6 - Nederland onder de zeespiegel (HV) (2425)

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

§6 Nederland onder de zeespiegel

Lesplanning

1. Studiewijzer
   
2. Leerdoelen
3. Uitleg §6
4. Weektaak

Studiewijzer

Leerdoelen

• Je begrijpt op welke manier de landschappen van Laag-Nederland zijn ontstaan.

• Je weet welke maatregelen genomen zijn om gebieden tegen het water te beschermen.

• Je kunt op een topografische kaart of foto's landschapskenmerken van Laag-Nederland herkennen.

Bergen

Bergen

NAP

Laag Nederland

• Grote delen van Nederland liggen dus onder NAP.
• Vaak onderspoeld -> zorgt voor grondlagen.
• Hierdoor ontstonden stranden en duinen.
• Eb en vloed -> kleideeltjes -> Waddenzee.
• Klei op bodem --> moeras.
• Plantenresten --> veen

Landschappen

• Zeekleilandschap 
  
• Wadden -> onbegroeid gebied dat 2x per dag droog valt
• zand- en veenlandschappen meer naar het zuiden
• 
  

Sedimentatie

Aan de buitendijkse kant van de dijk (zeekant) gaat sedimentatie door.

Het gebied dat ontstaat heet een kwelder.

-> Kun je omdijken

Vlak en plat

-> Nederland is plat.

-> Veel verkaveling met veel sloten, 

akkers en weilanden.

Noorden

In Friesland en Groningen liep telkens het land onder water.

Daarom bouwden ze terpen.

Later ook dijken.

Polders

- Door de bouw van dijken rondom de terpen ontstonden polders.

 - Water wegpompen met gemalen

> droogmakerijen -->

Opdracht

• Maak opdrachten 'Polders in Nederland' -> te vinden via Teams

• Lezen §6

• Maken weektaak §6