Samenvatting H8 Rekenen

H8 Rekenen 
1 / 31
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H8 Rekenen 

Slide 1 - Slide

Tekens
< is kleiner dan
> is groter dan

= is gelijk aan
  is niet gelijk aan 
  is ongeveer gelijk aan






Slide 2 - Slide

Van breuk naar decimaal getal

Slide 3 - Slide

8.1 Rekenen met getallen
De som is de uitkomst van twee 
getallen die je bij elkaar optelt. 

Het verschil is de uitkomst van twee 
getallen die je van elkaar aftrekt. 

Het product is de uitkomst van twee 
getallen die je met elkaar vermenigvuldigt.

Het quotiënt is de uitkomst als je twee 
getallen door elkaar deelt.
10 + 12 = 22
19 7 = 12
3 x 5 = 15
20 : 4 = 5

Slide 4 - Slide

Uitkomsten van bewerkingen
Som       optelling, plus + 
Verschil   aftrekken, min -
Product   vermenigvuldiging x
Quotiënt  deling :



Slide 5 - Slide

Volgorde bij berekening
Stappenplan
  1. tussen de Haakjes 
  2. Machten (dus ook Kwadateren)
  3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Slide 6 - Slide

Kwadraat
Een kwadraat is een vermenigvuldiging van een getal met zichzelf.
Het berekenen van een kwadraat heet kwadrateren.



32=33=9
De kwadraten van de getallen 1 t/m 16, 20 en 25 moet je uit 
je hoofd kennen! Noteer deze nu voor jezelf in je schrift!

Slide 7 - Slide

Machten
Een macht is een vermenigvuldiging van gelijke factoren.
Het berekenen van machten heet machtsverheffen.

Voorbeeld
                









24=2222=16
Vermenigvuldigingspunt = 

Slide 8 - Slide

Machten
Een macht is een vermenigvuldiging van gelijke factoren.
Het berekenen van machten heet machtsverheffen.

Voorbeeld
                is een vermenigvuldiging van vier gelijk factoren
je kunt het korter schrijven als:                       .









2222=24
2222
Vermenigvuldigingspunt = 

Slide 9 - Slide

Machten
Een macht is een vermenigvuldiging van gelijke factoren.
Het berekenen van machten heet machtsverheffen.

Uitspraak 
"twee tot de vierde"  of  "twee tot de macht vier"








Slide 10 - Slide

Machten

Slide 11 - Slide

Decimale getallen
Decimale getallen optellen
       0,3 + 0,6 = 0,9
       1,9 + 0,15 = 2,05

Decimale getallen aftrekken
      4,6 - 0,8 = 3,8
      2,48 - 1,53 = 0,95

Slide 12 - Slide

Decimale getallen
Vermenigvuldigen met 1: de komma blijft op dezelfde plek (0 nullen). 
          5 x 1 = 5
vermenigvuldigen met 10: de komma gaat één naar rechts (1 nul).
          5 x 10 = 50
Vermenigvuligen met 100: de komma gaat twee naar rechts (2 nullen).
          5 x 100 = 500

Slide 13 - Slide

Decimale getallen
Vermenigvuldigen met 0,1: 
De komma gaat één naar links (1 getal achter de komma)
         0,1 x 5 = 0,5
Vermenigvuligen met 0,01: 
De komma gaat twee naar links (2 getallen achter de komma)
         0,01 x 5 = 0,05

Voorbeeld: 0,4 x 2. Dit betekent dat je twee keer de 0,4 hebt. 

Slide 14 - Slide

Terugblik breuken



Vereenvoudigen
Teller en noemer door het zelfde getal delen. 
Zo klein mogelijk maken.


breuk=noemerteller

Slide 15 - Slide

8.4 Breuken optellen of aftrekken
Stappenplan
Stap 1   Maak de breuken gelijknamig (dezelfde noemer).
Stap 1   Zet helen in de breuk (bij aftrekken kan dit handig zijn).
Stap 3  Tel de tellers op. De noemer blijft hetzelfde.
Stap 4  Haal de helen uit de breuk.
Stap 5  Vereenvoudig de breuk zoveel mogelijk.

Bekijk de voorbeelden op pagina 22,23 en 24 van je theorieboek.

Slide 16 - Slide

8.5 Breuken vermenigvuldigen
Stappenplan
Stap 1  Zet de helen in de breuk.
Stap 2 Bereken


Stap 3 Haal de helen uit de breuk.
Stap 4 Vereenvoudig de breuk zoveel mogelijk.
noemernoemertellerteller

Slide 17 - Slide

Kwadraat
Een kwadraat is een vermenigvuldiging van een getal met zichzelf.
Het berekenen van een kwadraat heet kwadrateren.



32=

Slide 18 - Slide

Kwadraat
Een kwadraat is een vermenigvuldiging van een getal met zichzelf.
Het berekenen van een kwadraat heet kwadrateren.



32=
De kwadraten van de getallen 1 t/m 16, 20 en 25 moet je uit je hoofd kennen! Noteer deze nu voor jezelf in je schrift!

Slide 19 - Slide

Kwadraat
Een kwadraat is een vermenigvuldiging van een getal met zichzelf.
Het berekenen van een kwadraat heet kwadrateren.



(21)2=
De kwadraten van de getallen 1 t/m 16, 20 en 25 moet je uit je hoofd kennen! Had jij ze allemaal goed? Verbeter ze anders!

Slide 20 - Slide

Machten
Een macht is een vermenigvuldiging van gelijke factoren.
Het berekenen van machten heet machtsverheffen.

Voorbeeld
                is een vermenigvuldiging van vier gelijk factoren
je kunt het korter schrijven als:                       .









2222=24
2222
Vermenigvuldigingspunt = 

Slide 21 - Slide

Machten
Een macht is een vermenigvuldiging van gelijke factoren.
Het berekenen van machten heet machtsverheffen.

Uitspraak 
"twee tot de vierde"  of  "twee tot de macht vier"








Slide 22 - Slide

Machten

Slide 23 - Slide

Volgorde bij berekening
Stappenplan
  1. Haakjes 
  2. Machten (dus ook Kwadateren)
  3. Vermenigvuldigen en Delen (v.l.n.r)
  4. Optellen en Aftrekken (v.l.n.r)

Help Mij Van Die Onvoldoendes Af!

Slide 24 - Slide

Breuken, decimale getallen en procenten
0,333..
0,666..
afgerond op 1 decimaal

Slide 25 - Slide

R (reproductie) en
T1 (toepassen in bekende situatie)
Aan de slag 


T2 (toepassen in een nieuwe situatie) 
en I (inzicht)
Gemengde opgaven
Uitdagende opgaven (theorieboek)
Test jezelf (theorieboek)
Oefentoets (werkboek & digitaal)
Zie ook de lessonUp: "Hoe leer je voor het  vak wiskunde?"
Moet je aan je tempo werken dan kun je het klokje hiernaast gebruiken.
timer
5:00
Alle gemaakte opgaven nakijken & bestuderen
Samenvatting (werkboek en theorieboek)
Extra oefening & overgeslagen opgaven (theorieboek)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Reproductie (R)
Voorbeelden van R-vragen: alles wat je uit je hoofd moet en kan leren.
Formules, figuren en symbolen
Begrippen en hun definitie
Stappenplannen

Voorbeelden van manieren om je scores op R-vragen te verbeteren.
Het maken van leerkaartjes (bijv. Quizlet, WRTS).
Begrippenlijst, stappenplannen en/of samenvatting maken.
Maak het zichtbaar (mindmap, tekeningen,..).
Organisatie

Slide 28 - Slide

Toepassen in een bekende situatie (T1) 
Voorbeelden van T1-vragen: alles wat je hebt geoefend.
Opgaven vergelijkbaar met de opgaven uit de gemaakte paragrafen (basisstof).

Voorbeelden van manieren om je scores op T1-vragen te verbeteren.
Stappenplannen 
Opgaven goed nakijken, verbeteren en (fouten) opnieuw bestuderen.
Samenvatting, extra stof en Test Jezelf maken.
Oefenen

Slide 29 - Slide

Toepassen in een nieuwe situatie (T2) 
Voorbeelden van T2-vragen: het geleerde en geoefende samenvoegen.
Opgaven oplossen die net op een andere manier worden gevraagd dan de gemaakte paragrafen (basisstof). Het geleerde en geoefende samenvoegen.

Voorbeelden van manieren om je scores op T2-vragen te verbeteren.
Probeer de vraag in je eigen worden te vertalen. Wat vragen ze eigenlijk?
Voorbereiden - aanpak kiezen - berekenen - antwoord geven - controle.
Gemengde opgaven en oefentoets maken.
Begrijpen en toepassen

Slide 30 - Slide

Inzicht (I) 
Voorbeelden van I-vragen: vanuit verschillende nieuwe kanten denken.
Opgaven oplossen waarbij extra denkstappen geeist worden. Ze gaan verder dan de aangeboden leerstof. 

Voorbeelden van manieren om je scores op I-vragen te verbeteren.
Probeer de vraag in je eigen worden te vertalen. Wat vragen ze eigenlijk?
voorbereiden - aanpak kiezen - berekenen - antwoord geven - controle

Slide 31 - Slide