1V H3 Formuleren en spelling

H3 Formuleren en spelling
Verbanden tussen zinnen
Meervouden op -en
Verleden tijd sterke werkwoorden
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H3 Formuleren en spelling
Verbanden tussen zinnen
Meervouden op -en
Verleden tijd sterke werkwoorden

Slide 1 - Slide

Chronologisch tekstverband herken je aan de volgende signaalwoorden:
A
Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook nog, bovendien.
B
Eerst, vroeger, later, nu, vervolgens, nadat, etc.
C
Hoewel, echter, maar, daarentegen, ondanks.
D
Bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou.

Slide 2 - Quiz

Opsommend tekstverband herken je aan de volgende signaalwoorden:
A
Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook nog, bovendien.
B
Eerst, vroeger, later, nu, vervolgens, nadat, etc.
C
Hoewel, echter, maar, daarentegen, ondanks.
D
Bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou.

Slide 3 - Quiz

Zelf zinnen maken met verbanden
  • Theorie: pag. 92
  • Maak per verband 1 zin (in totaal 8 zinnen) met passende signaalwoorden. 
  • Noteer ze in Padlet: https://padlet.com/valenciastella/a7riicg85s7w19hh
  • Voorbeeld opsommend: Als ik naar school fiets, kom ik langs het station, de bushalte, de supermarkt en het voetbalveld. 
  • 8 minuten 

Slide 4 - Slide

Meervoud op -en

Hak - hakken
Havik - haviken
Dreumes - dreumesen
Fles -flessen
Filosoof - filosofen
Boef - boeven
Hals - halzen

Bijzondere gevallen

  • Eindigt het woord op -ee? -> ën erachter (idee - ideeën)
  • Eindigt het woord op -ie met klemtoon op laatste lettergreep? -> -en erachter (pandemie - pandemieën)
  • Eindigt het woord op -ie me klemtoon op andere dan laatste lettergreep? -> -n erachter (bacterie - bacteriën)

Slide 5 - Slide

Monnik
timer
0:20

Slide 6 - Open question

Categorie
timer
0:20

Slide 7 - Open question

Ree
timer
0:20

Slide 8 - Open question

Porie
timer
0:20

Slide 9 - Open question

De pvvt: sterke werkwoorden
Bij sterke ww verandert de klank in de vt.
bied -> bood, denk -> dacht, zwemmen -> zwommen, blazen -> bliezen

Je schrijft de pv van sterke ww in de vt zo kort en eenvoudig mogelijk.

Slide 10 - Slide

Hoe schrijf je de pvvt van sterke ww?
Verleng het woord om erachter te komen of een woord op een d of een t eindigt.

Bijvoorbeeld:
Ik ..... (bijten). --> Ik beet (want: wij beten).
Hij ..... (vinden). --> Hij vond (want: wij vonden).

Slide 11 - Slide

Hoe schrijf je de pvvt van sterke ww?
Schrijf het woord zo kort en eenvoudig mogelijk. 
Gebruik nooit twee dezelfde klinkers of medeklinkers achter elkaar (dus ook geen -dd of -tt), behalve als dit voor de uitspraak nodig is.

Denk aan: schrikken -> schrokken, beginnen -> begonnen.

Slide 12 - Slide

reed
kwam
hield
bracht
zagen
verslond

Slide 13 - Drag question

Zijn woorden .... (klinken) logisch.

Slide 14 - Open question