5V - Leesvaardigheid - Opdracht 17 Argumenteren NN 5de editie

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

Leesvaardigheid

Opbouw van de les

Vragen over huiswerk (Nieuw Nederlands online)

Korte herhaling theorie (quiz)

Oefenen voor de V-toets uit het boek Nieuw Nederlands.

PAK JE BOEK ER DUS EVEN BIJ! p. 168-171

Over de quiz

1. Welke tekstsoort hoort niet in het rijtje thuis?

1. discussiestuk
2. betoog
3. beschouwing
4. uiteenzetting

2. In een uiteenzetting staan feiten en meningen.

1. Waar
2. Niet waar

3. Wat vind je (meestal) niet terug in een beschouwing?

1. De mening van de schrijver
2. Meningen van deskundigen
3. Een oplossing voor een probleem
4. Oorzaken van een probleem

A. Met een tegenargument ontkracht je een standpunt.
B. Met een weerlegging ontkracht je een argument

1. A en B zijn beide waar
2. A = waar B = niet waar
3. A = niet waar B = waar
4. A en B zijn beide niet waar

Er is sprake van nevenschikkende argumentatie als...

1. meerdere argumenten de stelling ondersteunen.
2. meerdere argumenten gezamenlijk het standpunt ondersteunen
3. meerdere argumenten onafhankelijk van elkaar het standpunt ondersteunen
4. ---

6. De EU moet Spanje niet steunen. Dat zou geen effect hebben. De steun aan Griekenland heeft destijds ook niets opgeleverd.

1. redenering op basis van voorbeelden
2. redenering op basis van kenmerk of eigenschap
3. redenering op basis van voor- en nadelen
4. redenering op basis van een overeenkomst

Op welke drie onderdelen beoordeel je de argumentatie in een tekst?

Naar de tekst op p. 170

• We beginnen met even inlezen
• Lees alinea 1, 2 en 10 (de laatste) helemaal
• Lees van de andere alinea's alleen de eerste en laatste zin
• Klaar? Laat weten in de chat en lees daarna rustig de rest van de tekst helemaal (voor zover dat kan binnen de tijd)
• Als iedereen klaar is, gaan we verder
• Sowieso gaan we na uiterlijk 8 minuten verder

Vraag 1 - 3

• Pak je opgavenboekje erbij
• Lees vraag  1, 2 en 3
• Hoe pak je dit aan?
• Let op signaalwoorden
• 3 minuten om je antwoord te zoeken en op te schrijven

Antwoord op vraag 1 en 2

Juiste antwoord

1. Verbod op jongens besnijdenis

2. Jongensbesnijdenis moet niet verboden worden

vraag 3 Formuleer het argument in een volledige zin (antwoord vraag 3) gebruik niet meer dan 20 woorden

Maak nu vraag 4, 7 en 8

• Kijk eventueel in je theorie bij de verschillende soorten redeneringen.
• 4 minuten om deze opgave te maken.
• Klaar? Maak dan vraag 8 t/m 13 in je schrift. Dat is huiswerk voor morgen (12 juni)

vraag 4 Van welk type redenering is sprake in alinea 2

1. kenmerken
2. overeenkomsten
3. voor- en nadelen
4. voorbeelden

De argumentatie voor een verbod op jongensbesnijdenis is veelal armetierig.
Noteer het argument dat de auteur hierbij geeft.

Test

Van welk type redenering is hier sprake?
Redenering op basis van...

1. kenmerk
2. nadeel
3. voorbeeld
4. voordeel

Vraag 9 Wat is de weerlegging?

Noteer het argument uit alinea 4 (let op formulering)

vraag 11 Hoe wordt dit argument door de schrijver weerlegt? (Alinea 4)

12. Van welk type redenering is hier sprake?
Een redenering op basis van...

1. oorzaak en gevolg
2. overeenkomsten
3. voor- en nadelen
4. voorbeelden

Vraag 13 t/m 18

• Allemaal open vragen
•  Let op: formuleer in olledige zinnen
• Maak deze vragen in je schrift
• Klaar? Maak vraag 22 en 24 (drogredenen)

Jouw antwoord op vraag 13

Jouw antwoord op vraag 14

Jouw antwoord op vraag 15 en 16

Jouw antwoord op vraag 17 en 18

Van welk type redenering is sprake in alinea 7?
Een redenering op basis van ...

1. een vergelijking
2. oorzaak en gevolg
3. voor- en nadelen
4. voorbeelden

Het is bitter dat degenen die geen godsdienst aanhangen, nu ze in de meerderheid zijn, dezelfde ….

1. bespelen van publiek
2. cirkelredenering
3. ontduiken van de bewijslast
4. vertekenen van standpunt

Vraag 25: neem het blokjesschema over en vul de argumenten in.
Er moet een verbod komen op het besnijden van jongens.

Wat kun je nu goed?

Waar zou je nog mee willen/moeten oefenen?

Tijd over?

Maak voor jezelf nog vraag 2 en 6

Je mag mij in de chat (prive) een berichtje sturen als je jouw antwoord hebt gegeven en dan stuur ik terug of het juist is of niet.

Klaar? Dan mag je lezen in je boek tot het tijd is voor de afsluiting.

Extra oefenen?

Had je op je ET een 6.5 of lager, dan kan extra oefenen geen kwaad.

Je kunt het nu meteen oppakken of nadat je leesboek uit is.

Het is niet verplicht.

Oefen (nog) niet met examenteksten, maar werk eerst uit Nieuw Nederlands.

Maak online (opnieuw) de basiscursus en/of H2. Laat het mij weten als ik nog opdrachten moet resetten.

Heb je vaak moeite met de betekenis van woorden? Oefen dan met cursus 5 (woordenschat).

Vragen?

Wat waren de belangrijke tips van vandaag?

Ga jij extra oefenen voor leesvaardigheid?

1. Ja
2. Nee
3. Alleen wanneer dat nodig blijkt na de oefentoets
4. Ja, maar pas vlak voor de LET-week

Afsluiting

• Volgende week maar 1 les Nederlands
• Die les gaat over de leesboeken
• Na volgende week vaker lessen leesvaardigheid
• Vragen aan mij?