3ECEa Customer Journey Retailmix Week 4.2: Product

Commercieel 2
Klas 3ECEa
Product: Assortiment
1 / 28
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Commercieel 2
Klas 3ECEa
Product: Assortiment

Slide 1 - Slide

Terugblik

  • Customer Journey.
  • Continu onderzoek.
  • Ad Hoc onderzoek.

Slide 2 - Slide

Product
  • Producteigenschappen.
    - Fysiek product.
    - Uitgebreid product.
  • Assortiment.
  • Product-niveaus:
    aankoopgedrag.

Slide 3 - Slide

Product ↔ Winkelformule
  • Één van de drie kernonderdelen.
  • Samen één retailmix.
  • Dus:
    Product moet aansluiten bij Promotie,
    Prijs, Presentatie, etc.

Slide 4 - Slide

Wat hoort er allemaal
bij "Product"?

Slide 5 - Mind map

Product (Leeflang)

Slide 6 - Slide

Product 
  1. Functie en tastbare eigenschappen.
  2. De kwaliteit.
  3. Gebruikersgemak.
  4. De vormgeving.
  5. De verpakking.
  6. De service.
  7. De merk- en productnaam.
  8. Imago.

Slide 7 - Slide

Product (Leeflang)

Slide 8 - Slide

Opdracht
  • In projectgroep..
  • Beschrijf voor jullie projectbedrijf van één product: 

timer
25:00

Slide 9 - Slide

Productniveaus (Kotler)

Slide 10 - Slide

Assortiment
Beslissingen nemen over:

  • Samenstelling / Opbouw.
  • Dimensies.
  • Verwantschappen.

Slide 11 - Slide

Samenstelling assortiment
  • Afhankelijk van winkelformule en doelgroep(en).
  • Focus op geheel!

Slide 12 - Slide

Artikelfunctie

Slide 13 - Slide

Artikelfunctie
Randassortiment: 
  • Imagoverhoging.
  • Winstverhoging.
  • Klantenbinding.
  • Serviceverlening.

Slide 14 - Slide

Dus:
  • Verdeling op basis van winkelformule/verwachting klant: kern- en randassortiment.


  • Functionele indeling: assortimentsgroepen, artikelgroepen, etc.

Slide 15 - Slide

Assortimentsbeleid

Slide 16 - Slide

Dimensies assortiment
Benoemen eigenschappen delen assortiment.

Slide 17 - Slide

Effect van dimensies?

Slide 18 - Slide

Consistentie assortiment
Op welke manier is er samenhang tussen product(groepen)?

Slide 19 - Slide

Opdracht
  • In duo's (evt drietal wanneer nodig).
  • Beschrijf voor jullie projectbedrijf:
    Breedte, diepte, hoogte en consistentie van het assortiment. (Doe dit door de te vergelijken met concurrentie.) 
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Verwantschappen

Slide 21 - Slide

Logisch...

Slide 22 - Slide

Consumptieverwantschap
Consumptieverwantschap: gelijke behoeftevervulling.
  • Substitutie-artikelen = vervanging.
  • Complementaire artikelen = (nodige) aanvulling.
  • Follow-up artikelen = uitbreiding.
  • Me-too artikelen = vervanging.

Slide 23 - Slide

Koopverwantschap
Koopverwantschap: op gelijke wijze gekocht.
  • Convenience goods: weinig moeite, regelmatig.
  • Shopping goods: meer moeite, minder vaak.
  • Specialty goods: veel moeite, niet vaak.
  • Unsought: ongezochte, vaak nieuwe, artikelen.
  • Preferred: vooral merkwaarde van belang.

Slide 24 - Slide

Productieverwantschap
Bijv. op basis van materiaal,
zoals een lederwarenzaak.
Of bewerking, zoals een bakker.

Gericht op klant?

Slide 25 - Slide

Verwantschappen
Waar gebruik je dit inzicht voor?

Slide 26 - Slide

Samenvatting:
Beslissingen nemen over:

  • Product: tastbaar, uitgebreid en totaal.
  • Samenstelling / Opbouw: Kern- en randassortiment, indeling.
  • Dimensies: Aanbod aanpassen aan winkelformule en behoeften consument.
  • Verwantschappen: Producten passen bij elkaar en deze informatie kun je gebruiken voor keuzes over aanbod en presentatie (routing).

Slide 27 - Slide

Opdracht vóór de volgende keer:

  • Maak de opdrachten bij H2.1 t/m 2.4. (Skip vraag 1 als je uit boek werkt)


Slide 28 - Slide