Uitleg leerdoel 2 en 3











Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel. 

1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson











Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.

Stel je vragen aan de docent die gaat streamen. 
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel. 

Slide 1 - Slide

Lesson Up

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Bereken
3 + (7 - 2) x 5 = 

Slide 4 - Slide

Ik kan rekenen met machten.
Succescriteria
Ik ken de begrippen: kwadraat, macht, grondtal, exponent
Ik ken de kwadraten uit mijn hoofd (1 t/m 16, 20, 30, 40, 50 en  100).
Ik weet op welke plaats machten voorkomt bij de volgorde van berekening.





Slide 5 - Slide

Kwadraat
Een kwadraat is een vermenigvuldiging van een getal met zichzelf.
Het berekenen van een kwadraat heet kwadrateren.

3² = 3×3 = 9 


De kwadraten van de getallen 1 t/m 16, 20 en 25 moet je uit je hoofd kennen! 
Noteer deze nu voor jezelf in je schrift!

Slide 6 - Slide

Kwadraat



Voorbeeld met een breuk
(½)² = ½×½ = ¼


De kwadraten van de getallen 1 t/m 16, 20 en 25.
Had jij ze allemaal goed? Verbeter ze anders!

Slide 7 - Slide

Machten
Een macht is een vermenigvuldiging van gelijke factoren.
Het berekenen van machten heet machtsverheffen.

Voorbeeld
2 × 2 × 2 × 2  is een vermenigvuldiging van vier gelijk factoren
je kunt het korter schrijven als:  2 × 2 × 2 × 2 = 2 ⁴                   .
                                            2 • 2 • 2 • 2 = 2 ⁴  








vermenigvuldigingspunt = •        
Uitspraak
"twee tot de vierde" 
 of 
"twee tot de macht vier"

Slide 8 - Slide

Machten

Slide 9 - Slide

Volgorde bij berekening
Stappenplan
  1. Haakjes 
  2. Machten (dus ook Kwadateren)
  3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Slide 10 - Slide

Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven: 


Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!

Lever in je nagekeken uitwerkingen van een aantal opgaven in via de volgende slides.
Ondersteunend:  10, 12, 13, 14, O16, 16, 17
Doorlopend: 10, 12, 13, 14, 16, 17
Uitdagend: 10, 12, 14, 16, 17, U3

Slide 11 - Slide

Pauze

Slide 12 - Slide

Ik kan rekenen met decimale getallen.
Succescriteria
Ik weet wat een decimaal getal is.






Slide 13 - Slide

Decimaal getal
Een ander woord voor decimaal getal is 
kommagetal.

Slide 14 - Slide

Decimale getallen
Decimale getallen optellen
       0,3 + 0,6 = 
       1,9 + 0,15 = 

Decimale getallen aftrekken
      4,6 - 0,8 =
      2,48 - 1,53 = 

Slide 15 - Slide

Decimale getallen
Decimale getallen optellen
       0,3 + 0,6 = 0,9
       1,9 + 0,15 = 2,05

Decimale getallen aftrekken
      4,6 - 0,8 = 3,8
      2,48 - 1,53 = 0,95

Slide 16 - Slide

Decimale getallen
Vermenigvuldigen met 1:        de komma blijft op dezelfde plek (0 nullen). 
          5 x 1 = 5

vermenigvuldigen met 10:      de komma gaat één naar rechts (1 nul).
          5 x 10 = 50

Vermenigvuldigen met 100:   de komma gaat twee naar rechts (2 nullen).
          5 x 100 = 500 

Slide 17 - Slide

Decimale getallen
Vermenigvuldigen met 0,1: 
De komma gaat één naar links (1 getal achter de komma)
         0,1 x 5 = 0,5

Vermenigvuldigen met 0,01: 
De komma gaat twee naar links (2 getallen achter de komma)
         0,01 x 5 = 0,05

Voorbeeld: 0,4 x 2 = 0,4 + 0,4 = 0,8
Dit betekent dat je twee keer de 0,4 hebt. 

Slide 18 - Slide

Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?

Maak opgaven: 





Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur. 
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!


Ondersteunend:  19, 20, 21, 22, o23, 23, 24, 25, 26
Doorlopend: 19 t/m 26
Uitdagend:  19 t/m 26, U4, U5
Maak steeds het 2e rijtje, bij fouten maak je de 
opgave helemaal.
Ondersteunend:  10, 12, 13, 14, O16, 16, 17
Doorlopend: 10, 12, 13, 14, 16, 17
Uitdagend: 10, 12, 14, 16, 17, U3

Slide 19 - Slide

Bedankt voor vandaag!
Ga thuis verder met 
de lessen in LessonUp!

Slide 20 - Slide