Les 2 Cursus Woordenschat Nieuw Nederlands 2BKA

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Slide

Welkom
Ga rustig zitten volgens de plattegrond.  Geen discussie. 

Leg je iPad, boek, schrift en pen voor je. Log alvast in op deze LessonUP.  





timer
3:00

Slide 2 - Slide

  • Je kunt de persoonsvormen in samengestelde zinnen herkennen.
  • Je kunt de persoonsvorm, het onderwerp, het werkwoordelijk gezegde
    en het lijdend voorwerp in een zin vinden.
Lesdoelen

Slide 3 - Slide

Vandaag
1. Planning laatste schoolweken: 
Woordenschat + Meer dan lezen
--> toets in toetsweek
2. Opdrachten in de online methode maken bij Cursus Woordenschat.

Lesdoel: De leerlingen kennen aan het einde van de les de woorden bij paragraaf 2: internationaal.

Slide 4 - Slide

+ online cursus Woordenschat
§1 Kopen
§2 Internationaal
§3 Klimaat
§4 Schooltaalwoorden


Slide 5 - Slide

Startopdracht
1. Wat is dropshipping in je eigen woorden?
2. Noem twee voordelen en één nadeel van dropshipping.
3. Samira denkt goed na omdat ze het risico niet wil nemen. Wat betekent ‘risico’?
4. Zoek de woorden in de tekst die jij nog niet kent. 
5. Wat zou jij verkopen als je een webshop mocht starten?


Basis
Kader
1. Noem drie woorden uit de tekst die te maken hebben met import en export.
2. Wat is het verschil tussen ‘importeren’ en ‘exporteren’?
3. Waarom is ‘kwaliteit’ belangrijk bij internationale handel?
4. Wat voor product voert Nederland uit naar andere landen? 
5. Stel je voor: je begint een eigen bedrijf. Wat zou je maken of verkopen? En zou je ook internationaal willen werken?

Lees de tekst in het kruisje en beantwoord de vragen in je schrift. 
A.
Samira wil graag ondernemer worden. Ze kijkt veel filmpjes over dropshipping. Bij dropshipping verkoop je spullen via internet, maar je hebt geen eigen voorraad. Je maakt een webshop aan en kiest een leverancier. Die levert het product rechtstreeks naar de klant. Samira hoeft dus niets op te sturen. Dat klinkt makkelijk, maar er is ook een risico. Soms duurt de levertijd lang en dan wordt de klant boos. Samira denkt goed na, want ze wil niet dat het haar “de kop kost”.
Volgende maand start Samira met een keuzevak over ondernemen. Haar ambitie is om later een eigen bedrijf te hebben. Misschien wordt haar webshop wel een internationaal succes!

timer
10:00
B
Nederland is een echt handelsland. We importeren grondstoffen zoals cacao en soja, en we produceren zelf ook veel. Die producten exporteren we naar andere landen. Dat heet internationaal handel drijven. Nederland doet dat al eeuwen. Denk aan bloemen, kaas en machines.
Goede kwaliteit is belangrijk: alleen dan willen andere landen je producten kopen. Er zijn ook regels. De invoer van goederen moet soms voldoen aan eisen van de EU. En het vervoer moet goed worden geregeld. Een bedrijf dat auto’s maakt in Nederland, moet bijvoorbeeld zorgen dat die veilig en snel naar Duitsland kunnen.

Slide 6 - Slide

Cursus Woordenschat 
Maak de opdrachten van §2. Je maakt de opdrachten helemaal af tijdens de les.
Zet de moeilijken woorden + betekenis ook direct in je schrift en Quizlet bij klas 2BKA.  
 

timer
20:00

Slide 7 - Slide

Instructie
Wanneer jij een boek, een artikel of een stukje tekst leest en je weet niet wat een woord betekent...Wat kun je dan doen om toch achter de betekenis van dat woord te komen?
  • stukje verder lezen
  • stukje terug lezen
  • een voorbeeld in de tekst zoeken
  • een synoniem zoeken 
  • opzoeken in een woordenboek of iemand vragen. 

Slide 8 - Slide

Toepassen
Jullie gaat online naar het boek van Nieuw Nederlands -
Je kiest: Cursus Woordenschat, paragraaf 1: Kopen. In dit hoofdstuk vind je allemaal woorden die met 'kopen' en dus ook met geld, te maken hebben. Je maakt de opdrachten helemaal af tijdens de les. 

PS Zet de moeilijken woorden + betekenis ook direct in Quizlet

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
Wat?
Ga naar het online boek. Kies:
Cursus Woordenschat, paragraaf 1: Kopen.
Maak alle opdrachten.
Hoe?
Je maakt zelfstandig de opdrachten helemaal af tijdens de les.

Zet de moeilijke woorden + betekenis ook alvast in Quizlet!

https://quizlet.com/join/tjsbGxAAj?i=6la3p5&x=1bqt
Hulp
De 4 B's, oogje, theorie in de LessonUp.
Tijd
Timer.
Klaar?
Begin alvast aan paragraaf 2: Internationaal.
timer
20:00

Slide 10 - Slide