SOAP rapporteren en evalueren

Rapporteren en SOAP
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Rapporteren en SOAP

Slide 1 - Slide

Casus om te oefenen
Mw Duinkerken is vandaag naar de dagopvang geweest. Jij komt bij mevrouw thuis om haar haar insuline toe te dienen. Op de vraag hoe het met mevrouw gaat, reageert ze trager dan je van haar gewend bent. Ze heeft bijna niets gegeten. Ze geeft aan zich duizelig en koud te voelen. Je ziet dat mevrouw trilt.

Mw Duinkerken is bekend met diabetes type 2 en krijgt viermaal daags Novo Rapid toegediend.

Formuleer een PES probleem in een zin
Formuleer een SMART doel in een zin


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vaardigheden in het beroepsmatig handelen:

Vaardigheden in het beroepsmatig handelen:
* Waarnemen
*Observeren
*Signaleren
*Rapporteren

Slide 4 - Slide

Wat is waarnemen?

Slide 5 - Open question

Waarnemen
Waarnemen:
  • Opnemen van informatie d.m.v. de zintuigen
  • Onbewust, de hele dag, elk moment
  • Selectief waarnemen: Je bepaalt (bewust of onbewust) zelf wat je wilt waarnemen

Slide 6 - Slide

Met welke zintuigen kan je waarnemen?

Slide 7 - Open question

Waarnemen
  • Oren= luisteren
  • Ogen= kijken
  • Tastzin= voelen
  • Reukzin= ruiken
  • Smaakzin = proeven

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen waarnemen en observeren?

Slide 9 - Open question

Observeren

Bewust, doelgericht iets waarnemen

Slide 10 - Slide

Signaleren
  • Het vaststellen van veranderingen bij de zorgvrager. 
  • Signaleren van veranderingen kan leiden tot evt acties.
  • De stap na signaleren = rapporteren

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat is rapporteren?

Slide 13 - Open question

Rapporteren
Het schiftelijk/mondeling verslag doen van gebeurtenissen of situaties die zijn waargenomen. 

Je rapporteert het zorgproces van de zorgvrager

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Wat hoort er allemaal in
een rapportage?

Slide 16 - Mind map

rapportage
Wie rapporteert: 
Evver, verpleegkundige, verzorgende, arts, fysio, ergo 
(alle betrokken disciplines)

Wat rapporteer je: 
Alle informatie die belangrijk is voor goede zorgverlening. 
Bijvoorbeeld hoe het gaat met iemand, evt problemen, behaalde doelen, veranderingen, wensen, afspraken, etc.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

SOAP methode
De SOAP-methode structureert het rapporteren. Dit geeft niet alleen een beter overzicht, maar biedt ook veel mogelijkheden om beter te observeren, te analyseren en om betere zorgplannen te maken.

Slide 21 - Slide

SOAP methode
S: Subjectieve gegevens
O: Objectieve gegevens
A: Analyse van het probleem
P: Planning

Slide 22 - Slide

SOAP methode

Subjectief: 
Wat de cliënt zegt over zijn eigen belevingen.

Slide 23 - Slide

SOAP methode
Objectief: 
De directe observatie van de situatie door de medewerker. Met andere woorden: het gedrag van de cliënt zoals de medewerker dit waarneemt.

Slide 24 - Slide

SOAP methode
Analyse: 
Een conclusie getrokken uit de subjectieve en objectieve gegevens die de medewerker heeft verzameld.

Slide 25 - Slide

SOAP methode
Plan: 
Wat de medewerker vervolgens gaat doen.

Slide 26 - Slide

VOORBEELD RAPPORTAGE VOLGENS SOAP
Subjectief:
Mevrouw weigerde haar middag-medicijnen en zei dat ze ze niet meer wilde hebben. 
Objectief:
Werd onrustig en raakte van streek.
Analyse: 
Weigert in de regel geen medicijnen, maar ik heb pas kort geleden met mevrouw kennisgemaakt en ze kent me niet goed.
Plan:
Ik zal wat tijd samen met haar doorbrengen zodat ze meer vertrouwd raakt met mijn gezelschap en vraag haar of zij de medicijnen later wil innemen.

Slide 27 - Slide

Voordelen rapportage via systeem

* Dwingt tot nauwkeurigheid en volledigheid
* Bevordert zorgvraag-gerichte overdracht
* Geschreven vanuit feitelijke verzorgingssituaties

Slide 28 - Slide

Wees specifiek!
Niet zo.. 
Mw ging vandaag vaak naar het toilet.

Maar zo..
Mw ging vandaag 5x naar het toilet , normaal is dit 3x

Slide 29 - Slide

CASUS PES/ SMART/ SOAP
Mw Duinkerken is vandaag naar de dagopvang geweest. Jij komt bij mevrouw thuis om haar haar insuline toe te dienen. Op de vraag hoe het met mevrouw gaat, reageert ze trager dan je van haar gewend bent. Ze heeft bijna niets gegeten. Ze geeft aan zich duizelig en koud te voelen. Je ziet dat mevrouw trilt.
 
PES: Mw heeft niets gegeten en omdat mw diabeet is, is mw beverig en duizelig.
SOAP:


Slide 30 - Slide

SOAP
S: Mw geeft aan duizelig te zijn en zich koud te voelen
O: Niets gegeten, trillen en reageert trager dan normaal
A: Hypoglycemie
P: Bloedsuiker meten en stimuleren om te eten

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide