Woordsoorten les 1

Woordsoorten les 1
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Woordsoorten les 1

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Uitleg Nederlands
Woordsoorten
Aan de slag 

Slide 2 - Slide

Nederlands
Generiek en vakgericht
5 examens 
Les en werkplaatsen

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Planning

Slide 5 - Slide

Nu Nederlands
Business administration & control specialist --> Niveau 3F
Legal, insurance & hr specialist --> Niveau 3F
Assistant business services --> Niveau 2F


Slide 6 - Slide

Wat is een werkwoord?

Slide 7 - Open question

Een ww zegt wat iets of iemand doet of overkomt (zwemmen, denken, vallen).
Bij sommige ww is de betekenis niet zo duidelijk (zijn, moeten, worden).

Slide 8 - Slide

Persoonsvorm
De pv is een werkwoord dat je in de zin van tijd kunt veranderen. De vorm ervan wordt bepaald door het onderwerp. 

Het salaris wordt (werd) later uitbetaald, want de salarisadministratie kampt  (kampte) met een storing. 

Slide 9 - Slide

De infinitief
Het hele werkwoord.

Jasper gaat om 12 uur lunchen.

Slide 10 - Slide

Het voltooid deelwoord 
Geeft aan dat iets eerder gebeurd is.
Fatma heeft een DTP-cursus gevolgd. 

Slide 11 - Slide

Het tegenwoordig deelwoord
Geeft meestal aan dat iets op hetzelfde moment als iets anders gebeurt. 

Siska houdt haar presentatie altijd het liefst staand.

Slide 12 - Slide

Alle studenten hebben het huiswerk gemaakt.

Slide 13 - Slide

Katja gaat om 20.00 uur zwemmen.

Slide 14 - Slide

Janco had de opdracht niet goed begrepen.

Slide 15 - Slide

Maak zinnen. Gebruik het werkwoord 'slapen' op drie verschillende manieren.

Slide 16 - Open question

Nu Nederlands 
School: 559898
Koppelcode LIHSS: 29808
Koppelcode ABS: 7781

Slide 17 - Slide

Aan de slag 
Nu Nederlands -> taalverzorging -> 1.1. woordsoorten

Slide 18 - Slide