Welk werkwoord gebruik je om je leeftijd te noemen in het Spaans?
Corrigeer onderstreepte zinnen met woordenboek en reader.
Klaar?
Bespreek met je klasgenoot je karakter vroeger en nu.
Wat is er veranderd? Schrijf in het Nederlands 3 eigenschappen op die je vroeger had en 3 die je nu hebt.