nog 198 euro. 
Hoeveel kost de stoel zonder korting?


Stappenplan
3) Bereken 
4) Antwoord geven

Slide 44 - Slide

Voorbeeld opgave
Na 20% korting kost een stoel nog 198 euro. 
Hoeveel kost de stoel zonder korting?


Stappenplan
3) Bereken 
4) Antwoord geven

Slide 45 - Slide

Voorbeeldopgave
Na 20% korting kost een stoel nog 198 euro. 
Hoeveel kost de stoel zonder korting?

Stappenplan
5) Controle 
Vraag opnieuw lezen. Wat wordt gevraagd? Is het antwoord logisch? Klopt de notatie?
De prijs was €247,50.

Slide 46 - Slide

BTW
BTW betekent Belasting Toegevoegde Waarde
Vaak is de BTW 21%.

De prijs zonder BTW  noem je "exclusief BTW". 
Exclusief BTW -> 100 % 

De prijs met BTW noem je "inclusief BTW".
Inclusief BTW -> 121 %

Slide 47 - Slide

een voorbeeld opgave met BTW
Meneer Hiemstra heeft een deuk in zijn portier van zijn auto. De kosten voor het uitdeuken en spuiten zijn 400 euro, maar dat is exclusief BTW. Er komt nog 21% BTW bij.
Hoeveel euro moet meneer Hiemstra precies aan BTW betalen?

Slide 48 - Slide

opgave 
Bij een groothandel kost een printer €96,80 euro inclusief 21? BTW.  Wat is de prijs exclusief BTW?

Slide 49 - Slide

huiswerk 
opdracht 2 en 6 maken
(taken voor volgende week zijn maken opdracht 1,3,4,5 en 7)

Slide 50 - Slide